Aflevering 6

Gepubliceerd op 1 juni 2006

MBB 2006, afl. 6 - BTW en beheer: een tipje van de sluier opgelicht

Aflevering 6, gepubliceerd op 01-06-2006 geschreven door Mr. J. De Preter en Mr. E.J. Makkus
Met zijn recente arrest in de zogenoemde Abbey National HvJ EG 4 mei 2006, C–169/04, Abbey National.-zaak kreeg het Hof van Justitie de gelegenheid om eindelijk duidelijkheid te scheppen omtrent de reikwijdte van de vrijstelling voor het beheer van ‘gemeenschappelijke beleggingsfondsen’, zoals omschreven in art. 13(B)(d)(6) van de Zesde Europese BTW-RichtlijnRichtlijn van 17 mei 1977 (77/388/EEG) betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag.. Deze vrijstelling die in de Nederlandse Wet op de omzetbelasting 1968 is opgenomen onder art. 11, lid 1, onderdeel i, onder 3 is altijd een bron van discussie geweest tussen belastingplichtigen en de Belastingdienst. In dit artikel wordt getracht een overzicht te geven van de belangrijkste wetgevende en jurisprudentiële ontwikkelingen m.b.t. de BTW-vragen die rijzen inzake collectief beleggen.

MBB 2006, afl. 6 - De Nationale ombudsman over het belastingjaar 2005

Aflevering 6, gepubliceerd op 01-06-2006 geschreven door Mr.dr. J.A. Smit
In april 2006 heeft de Nationale ombudsman zijn jaarverslag over 2005 aangeboden aan de voorzitter van de Tweede Kamer. Dit verslag heeft als thema ‘De maakbare overheid’. In dit verslag signaleert de Nationale ombudsman een groot aantal problemen en ontwikkelingen die voor de praktijkfiscalist van belang zijn. De meest in het oog springende belastingkwesties worden in deze bijdrage behandeld.

MBB 2006, afl. 6 - De nut en noodzaak van een verliesbeschikking Over de relativering van het beschikkingsvereiste door de Hoge Raad

Aflevering 6, gepubliceerd op 01-06-2006 geschreven door Mr. E. Thomas
Op 16 december 2005HR 16 december 2005, nr. 41.587, NTFR 2005/1706 met commentaar van Pechler en HR 16 december 2005, nr. 41.588, NTFR 2005/1707 eveneens met commentaar van Pechler. heeft de Hoge Raad de knoop (eindelijk) doorgehakt: in een aanslag naar een positief belastbaar bedrag ligt een verlies besloten, mits de belastingplichtige in de ingediende aangifte een verlies (negatief belastbare winst) heeft opgevoerd.Het belangrijke formeelrechtelijke aspect dat ik in dit artikel wil bespreken, is de ‘fictie’ dat in een aanslag een verliesbeschikking naar nihil besloten ligt. Ik spreek over ‘fictie’, omdat in de casus van de Hoge Raad van 16 december 2005 uit het aanslagbiljet noch anderszins de bedoeling van de inspecteur kenbaar was om een verlies naar nihil vast te stellen. De beslissingen van de Hoge Raad maken aan de uiteenlopende rechterlijke oordelen op welke wijze moet worden geprocedeerd tegen (de hoogte van) een verlies, een eindeIn de jurisprudentie zijn de volgende wijzen van procederen tegen de vaststelling van een verlies aan de orde gekomen:1. Het maken van bezwaar tegen een nihilaanslag: handhaving aanslag, beroep ongegrond (HR 14 december 2001, nr. 36.470, BNB 2002/47 m.nt. Van Soest, FED 2002/17 en V‑N 2001/66.4 en Hof Den Haag 11 december 2001, FED 2002/512 m.nt. Thomas); 2. Het maken van bezwaar tegen het vaststellen van negatieve belastbare winst moet worden aangemerkt als een bezwaarschrift tegen een verliesbeschikking: handhaving aanslag, beroep afhankelijk van de inhoudelijke beoordeling van het beroep gegrond (Hof Amsterdam 20 maart 2002, V‑N 2003/35.5 en NTFR 2003/793 met commentaar van Thomas) dan wel ongegrond (vgl. Hof Arnhem 5 januari 2004, V‑N 2004/16.7); 3. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de verliesbeschikking over 1997 en de beschikking voorwaartse verliesverrekening, maar de inspecteur doet uitspraak op bezwaar tegen de aanslag over 1997: beroep niet-ontvankelijk (Hof Amsterdam 6 mei 2003, V‑N 2003/58.3); 4. Het maken van bezwaar tegen het niet afgeven van een verliesbeschikking. 5. De inspecteur stelt eerst bij uitspraak op bezwaar het verlies over een bepaald jaar vast. Het beroepschrift van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar tegen de aanslag moet worden aangemerkt als bezwaar tegen de verliesbeschikking en ex. art. 6:15 Awb naar de inspecteur worden doorgezonden (Hof Den Bosch 16 mei 2001, V‑N 2001/60.4)..