Aflevering 3

Gepubliceerd op 1 maart 2007

MBB 2007, afl. 3 - Aangekondigde wijzigingen in de Nederlands-Antilliaanse winstbelasting

Aflevering 3, gepubliceerd op 01-03-2007 geschreven door Mr. J. Adeler
De Nederlandse Antillen willen graag hun rol in de internationale financiële wereld blijven spelen. Als gevolg van de kritiek van de Gedragscodegroep Primarolo op bepaalde fiscale regelingen moest wetswijziging plaats vinden. In deze bijdrage worden de wijzigingen in de deelnemingsvrijstelling en de vrijgestelde vennootschap besproken. Verder wordt aandacht gevraagd voor het overgangsrecht en de terugwerkende kracht van het wetsvoorstel.

MBB 2007, afl. 3 - De verkrijging van ondernemingsvermogen krachtens erfrecht of krachtens schenking

Aflevering 3, gepubliceerd op 01-03-2007 geschreven door Mr. A.W.M. Roelen
Het erfrecht is met ingang van 1 januari 2003 ingrijpend gewijzigd. Sinds die datum kan een kind of stiefkind van een overleden ouder verzoeken dat de onderneming van de overleden ouder aan hem moet worden overgedragen, zulks onder voorwaarde dat de onderneming door de verzoeker, of diens echtgenoot of geregistreerd partner, wordt voortgezet.Ook het schenkingsrecht is ingaande 1 januari 2003 aangepast.Voor de berekening van het recht van successie en het recht van schenking gelden voor de verkrijging van ondernemingsvermogen krachtens erfrecht of krachtens schenking bijzondere waarderingsregels en zijn faciliteiten in het leven geroepen.De voorwaarden en bepalingen waaronder een kind of een stiefkind een beroep kan doen op overdracht van de onderneming van de overleden ouder staan vermeld in art. 4:38 BW.De regelingen voor de heffing van het recht van successie en het recht van schenking bij verkrijging van ondernemingsvermogen zijn neergelegd in art. 35b en art. 35c van de Successiewet 1956 (SW 1956) en zijn nader uitgewerkt in art. 7a tot en met 7d van de Uitvoeringsregeling Successiewet 1956 (Uitv.reg. SW 1956), terwijl in art. 25 van de Invorderingswet 1990 (IW 1990) een betalings­regeling is getroffen.In deze bijdrage wordt op een aantal aspecten hiervan ingegaan.

MBB 2007, afl. 3 - De wijzigingen in artikel 10a Wet VPB 1969

Aflevering 3, gepubliceerd op 01-03-2007 geschreven door Mr.drs. F.N.P.F. van Kuijk
Per 1 januari 2007 is de Wet werken aan winst en daarmee het gewijzigde art. 10a Wet VPB 1969 in werking getreden. Art. 10a Wet VPB 1969 richt zich tegen aftrek van rente op schulden aan verbonden personen of lichamen, welke schulden verband houden met bepaalde rechtshandelingen.In deze bijdrage wordt ingegaan op de belangrijkste wijzigingen in art. 10a Wet VPB 1969. Achtereenvolgens worden behandeld: de verschillende rechtshandelingen, de causaliteitseis, rechtshandelingen verricht door verbonden personen of lichamen, de zakelijkheidstoets en de compenserende heffingstoets. De wijzigingen in de verbondenheidsbepaling van art. 10a, lid 4, Wet VPB 1969 blijven in deze bijdrage onbesproken. Deze bijdrage wordt afgesloten met een samenvatting.

MBB 2007, afl. 3 - Vraagpunten rondom artikel 13c (‘omzetting verlieslijdende VI in deelneming’)

Aflevering 3, gepubliceerd op 01-03-2007 geschreven door Dr. F.P.J. Snel en Mw. mr. M.E. Lukkien
Artikel 13c staat al meer dan vijftien jaar in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. De bepaling lijkt echter een wat stoffig bestaan te leiden, er is weinig jurisprudentie en gepubliceerd beleid met betrekking tot dit artikel. Wel is gebleken dat het Ministerie van Financiën vindt dat de bepalingen niet voldoende doeltreffend zijn. Een naar aanleiding daarvan ingediend wetsvoorstel is op 13 februari 2007 aangenomen door de Eerste Kamer. Naar aanleiding daarvan hebben wij de bestaande regeling en de voorgestelde wijziging geanalyseerd.