Aflevering 7-8

In het wetsvoorstel ‘Werken aan winst’ is een aantal wijzigingen opgenomen met betrekking tot de deelnemingsvrijstelling. In deze bijdrage komen aan de orde het deelnamecriterium, het voorraadcriterium, de onderworpenheidseis en belegging/laagbelaste beleggingsdeelneming. Er wordt stilgestaan bij de aanpassingen in de liquidatieverliesregeling om deze EU-proof te maken. Tot slot wordt nog ingegaan op het onderwerp deelnemingskosten en compartimentering, omdat de staatssecretaris een wettelijke compartimenteringsregeling afwijst.

In het wetsvoorstel ‘Werken aan winst’ wordt de zogenoemde octrooibox voorgesteld (art. 12b Wet VPB 1969). In deze bijdrage worden de voorwaarden voor toepassing van de octrooibox besproken en wordt ingegaan op de effectiviteit van de voorgestelde regeling om hoogwaardige R&D voor Nederland te behouden.

Dit artikel behandelt de ingrepen in het winstbegrip naar aanleiding van het wetsvoorstel Werken aan winst. Aan de orde komen de wijzigingen in de waardering van onderhanden werk en onderhanden opdrachten, afschrijvingstermijn goodwill en overige bedrijfsmiddelen en beperking afschrijving onroerende zaken. Verder wordt aandacht besteed aan het afwaarderen van onroerende zaken op lagere bedrijfswaarde en het begrip bodemwaarde in relatie tot overige wettelijke bepalingen.

In deze bijdrage komen enkele minder leuke kanten van het wetsvoorstel ‘Werken aan winst’Belastingadviseur bij PKF Wallast en hoogleraar belastingrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.Belastingadviseur bij Ernst & Young te Rotterdam en universitair docent belastingrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Wetsvoorstel Wijziging van belastingwetten ter realisering van de doelstelling uit de nota ‘Werken aan winst’ (Wet Werken aan winst), Kamerstukken 30 572. aan de orde en wordt ingegaan op het ontbreken van regels op grond waarvan een grensoverschrijdende fiscale eenheid wordt toegestaan. In de eerste plaats wordt behandeld de voorgestelde beperking van de verliesverrekeningstermijnen. In de tweede plaats wordt ingegaan op het ontbreken van een regeling voor een grensoverschrijdende fiscale eenheid. In de derde plaats komen de wijzigingen in de liquidatieverliesregeling aan bod. In de vierde plaats wordt de voorgestelde aftrekbeperking voor aandelen en opties besproken. De bijdrage wordt afgesloten met een conclusie.

Een van de belangrijkste onderwerpen in het wetsvoorstel ‘Werken aan winst’ is het opschonen van de bestaande antimisbruikbepalingen inzake renteaftrek in de vennootschapsbelasting. Aan de orde komen in paragraaf 2 de deelnemerschapsleningen en in paragraaf 3 de overige renteaftrekbeperkende regelingen (hybride leningen, laagrentende/renteloze leningen, art. 8c Wet VPB 1969, art. 10a Wet VPB 1969, converteerbare obligatieleningen/warrant-leningen, de thincap-regeling en de temporiseringsmaatregelen). In paragraaf 4 wordt uitgebreid stilgestaan bij de voorgestelde groepsrentebox.

Het wetgevingsproject Modernisering Wet VPB 2007 komt in een eindfase. Er is sprake van een lange aanloop. Op 19 februari 2004 kwam toenmalig staatssecretaris Wijn tijdens een toespraak aan de Vrije Universiteit te Amsterdam met zijn ideeën voor een modernisering van de vennootschapsbelasting. Met deze modernisering van de vennootschapsbelasting beoogde Wijn twee doelstellingen te realiseren, namelijk het verbeteren van de aantrekkelijkheid van het Nederlandse fiscale vestigingsklimaat en het EU-bestendig maken van de vennootschapsbelasting. Het was in ieder geval niet zijn bedoeling een nieuwe Wet VPB 2007 tot stand te brengen. Geen Grand Design derhalve, zie mijn artikel in het themanummer van oktober 2004, alsmede de andere bijdragen in dat nummer.