Aflevering 11

Na het Bosal-arrest is er jurisprudentie gewezen m.b.t. de beperking kostenaftrek in verband met deelnemingen in derde (niet EU-)landen. In deze jurisprudentie staat centraal de vrijheid van kapitaalverkeer ex art. 56 EG. Daarbij wordt ingegaan op de huidige stand van zaken bij de samenloop van EG-verdragsvrijheden in derde-landensituaties. Deze jurisprudentie is met name van belang omdat hier­mede inzicht wordt gegeven in de problemen en beslispunten die bij een beroep op de vrijheid van kapitaalverkeer tussen EU-lidstaten en derde landen kunnen spelen.

Op 18 mei 2006 heeft het Hof van Justitie EG een arrest voor de kapitaalsbelasting gewezen, waarmee een nieuw licht wordt geworpen op de doorschuiving van fiscale claims bij juridische fusies (het arrest MagparVerbonden aan de sectie belastingrecht, Faculteit Rechtsgeleerdheid, Erasmus Universi­teit Rotterdam.HvJ EG 18 mei 2006, zaak C‑509/04, V‑N 2005/8.26.). In dit artikel wordt onderzocht welke betekenis de overwegingen van het Hof hebben voor de fusiefaciliteiten in de vennootschapsbelasting, met name voor de interpretatie van de bepalingen van de FusierichtlijnRichtlijn 90/434/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, gedeeltelijke splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten en voor de verplaatsing van de statutaire zetel van een SE of een SCE van een lidstaat naar een andere lidstaat, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2005/19/EG..

Ter financiering van de tariefverlaging vennootschapsbelasting per 1 januari 2007 zijn lastenverzwarende maatregelen noodzakelijk. De belangrijkste is de beperking van de afschrijvingen tot de zogenoemde bodemwaarde. De bodemwaarde wordt gesteld op 100% of 50% van de WOZ-waarde. Na een uiteenzetting van het begrip gebouw voor de fiscale afschrijvingen, wordt nagegaan wanneer de WOZ-waarde dient te worden aangepast om te kunnen gelden als bodemwaarde. Verder worden opmerkingen gemaakt t.a.v. waarderingsficties, de waardering van incourante objecten en andere waarderingsaspecten.