Aflevering 4

In de ogen van velen valt de kredietcrisis in overwegende mate aan de bancaire sector te wijten. Reeds in 2009 is dan ook een discussie op gang gekomen betreffende de invoering van een belastingheffing in de financiële sector. Anno 2012 hebben diverse landen eenzijdig bankenbelastingen ingevoerd en lijkt ook Nederland niet achter te blijven: momenteel is een wetsvoorstel aanhangig voor de invoering van een bankenbelasting. Daarnaast zijn er de ontwikkelingen op Europees niveau wat betreft de invoering van een gezamenlijke heffing. In deze bijdrage komt onder andere het volgende aan bod: de ontwikkelingen op internationaal (en Europees) niveau, een beschrijving van het Nederlandse wetsvoorstel voor de invoering van een bankenbelasting, de door wetgever beoogde doelstellingen en randvoorwaarden en het risico op dubbele heffing.

In dit beschouwende artikel beoog ik enig licht te werpen op de wortels van de huidige loonbelasting: de loonbelasting zoals die in 1935 in Nederlands-Indië werd ingevoerd. Deze loonbelasting deed bij invoering het nodige stof opwaaien en was feitelijk een loonsomheffing. Momenteel gaan er stemmen op de huidige loonbelasting om te vormen tot een loonsomheffing. Werger wijdde er zelfs een proefschrift aan.F.M. Werger, Loonsomheffing, (diss. Rotterdam), Kluwer, Deventer 2011. In deze bijdrage probeer ik een aantal verbanden te leggen tussen de Indische loonbelasting en de huidige loonbelasting, met een blik naar de toekomst. In paragraaf 1 beschrijf ik kort hoe de Indische loonbelasting tot stand kwam. In paragraaf 2 volgt een overzicht van de technische aspecten van de Indische loonbelasting. Paragraaf 3 gaat over het verhaalsrecht van de werkgever op de werknemer. In paragraaf 4 ga ik in op de samenhang tussen de loon- en inkomstenbelasting. In paragraaf 5 werp ik een blik op de toekomst: zijn we toe aan een loonsomheffing in Nederland, en lijkt deze loonsomheffing op de Indische loonbelasting? Ik sluit af met een korte conclusie.

Na een uiteenzetting van de belastingheffing van excessieve beloningsbestanddelen wordt een aantal verdragsrechtelijke implicaties beschreven en ingegaan op de parlementaire behandeling. Daarna wordt een beschouwing gewijd aan de relatie tussen de pseudo-eindheffing bij excessieve vertrekvergoedingen en belastingverdragen.

In deze bijdrage wordt ingegaan op het arrest van de Hoge Raad van 25 november 2011, nr. 08/05323 en wordt met name nader ingegaan op de transferpricingaspecten van dit arrest.