Aflevering 6

Gepubliceerd op 1 juni 2008

MBB 2008, afl. 6 - Ambtshalve rechterlijke toepassing van het Europese recht in belastingzaken

Aflevering 6, gepubliceerd op 01-06-2008 geschreven door Drs. J.J. van Dam en Mr. J.A.R. van Eijsden
Na een schets van het nationale wettelijke kader inzake ambtshalve aanvullen en ambtshalve toetsen en de invulling daarvan door de verschillende belastingrechters, wordt het relevante Europese kader kort weergegeven. Na een weergave van de algemene lijnen wordt de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen op dit terreinbesproken. Tot slot zal worden nagegaan hoe de Nederlandse belastingrechter invulling geeft aan deze jurisprudentie van het HvJ EG.

MBB 2008, afl. 6 - De (vereiste) aangifte van Pandora

Aflevering 6, gepubliceerd op 01-06-2008 geschreven door Mr. I. Leenders
In deze bijdrage wordt ingegaan op het vraagstuk wanneer er nu sprake is van de vereiste aangifte en wanneer niet. Wat betreft de niet vereiste aangifte wordt behandeld de situatie dat de aangifte niet of niet tijdig is gedaan, de aangifte formeel gebrekkig is dan wel inhoudelijk onjuist is. Daarbij wordt besproken in hoeverre opzet en schuld van belang zijn om tot omkering en verzwaring van de bewijslast te kunnen komen.

MBB 2008, afl. 6 - De invloed van bodemverontreiniging op de waardebepaling in de Wet WOZ

Aflevering 6, gepubliceerd op 01-06-2008 geschreven door Mr. R.E.J. Dolfin en Mr. F.J.H.L. Makkinga
In deze bijdrage wordt een overzicht gegeven van de invloed van bodemverontreiniging op de waardebepaling in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ). Hieronder wordt allereerst het wettelijk kader inzake de waardebepaling conform art. 17 Wet WOZ geschetst, waarbij een onderscheid dient te worden gemaakt tussen twee waarderingsvoorschriften: waarde in het economische verkeer (hierna: WEV) en de gecorrigeerde vervangingswaarde (hierna: GVW). Daarna volgt een inhoudelijke beschouwing over de invloed van bodemverontreiniging op deze waarderingsvoorschriften. Tot slot wordt aangegeven hoe de bewijslast is verdeeld in situaties van mogelijk waarde-beïnvloedende feitelijke omstandigheden.