Aflevering 2

Op 22 december 2003 heeft de Raad van de Europese Unie Richtlijn 2003/123/EG tot wijziging van Richtlijn 90/435/EEG betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende EU-lidstaten aangenomen. Deze wijzigingsrichtlijn is op 13 januari 2004 gepubliceerd en op 2 februari 2004 in werking getreden.Pb EG L 7, 13.01.2004, p. 41-43. Lidstaten hadden tot 1 januari 2005 de tijd om de nationale wetgeving hieraan aan te passen. Exact twee jaar na de inwerkingtreding van de wijzigingsrichtlijn is de Nederlandse implementatiewet in het Staatsblad verschenen.Wet van 19 januari 2006 tot wijziging van enkele belastingwetten in verband met de implementatie van Richtlijn 2003/123/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 december 2003 tot wijziging van Richtlijn 90/435/EEG betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende Lidstaten, Stb. 2006, 44.In deze bijdrage worden de belangrijkste onderdelen uit de wijzigingsrichtlijn en de bijbehorende implementatie door Nederland besproken. Voorts worden enkele andere ontwikkelingen met betrekking tot de richtlijn besproken.

In deze bijdrage worden de wijzigingen in de Fusierichtlijn 1990, zoals vastgesteld in de Richtlijn van 17 februari 2005, besproken. Het gaat dan om onderwerpen als uitbreiding toepassingsgebied, transparante vennootschappen en deelgerechtigden, aanpassing percentage voor deelneming, aanpassing van de vrijstelling voor deelgerechtigden en inbreng van een vaste inrichting. Ook wordt ingegaan op de wijzigingen in de Fusierichtlijn in verband met de invoering van de SE. Tot slot wordt behandeld het recent gewezen arrest Sevic Systems AG door het HvJ EG en de mogelijke gevolgen daarvan voor de fiscale begeleiding van grensoverschrijdende fusies en splitsingen.

Na een uiteenzetting van het territorialiteits­beginsel mede in het licht van het recent gewezen Marks&Spencer-arrest, wordt ingegaan op de mogelijke gevolgen van dit arrest. Daarna wordt aandacht besteed aan de voorstellen voor verliesverrekening in de nota Werken aan winst. Voorgesteld wordt om in navolging van de keuzeregeling in de inkomstenbelasting ook in de vennootschapsbelasting een keuzestelsel op te nemen.