Aflevering 16

Gepubliceerd op 13 december 2024

MBB 2024/50 - Het vertrouwensbeginsel in het douanerecht en aanverwante terreinen

Aflevering 16, gepubliceerd op 13-12-2024 geschreven door mr. H. Mezouar
Het vertrouwensbeginsel is in het douanerecht en aanverwante terreinen op diverse plaatsen geregeld. In deze bijdrage bespreekt de auteur het vertrouwensbeginsel bij de heffing en invordering van invoerrechten, uitvoerrechten, antidumpingrechten, compenserende rechten en belastingen bij invoer. In deze bijdrage worden daarnaast de verschillende varianten van het vertrouwensbeginsel bij de heffing en invordering van voornoemde belastingen met elkaar vergeleken en wordt tot slot nog ingegaan op HvJ 14 juli 2022, Sense Visuele Communicatie en Handel, C-36/21, ECLI:EU:C:2022:556.

MBB 2024/51 - Een pleitbaar standpunt in het douanerecht

Aflevering 16, gepubliceerd op 13-12-2024 geschreven door mr. F.E. Moenné
Verzuimboetes nemen sinds dit jaar een belangrijkere plaats in het douanerecht in. Op grond van beleid wordt echter geen verzuimboete opgelegd indien de aangever in de douaneaangifte een pleitbaar standpunt inneemt. In de literatuur en jurisprudentie is tot nu toe weinig aandacht geweest voor het pleitbaar standpunt in de douaneaangifte. De auteur gaat in deze bijdrage na welke bronnen in het douanerecht van belang kunnen zijn voor het aannemen van een pleitbaar standpunt. Daarbij wordt aandacht besteed aan de bronnen van ‘over de grens’, zoals beslissingen van douaneautoriteiten en rechters in andere lidstaten. Bovendien wordt nagegaan of het leerstuk van het pleitbaar standpunt in overeenstemming is met het Unierecht.

MBB 2024/52 - De wettelijk herijkte toepassing van de (verlengde) navorderingstermijn in het douanerecht; iets waar de praktijk naar heeft uitgekeken?

Aflevering 16, gepubliceerd op 13-12-2024 geschreven door I. Ahmed LLM
In deze bijdrage behandelt de auteur de aanleiding tot herstel en toepassing van de reguliere navorderingstermijn van drie jaar in het douanerecht per 1 juli 2024. De achtergrond is gelegen in de inwerkingtreding van het DWU per 1 mei 2016 en de destijds voor de praktijk onverklaarbaar plaatsgevonden beleidswijziging binnen de Douane tot het standaard toepassen van de verlengde navorderingstermijn van vijf jaar bij elke (onopzettelijk) foutief ingediende douaneaangiften. Hierdoor kon de reguliere navorderingstermijn van drie jaar zelden tot nooit worden toegepast. Hoewel herstel geboden is, blijft de vraag in hoeverre de Nederlandse invulling van de verlengde navorderingstermijn EU-proof is relevant. Door een overgangsregeling wordt namelijk nog steeds standaard de verlengde navorderingperiode toegepast voor (onopzettelijk) foutieve douaneaangiften die tussen 1 juli 2019 en 1 juli 2021 zijn aanvaard.