Aflevering 11

Op 29 juni jl. vond de derde Young Annual Tax Meeting plaats in het gebouw van de Hoge Raad. Tijdens deze bijeenkomst hield Maarten Feteris de openingstoespraak over de toekomst van de fiscaliteit, het thema van deze bijeenkomst. Hij ging daarbij in het bijzonder in op de toekomst van Europa en van de technische en maatschappelijke ontwikkelingen. Aansluitend is hierna het verslag van deze bijeenkomst opgenomen.

Op donderdag 29 juni jl. heeft de derde Young Annual Tax Meeting plaatsgevonden bij de Hoge Raad. Tijdens dit jaarlijks terugkerende evenement, gezamenlijk georganiseerd door Belastingdienst/Jong, Jonge ambtenaren van het Directoraat Generaal Fiscale Zaken, de Jonge Orde van Belastingadviseurs en het Wetenschappelijk Bureau van de Hoge Raad, wordt ieder jaar een forum gecreëerd waardoor jonge fiscalisten van verschillende professies met elkaar de dialoog aangaan over verschillende onderwerpen d

De box 3-heffing houdt de gemoederen inmiddels goed bezig nu de werkelijke rendementen maar blijven dalen terwijl het forfaitaire normrendement nog altijd flink hoger wordt vastgesteld. Hoewel reeds vijf jaar na inwerkingtreding van het box 3-systeem al kritische noten inzake box 3 zijn gekraakt, heeft het tot 2017 moeten duren voordat de regeling is aangepast. Daarmee is de kou echter geenszins uit de lucht. In deze bijdrage wordt stilgestaan bij een aantal verbeterpunten in de regeling van bo

De pensioenrichtleeftijd wordt per 1 januari 2018 verhoogd naar 68 jaar. In deze bijdrage worden de fiscaalrechtelijke gevolgen van deze verhoging van de pensioenrichtleeftijd besproken.

In dit artikel gaat de auteur in op recente debatten op het gebied van belastingontwijking en met name op de recente parlementaire verhoren inzake fiscale constructies en fiscale fraude. Begrippen als transparantie en beeldvorming komen voorbij. Hij concludeert dat Nederland eindelijk de brievenbusmaatschappij heeft afgezworen en dat de parlementaire verhoren op dat punt achterhaald zijn. Voor wat betreft belastingontduiking is het beter ‘to be roughly right than precisely wrong’. Los van het e

Soms beslist de Hoge Raad zelf over een feitelijke kwestie. Die vrijheid heeft hij als het gaat om punten, feitelijke aangelegenheden, van ondergeschikte aard. Dat is sinds 1 maart 1957 in de wet vastgelegd. In deze beschouwing tracht ik de oorsprong van deze wettelijke bevoegdheid bloot te leggen en breng ik materiaal bijeen op grond waarvan de historische betekenis van deze regeling zo goed mogelijk kan worden gereconstrueerd. Daarbij geldt als motto het ware woord van Verburg: ‘Wie het verle