Aflevering 5

In deze bijdrage wordt vooral aandacht besteed aan het nieuwe beleid zoals opgenomen in het nieuwe Besluit beleggingsinstellingen van 18 februari 2014. Verder worden kanttekeningen geplaatst bij sommige onderdelen van het voortgezette beleid en knelpunten belicht die nog niet zijn weggenomen met dit nieuwe besluit.

Met de wijzing van de onzakelijkeleningjurisprudentie van 25 november 2011 heeft de onzakelijke lening bewezen een complex leerstuk met vele deelaspecten te zijn. In de twee delen van deze bijdrage wordt anno 2014 de balans opgemaakt van twee jaar rechtsontwikkeling op het gebied van de onzakelijke lening. Daarbij wordt onder meer ingegaan op de kwalificatie van een lening als (on)zakelijk, het beoordelingsmoment van de (on)zakelijke lening, sfeerovergangen en de fiscale behandeling van de rente en verliezen op de onzakelijke lening. Ook komen enkele aspecten van samenloop met de deelnemingsvrijstelling en fiscale eenheid aan de orde.

Deze bijdrage maakt onderdeel uit van het drieluik ‘De fiscale behandeling van pensioensparen’. In het eerste artikel van ons drieluik – dat in het vorige MBB-nummer is gepubliceerd – zijn wij ingegaan op het belang en de functie van de omkeerregel voor ons pensioenstelsel. In dit tweede deel staat de vraag centraal welke betekenis nettopensioen kan spelen in het pensioenstelsel en wat de meerwaarde van nettopensioen is als oudedagsvoorziening. In het volgende MBB-nummer wordt het laatste artikel van ons drieluik gepubliceerd. In dit sluitstuk staat de vraag centraal op welke wijze zelfstandig pensioensparen mogelijk is en zou kunnen zijn, en hoe zich dit onderscheidt van het pensioensparen via de werkgever.

In dit artikel zullen schrijvers achtereenvolgens hun gedachten laten gaan over het begrip rechtvaardigheid of fair share waar zij in eerste instantie – bij gebrek aan beter – een legalistisch perspectief verdedigen, maar vervolgens bekijken of ontwikkelingen op het gebied van misbruik, corporate governance en responsibility grond kunnen bieden voor een duidelijker begrip van fair share of rechtvaardigheid. Vervolgens gaan schrijvers in op de onderzoeken waarin de rol van Nederland als schakelland nader wordt belicht, meer in het bijzonder in verhouding tot de belastingverdragen met ontwikkelingslanden. Afsluitend bepleiten zij een meer offensieve rol van Nederland, inclusief het Nederlandse bedrijfsleven in het internationale, fiscale discours.