Aflevering 4

Gepubliceerd op 1 april 2010

MBB 2010, afl. 4 - Enkele EU-rechtelijke aspecten van hybride entiteiten in het licht van fiscale autonomie

Aflevering 4, gepubliceerd op 01-04-2010 geschreven door S.R. Pancham
In deze bijdrage ga ik in op enkele EU-rechtelijke aspecten van de fiscale classificatie van buitenlandse hybride entiteiten. In paragraaf 1 zullen enkele algemene opmerkingen over fiscale autonomie van de EU-lidstaten worden gemaakt. Vervolgens wordt dat gerelateerd aan grensoverschrijdende dubbele belasting bij een participatie in een hybride entiteit (paragraaf 2). In paragraaf 3 wordt een beschouwing gewijd aan enkele aspecten van hybride entiteiten in het secundaire EU-recht. Afgerond zal worden met een samenvattende conclusie (paragraaf 4).In deze bijdrage volg ik de lijn van mijn inleiding over dit onderwerp tijdens het EFS-seminar van 26 mei 2009.Andere sprekers tijdens het EFS-seminar van 26 mei 2009 waren A.J.A. Stevens en G.F.K. Fibbe. In dit nummer van MBB zijn ook bijdragen van hun hand opgenomen.

MBB 2010, afl. 4 - Het begrip ‘opbrengstgerechtigde’ in de Wet DB 1965 met betrekking tot hybride entiteiten in inboundsituatiesZie voor een uitleg van de begrippen ‘inbound’ en ‘outbound’ de bijdrage van A.J.A. Stevens in dit nummer van MBB.

Aflevering 4, gepubliceerd op 01-04-2010 geschreven door Dr. G.K. Fibbe
In deze bijdrage wordt ingegaan op de vraag of en in hoeverre het Europees recht oplossingen biedt m.b.t. onduidelijkheden omtrent de toepassing van de dividendbelasting voor hybride entiteiten. Van belang daarbij is de invulling van het begrip opbrengstgerechtigde. Aangezien noch de dividendbelasting, noch de Moeder-dochterrichtlijn een definitie van dit begrip geeft, wordt nagegaan hoe op grond van doel en strekking van de Moeder-dochterrichtlijn dit begrip moet worden geïnterpreteerd m.b.t. hybride entiteiten. Tot slot wordt een voorstel gedaan voor een nieuwe wettelijke regeling van het begrip opbrengstgerechtigde in de dividendbelasting.

MBB 2010, afl. 4 - Het nieuwe classificatiebesluit voor buitenlandse­ rechtsvormen

Aflevering 4, gepubliceerd op 01-04-2010 geschreven door Mr.drs. M. Beudeker
In december 2009 heeft de staatssecretaris van Financiën met een nieuw classificatiebesluitBesluit van 11 december 2009, nr. CPP2009/519M, NTFR 2010/31, BNB 2010/58, V‑N 2009/65.17. (hierna: ‘Besluit’), het classificatiebesluit van 18 december 2004Besluit van 18 december 2004, nr. CPP2004/2730M, NTFR 2005/19, BNB 2005/88, V‑N 2005/5.12. vervangen. Aan de hand van het Besluit kan een buitenlandse rechtsvorm vanuit Nederlands fiscaal perspectiefVoor de toepassing van de Wet IB 2001, de Wet VPB 1969 en de Wet DB 1965. Het classificatiebesluit van 18 december 2004 was alleen van toepassing op art. 2, 3 en 13 en verder (voor zover he t de deelnemingsvrijstelling betrof) Wet VPB 1969 en op art. 4.6 Wet IB 2001. Het is opmerkelijk dat het voorgaande besluit niet van toepassing was op de Wet DB 1965, aangezien dit besluit expliciet inging op (de op dat moment nog in te voeren) artikelen 4a en 4b per 1 januari 2005. geclassificeerd worden; als transparant of niet-transparant. In deze bijdrage zal nader op het Besluit worden ingegaan.

MBB 2010, afl. 4 - Hybride entiteiten en belastingverdragen

Aflevering 4, gepubliceerd op 01-04-2010 geschreven door Prof.mr. A.J.A. Stevens
Hybride entiteiten roepen de nodige classificatieconflicten op. Oplossingen kunnen worden geboden door het nationaal recht, belastingverdragen of Europees recht. In deze bijdrage staat centraal in hoeverre als gevolg van Nederlands nationaal recht dan wel onder de Nederlandse belastingverdragen de nadelige gevolgen van classificatieconflicten bij hybride entiteiten kunnen worden opgelost. De Nederlandse oplossingen zullen worden afgezet tegen de binnen OESO-verband aangedragen oplossingen.