Aflevering 3

Gepubliceerd op 4 mei 2016

TFB 2016, afl. 3 - Biedt de informatiebeschikking de beoogde rechtsbescherming?

Aflevering 3, gepubliceerd op 04-05-2016 geschreven door Lammers, Mr. M.H.W.N.
Per 1 juli 2011 is de informatiebeschikking ex art. 52a Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) in het leven geroepen. Deze beschikking zou ervoor moeten zorgen dat een belastingplichtige zijn twijfels omtrent de rechtmatigheid van een informatieverzoek of de omvang van zijn administratie- en/of bewaarplicht kan laten onderwerpen aan een rechterlijke toetsing. Met deze nieuwe procesgang zou de rechtsbescherming van de belastingplichtige moeten zijn verbeterd. Maar werkt het in de pra

TFB 2016, afl. 3 - De adviseur in spagaat? (deel I)1

Aflevering 3, gepubliceerd op 04-05-2016 geschreven door Nefkens, Mr. A.T.P.
Door de complexiteit van de fiscale wet- en regelgeving maken de meeste mensen gebruik van een adviseur. Deze kan echter in een spagaat komen tussen de fiscaal voordeligste weg voor zijn cliënt en de eisen van de Belastingdienst. Tevens dient de adviseur te handelen zoals dat van een redelijk handelend en bekwaam adviseur mag worden verwacht. Als een adviseur hier niet tijdig op anticipeert, bestaat de kans dat hij in aanraking komt met een strafrechtelijke of civielrechtelijke aansprakelijkhei

TFB 2016, afl. 3 - De reikwijdte van art. 47 AWR: de Hoge Raad is nooit omgegaan

Aflevering 3, gepubliceerd op 04-05-2016 geschreven door Poelmann, Dr. E.
Na 18 december 2015 hadden de oude en nieuwe media vanzelfsprekend veel aandacht voor de tipgeversarresten. Begrijpelijk, maar niet vanzelfsprekend. Ik meen dat het op dezelfde dag gewezen arrest HR 18 december 2015, nr. 15/00040, NTFR 2016/403, BNB 2016/48 van grotere betekenis is voor de dagelijkse fiscale praktijk. Omdat de betekenis van dit arrest c.q. de uitleg die ik daaraan geef nog niet in de literatuur naar voren is gekomen,1 geef ik hier een korte analyse.

TFB 2016, afl. 3 - Dubbele woonplaats in het 
internationaal fiscaal recht

Aflevering 3, gepubliceerd op 04-05-2016 geschreven door Dirk de Wolf
In dit artikel wordt het eerste deel van art. 4 OESO-Modelverdrag behandeld. Daarin staat dat iemand inwoner is van een overeenkomstsluitende staat als hij aldaar aan belastingen is onderworpen (‘liable to tax’). Die voorwaarde wordt hier onderzocht. Bovendien verwijst het modelverdrag ook naar woonplaats, verblijf, plaats van leiding of enige andere soortgelijke omstandigheid, waarop ook verder wordt ingegaan. Verder wordt ingegaan op de uitzondering voorzien in de tweede zin van art. 4, lid 1

TFB 2016, afl. 3 - Hoe hoog mag de bestuurlijke boete zijn wanneer die in plaats van strafvervolging wordt opgelegd?

Aflevering 3, gepubliceerd op 04-05-2016 geschreven door Smit, T.J.
Met ingang van 1 januari 2013 trad de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving (hierna: Fraudewet SZW) in werking en sindsdien is het op dat bestuurlijk boetegebied niet stil geweest.1 Op grond van de Fraudewet SZW werden boeten van in beginsel 100% van het benadelingsbedrag opgelegd. Dit leidde tot heel hoge bestuurlijke boeten, waarbij de mate van verwijtbaarheid enkel tot matiging van de boete kon leiden. In zijn uitspraak van 24 november 20142 (de uitspraak) oordeelde de C

TFB 2016, afl. 3 - Kroniek Boeterecht

Aflevering 3, gepubliceerd op 04-05-2016 geschreven door Jansen, mr. J.M.J.F.
Deze kroniek beschrijft de ontwikkelingen in het boeterecht in de periode 26 augustus 2015 tot 5 april 2016. Omdat een kroniek is bedoeld als overzicht en zich niet leent voor uitgebreide beschouwingen, zal ik waar mogelijk verwijzen naar artikelen, noten en commentaren.