Aflevering 3

Belastingheffing in de btw vindt plaats op het niveau van het individuele subject. Met het bestaan van concernstructuren wordt – afgezien van de btw fiscale eenheid op nationaal niveau – dan ook geen rekening gehouden. Dat kan in voorkomende gevallen bijzonder nadelig uitpakken voor concerns. Met het arrest in de zaak SKF lijkt het Hof van Justitie EG echter een weg te zijn ingeslagen waarin wel degelijk betekenis toekomt aan de concernstructuur. In deze bijdrage wordt duidelijk gemaakt waarom de concernbenadering in de btw daarmee sterker is dan ooit.

Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet overige fiscale maatregelen 2010Wet van 23 december 2009, Stb. 2009, 610. is de deelnemingsvrijstelling met ingang van 2010 gewijzigd. Deze wijzigingen werden nodig geacht in het belang van het fiscale vestigingsklimaat nu de tot 1 januari 2010 geldende regeling voor de laagbelaste beleggingsdeelneming – zoals die is ingevoerd met ingang van 2007 – in de praktijk moeilijk toepasbaar bleek en gepaard ging met onzekerheid over toepassing van de deelnemingsvrijstelling.Kamerstukken II, 2009-2010, 32 129, nr. 3, p. 125. De wijzigingen per 2010 komen grotendeels overeen met de voorstellen van het Ministerie van Financiën zoals opgenomen in het consultatiedocument van 15 juni 2009.Brief Ministerie van Financiën, gedateerd 14 juni 2009, nr. DB2009/227, met bijlage. Voornaamste elementen in de regeling vanaf 1 januari 2010 zijn de terugkeer van een oogmerktoets als hoofdregel in combinatie met twee safeharbourregelingen in de vorm van een vereenvoudigde en versoepelde onderworpenheidstoets en bezittingentoets. In deze bijdrageZie over de voorstellen in de sfeer van de deelnemingsvrijstelling zoals opgenomen in het consultatiedocument: S.A.W.J. Strik, ‘De voorgelegde regeling voor beleggingsdeelnemingen: een verbetering, maar verduidelijking gewenst!’, WFR 2009/969, en G.G. Baaijens en W.C.M. Martens, ‘Voorgestelde wijzigingen in de deelnemingsvrijstelling’, MBB 2009, nr. 7-8. Mede omwille van de leesbaarheid van deze bijdrage bevat deze enkele passages die enigszins overeenkomen met passages die opgenomen zijn in genoemd artikel van Baaijens en Martens. wordt de nieuwe regeling besproken.

Per 1 januari 2010 heeft de nieuwe Duitse regering een pakket belastingmaatregelen ingevoerd om lasten voor burgers en bedrijven te verlichten en de economische groei te bevorderen. In deze bijdrage worden de belangrijkste veranderingen in de Duitse belastingwetgeving voor kapitaalvennootschappen behandeld. Aan de orde komen o.a. versoepeling van de verliesverrekeningsregels, versoepeling van de renteaftrekbeperking en de invoering van een interne reorganisatievrijstelling in de overdrachtsbelasting.

Per 1 januari 2009 is de inhaalregeling van art. 35 BvdB 2001 gewijzigd. In deze bijdrage wordt nagegaan of met deze wijziging de onevenwichtigheden in de samenloop tussen inhaalregeling en verliescompensatie zijn opgelost.