Aflevering 2

In aansluiting op de bijdrage van Burgerhart in het januarinummer van MBB over de vierde tranche modernisering huwelijksvermogensrecht wordt in deze bijdrage ingegaan op de (potentieel) samenhangende fiscale gevolgen. De fiscale vragen en knelpunten m.b.t. ontstaan van de huwelijksgemeenschap, het bestaan en het beëindigen daarvan worden besproken, waarbij de vermogende directeur-grootaandeelhouder centraal staat.

Ondanks de hoogconjunctuur voorziet het regeerakkoord in een forse stijging van de overheidsuitgaven bij een vrijwel constante lastendruk. Het nieuwe kabinet houdt dus vast aan een procyclisch begrotingsbeleid. Dit beleid wordt meer bepaald door de politieke dan de economische conjunctuur en gaat ten koste van een stabiele economische ontwikkeling. De voortzetting van het procyclische beleid komt niet onverwacht, want dat was in Nederland de afgelopen halve eeuw de norm. Inkomensongelijkheid lijkt geen punt van overweging voor het kabinet-Rutte III, want het woord komt niet voor in het regeerakkoord. Op de korte termijn leidt het akkoord niet of nauwelijks tot minder inkomensongelijkheid, omdat alle inkomensgroepen erop vooruitgaan. Op de lange termijn lijkt het beleidspakket wel tot een lagere inkomensongelijkheid te leiden, maar dat is voor een belangrijk deel optisch. De arbeidsinkomensquote is niet alleen in Nederland gedaald, maar in vrijwel alle OESO-landen. De flexibilisering van de arbeidsmarkt ondermijnt het vaste arbeidscontract en de onderhandelingspositie van werknemers. Dit zou wel eens de reden kunnen zijn waarom de lonen niet stijgen, terwijl dat in de huidige omstandigheden juist goed zou zijn voor de economie. De vraag is of de flexibilisering van de arbeidsmarkt te ver is doorgeschoten.

Om tot btw-heffing te kunnen komen is het vaste jurisprudentie dat er sprake moet zijn van een vergoeding en een prestatie die in rechtstreeks verband met elkaar staan. Het doel van deze bijdrage is om het Baštová-arrest te analyseren, te plaatsen in het kader van eerdere rechtspraak van het HvJ en een verklaring te geven voor de uitkomst.

In deze bijdrage worden eerst verschillende aspecten van de vier hoofdlijnen van het regeerakkoord van het kabinet-Rutte III besproken (paragraaf 2). Daarna wordt het onderwerp belastinghervorming besproken in paragraaf 3. Vervolgens komen nog enige specifieke onderwerpen aan de orde, zoals vernieuwing pensioenstelsel in paragraaf 4, Wonen in paragraaf 5 en Europa in paragraaf 6. Tot slot worden in paragraaf 7 enige algemene indrukken n.a.v. dit regeerakkoord gegeven.