Aflevering 6

Gepubliceerd op 1 juni 2014

MBB 2014, afl. 6 - Consultatie over de belastingplicht van overheidsorganisaties

Aflevering 6, gepubliceerd op 01-06-2014 geschreven door Prof.dr. S.A. Stevens
In deze bijdrage maakt de auteur een kritische analyse van het onlangs verschenen consultatievoorstel voor de herziening van de belastingplicht van overheidsorganisaties. Uit een eerste analyse blijkt dat het voorstel nog veel (praktische) vragen oproept. Op een aantal belangrijke onderdelen is de auteur van mening dat het voorstel moet worden aangepast.

MBB 2014, afl. 6 - De Nationale ombudsman over het belastingjaar 2013

Aflevering 6, gepubliceerd op 01-06-2014 geschreven door Mr.dr. J.A. Smit
Op 26 maart jl. overhandigde de Nationale ombudsman aan de Tweede Kamer zijn verslag over 2013: ‘Persoonlijk ... of niet? Digitaal ... of niet?’Kamerstukken II, 2013-2014, 33 876, nr. 2; www.jaarverslag.nationaleombudsman.nl. Het was het laatste jaarverslag van Alex Brenninkmeijer als Nationale ombudsman, omdat hij sinds 1 januari jl. benoemd is tot lid van de Europese Rekenkamer. Het thema van het jaarverslag is overheidsdienstverlening. De ombudsman concludeert dat de overheid goede (digitale) overheidsdienstverlening in eigen hand heeft. Belangrijk is dat de overheid open staat voor terugkoppelingen van burgers, zoals klachten en signalen.

MBB 2014, afl. 6 - De onzakelijke lening anno 2014 – deel II

Aflevering 6, gepubliceerd op 01-06-2014 geschreven door Prof.mr.dr. A.C.P. Bobeldijk en Mr. R.L.P. van der Velden
Op 25 november 2011 heeft de Hoge Raad een drietal zeer belangwekkende standaardarresten gewezen rondom het leerstuk van de onzakelijke lening. In de jurisprudentie van 2012, 2013 en begin 2014 zijn verschillende deelonderwerpen rondom de onzakelijke lening nader uitgekristalliseerd. In deze bijdrage maken wij de (tussentijdse) balans op en bezien wij waar de onzakelijke lening anno 2014 staat.In het eerste deel van dit artikel bespraken wij in de paragrafen 1 tot en met 10 al verschillende aspecten van de onzakelijkeleningjurisprudentie. Wij zijn begonnen met een korte beschrijving van de 25 november-jurisprudentie in een notendop. Vervolgens gingen wij in op het fenomeen ‘onzakelijke lening’ en zijn plaats in de fiscaliteit. Hiernaast bespraken wij de feiten en omstandigheden die bij de kwalificatie van een lening als (on)zakelijk een rol spelen. Ook zijn wij ingegaan op de invloed van de verhouding eigen vermogen/vreemd vermogen bij de debiteur, en op de onzakelijke lening ‘opzij’. De jurisprudentie van mei 2013 en februari 2014, waarin de Hoge Raad is ingegaan op de samenloop van de geldverstrekking met het worden van aandeelhouder, is eveneens uitgebreid aan de orde geweest. Ten slotte bespraken wij het beoordelingsmoment van de lening en de sfeerovergangen van zakelijk naar onzakelijk (en andersom).In dit tweede deel van ons overzichtsartikel gaan wij dieper in op de behandeling van de rente op een onzakelijke lening in paragraaf 11. Hiernaast staan wij uitgebreid stil bij de fiscale verwerking van het verlies op onzakelijke lening omhoog, omlaag en opzij in paragraaf 12. Wij bespreken enkele aspecten van samenloop tussen de onzakelijke lening enerzijds, en de liquidatieverliesregeling en fiscale eenheid anderzijds in paragraaf 13. Wij sluiten dit overzichtsartikel af met een korte conclusie in paragraaf 14.

MBB 2014, afl. 6 - Drieluik ‘De fiscale behandeling van pensioensparen’ – Deel III: Zelfstandig (pensioen)sparen als alternatief

Aflevering 6, gepubliceerd op 01-06-2014 geschreven door Dr. A.H.H. Bollen-Vandenboorn, Mr. M.E.C. Boumans cpl, Mr. G. van Ginkel en E.H.M. Janssen MSc., LL.M
In het derde en tevens laatste deel van het drieluik over de fiscale behandeling van pensioensparen ligt de focus op het zelfstandig sparen voor de oude dag. Zelfstandig, omdat dit buiten de sfeer van de arbeidsverhouding tussen werkgever en werknemer ligt. Dat kan fiscaal gefacilieerd in de derde pijler, maar ook in de nettosfeer in box 3. Gelet op de tendens dat het aantal werkenden dat geen pensioen in de tweede pijler opbouwt toeneemt (zzp’ers) en gelet op de versobering van de fiscale faciliëring, zal het belang van het zelfstandig pensioensparen toenemen om het gewenste pensioenniveau te kunnen realiseren. Daarnaast besteden we kort aandacht aan de ideeën om pensioen en wonen met elkaar te verbinden.