Aflevering 11

In deze bijdrage wordt ingegaan op de pensioenbepaling in het nieuwe belastingverdrag met Duitsland en worden de onduidelijkheden en knelpunten belicht.

In deze bijdrage wordt nagegaan of het wenselijk is om in de Algemene wet inzake rijksbelastingen de binding aan de aangifte te regelen.

In dit overzichtsartikel wordt over recente jurisprudentie op het gebied van de erf- en schenkbelasting geschreven.De behandelde arresten hebben alle betrekking op jaren voor 2010 en behandelen nog het schenkings- en successierecht. In dit artikel zullen wij zowel de oude als de nieuwe terminologie (schenk- en erfbelasting) hanteren. In dit kader zullen wij hierna ingaan op een viertal recente arresten van de Hoge Raad. Voor de leesbaarheid, zullen wij bij de behandeling van ieder arrest de volgende indeling hanteren: (i) de feiten, (ii) de rechtsvraag, (iii) het arrest en (iv) commentaar. Jurisprudentie over de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten laten wij – in afwachting van de arresten van de Hoge Raad in de vijf proefprocedures over de bedrijfsopvolgingsfaciliteitenAanhangig onder de nummers 13/01154, 13/01622, 13/01160, 13/01161 en 13/02453. A-G IJzerman heeft op 30 september 2013 conclusie genomen in deze zaken. – op verzoek buiten beschouwing.

In deze bijdrage wordt een aantal aspecten uit het huidige wetsvoorstel besproken.Er wordt niet gestreefd naar een volledige bespreking van het wetsvoorstel. Daarbij zal ik allereerst het nieuwe heffingssysteemHet wetsvoorstel ziet ook op de schenk- en erfbelasting. Deze belastingen worden in dit artikel niet besproken. toelichten. Daarna worden de nieuwe navorderingsregels uitgebreid besproken. Hierbij ga ik na in hoeverre naast de verlenging van de termijn sprake is van een verruiming van de navorderingsregels door het invoeren van nieuwe criteria. Tot slot bespreek ik de rechtsongelijkheid die door invoering van de voorgestelde navorderingsregels ontstaat tussen IB- en VPB-ondernemers.