Aflevering 2

De per 1 januari 2006 ingevoerde nieuwe ATV-richtlijnen worden primair vergeleken met de oude richtlijnen. Dan blijkt met name dat het strafrecht niet langer meer het sluitstuk van de handhavingsketen van de Belastingdienst is. Uitgebreid wordt stilgestaan bij de vraag of de ATV-richtlijnen nog wel als recht in de zin van art. 79 Wet RO kunnen worden aangemerkt. Verder wordt nog stilgestaan bij wat onder fiscaal nadeel dient te worden verstaan en worden kanttekeningen geplaatst bij bepaalde aspecten, zoals recidive, opzet, sanctioneren en lichtvaardigheid.

Medio 2005 heeft het HvJ EG het arrest Charles en Charles-Tijmens gewezen. Naar aanleiding daarvan is de Wet OB 1968 aangepast. In deze bijdrage wordt de vrije etiketteringsleer besproken en wat de gevolgen daarvan zijn. Verder wordt nagegaan of het wel verstandig is het BUA nog in stand te laten. Tot slot wordt ingegaan op de onduidelijkheid die is ontstaan tijdens de parlementaire behandeling inzake niet-aftrekbaarheid van btw voor advieskosten e.d. inzake aan- en verkoop van deelnemingen.

In het Werkdocument EC Law and Tax Treaties heeft de Europese Commissie in 2005 gesteld dat de lidstaten in strijd met de EG-vrijheden bepaalde voorwaarden stellen aan de toegang tot de uit hun belastingverdragen voortvloeiende voordelen. Een daarvan is dat een inwoner verdragstoepassing wordt geweigerd vanwege bijvoorbeeld buitenlandse aandeelhouders, zolas de ‘limitation on benefits’-bepaling doet. De auteur bespreekt een drietal vormen van anti-treaty shopping-bepalingen (entity-based anti-treaty shopping-bepalingen, transaction-based anti-treaty shopping-bepalingen en geformaliseerde treaty override-bepalingen). Vervolgens worden deze bepalingen getoetst aan een vijftal criteria. Gelet op deze criteria worden voorstellen gedaan tot een optimalisering van de transaction-based anti-treaty shopping-bepalingen.