MBB 2012, afl. 2 - Belastingen en mensenrechtenverdragen: kroniek 2007-2011
Aflevering 2, gepubliceerd op 01-02-2012 geschreven door Mr.dr. M.R.T. PauwelsDe vorige kronieken – van de hand van M.W.C. Feteris – hebben al duidelijk gemaakt dat mensenrechtenverdragen van invloed zijn op belastingen.De laatste kroniek van Feteris verscheen in NJCM-Bulletin 2007, nr. 8, p. 1130-1152 en MBB 2008, nr. 2. Illustratief voor het belang is ook het recente tweejaarsverslag 2009-2010 van de Hoge Raad, waarin veel aandacht is voor de invloed van het EVRM op belastingen, alsmede de nieuwste druk van het standaardwerk Inleiding tot het Nederlands belastingrecht (Kluwer, Deventer 2010), thans van de hand van R.E.C.M. Niessen, waarin voor het eerst een apart hoofdstuk is gewijd aan mensenrechtenverdragen. In het verleden heeft vooral het discriminatieverbod invloed gehad op belastingwetgeving. Verder doen belastingplichtigen in toenemende mate een beroep op art. 1 Eerste Protocol (hierna: ‘EP’) EVRM om (de kwaliteit van) belastingwetgeving ter discussie te stellen. Art. 6 EVRM is vooral van belang voor fiscale boeten. Hierna behandel ik jurisprudentie over belastingen en mensenrechten in de periode 1 juli 2007 tot 1 juli 2011.Ik heb behalve van de Nederlandse jurisprudentiebronnen dankbaar gebruik gemaakt van de Hudoc-database en van de overzichten van Philip Baker in European Taxation (2008, p. 315-316; 2009, p. 326-327 en p. 596-598; 2010, p. 259-261 en p. 568-569; 2011, p. 253-255). In verband met de relatief lange periode waarover gerapporteerd wordt, ligt bij de nationale jurisprudentie sterk de nadruk op arresten van de Hoge Raad.Buiten beschouwing blijven arresten van de belastingkamer van de Hoge Raad waarin het niet om een belastinggerelateerde zaak gaat, hetgeen vooral arresten zijn betreffende uitspraken van de Centrale Raad van Beroep. Zie bijv. HR 24 december 2010, BNB 2011/78 (art. 8 EVRM), HR 25 september 2009, BNB 2009/285 en HR 12 februari 2010, BNB 2010/133 (beide discriminatieverbod). De nadruk ligt in deze bijdrage op inventarisatie en systematisering en minder op evaluatie. Ik tracht vooral via voetnoten ook enige aandacht te geven aan fiscale literatuur. In de slotparagraaf geef ik aan wat de belangrijkste ontwikkelingen zijn.