Aflevering 3

Indien door een host state een inbreuk is gemaakt op een investeringsverdrag en de investeerder daarvoor schadeloos wordt gesteld, komt de vraag op of en op welke wijze rekening wordt gehouden met belastingheffing. Bij de vaststelling van de schade betreft dit de belasting die aan de orde zou zijn gekomen indien door de host state geen inbreuk zou zijn begaan. Bij de vaststelling van de vergoeding gaat het om de heffing door de host state on de home state over die vergoeding. Tot op heden is met name belastingheffing door de home state onderbelicht gebleven. Het met de vergoeding beoogde doel is: ‘as far as possible to wipe out all the consequences of the illegal act and to re-establish the situation which would, in all probability, have existed if that act had not been committed’. Echter, jaren na wijzing van een vonnis kan ongewis blijven of dat doel ook daadwerkelijk wordt bereikt.

Over het begrip bedrijfsmiddel is de afgelopen jaren de nodige jurisprudentie verschenen. Dit begrip vervult een sleutelrol bij de toepassing van de herinvesteringsreserve. Onlangs – en niet voor het eerst – heeft de Hoge Raad in dit verband geoordeeld over de vraag of een vermogensbestanddeel op het moment van vervreemden een bedrijfsmiddel is of voorraad vormt.HR 6 december 2013, nr. 12/05867, NTFR 2014/299. Deze kwalificatie is van belang, omdat een herinvesteringsreserve alleen kan worden gevormd bij vervreemding van een bedrijfsmiddel. Het momentum lijkt daar om de stand van zaken rond het begrip bedrijfsmiddel te inventariseren en onder meer te bezien hoe dit begrip zich verhoudt tot de ratio van de herinvesteringsreserve.

Per 1 januari 2014 is artikel 3a van het Uitvoeringsbesluit internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen in werking getreden. Deze bepaling regelt dat belastingplichtigen voor de vennootschapsbelasting waarvan de werkzaamheden in een jaar hoofdzakelijk bestaan uit het ontvangen en betalen van rente, royalty’s, huur of leasetermijnen moeten voldoen aan substance-vereisten en een informatieverplichting hieromtrent. In deze bijdrage behandelt de auteur dit uitvoeringsbesluit en gaat hij in op de (administratieve) verplichtingen waarmee deze belastingplichtigen per begin van dit jaar te maken krijgen.

Mensen zijn vaak onaangenaam verrast als anderen handelingen uit hun verleden een andere betekenis geven. Een dergelijk terugkomen op het verleden komt ook voor in het belastingrecht. Denk aan terugwerkende kracht van – wijzigingen in – belastingwetgeving. Dit is een typisch Nederlands verschijnsel. Deze bijdrage biedt een rechtsvergelijking van het fenomeen van terugwerkende kracht van belastingwetgeving in Nederland en een aantal andere, merendeels Europese, landen. De focus is gericht op saillante verschillen in constituties, wetgeving en rechtspraak.