Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 19-04-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:1280, 22/00805 tot en met 22/00807

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 19-04-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:1280, 22/00805 tot en met 22/00807

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
19 april 2023
Datum publicatie
31 augustus 2023
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2023:1280
Formele relaties
Zaaknummer
22/00805 tot en met 22/00807
Relevante informatie
Art. 28 Wet Vpb 1969, Art. 11a Wet DB

Inhoudsindicatie

Dividendbelasting. Belanghebbende is onvergelijkbaar met in Nederlands gevestigde fiscale beleggingsinstellingen, omdat Luxemburg ervoor kiest om niet aldaar woonachtige of gevestigde aandeelhouders niet in de heffing te betrekken ter zake van uit Nederland stammend dividendinkomen. Reeds daarom is het hoger beroep ongegrond.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummers: 22/00805 tot en met 22/00807

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

gevestigd in [vestigingsplaats] (Luxemburg),

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 10 maart 2022, nummers BRE 18/5825 tot en met 18/5827, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft voor de boekjaren 2013 tot en met 2015 verzoeken om teruggaaf van dividendbelasting ingediend.

1.2.

De inspecteur heeft de in 1.1 bedoelde verzoeken afgewezen.

1.3.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur is niet tegemoetgekomen aan de bezwaren tegen de afwijzingen.

1.4.

Belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

Een regiezitting heeft plaatsgevonden op 23 november 2022 in ’s-Hertogenbosch. Daaraan heeft digitaal deelgenomen [gemachtigde] , als gemachtigde van belanghebbende, en, namens de inspecteur waren aanwezig, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] , [inspecteur 3] , [inspecteur 4] , [inspecteur 5] , [inspecteur 6] , [inspecteur 7] en [inspecteur 8] .

1.7.

Van de regiezitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan partijen is verzonden.

1.8.

Na de zitting heeft belanghebbende op 7 december 2022 (onder meer) verzocht om aanhouding van de procedure in de onderhavige zaak. Het gerechtshof heeft bij brief van 2 januari 2023 aangegeven geen aanleiding te zien om aan dat verzoek tegemoet te komen.

1.9.

Het hof heeft daarnaast bepaald dat een nadere zitting achterwege kan blijven. Geen van partijen heeft – na navraag door het hof – verklaard gebruik te willen maken van hun recht om op een nadere zitting te worden gehoord. Het hof heeft partijen schriftelijk medegedeeld dat het onderzoek is gesloten.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is een naar Luxemburgs recht opgericht en in Luxemburg gevestigd beleggingsfonds. Naar Luxemburgs recht heeft zij de rechtsvorm van een Sicav (Société d'investissement à capital variable). Belanghebbende is in Luxemburg niet onderworpen aan een belasting naar de winst.

2.2.

Belanghebbende is een instelling voor collectief beleggen met variabel kapitaal. Zij is een paraplufonds met afzonderlijke sub-fondsen.

2.3.

Elk subfonds heeft verschillende soorten participaties die elk hun eigen winstgerechtigdheid hebben. Er zijn Capitalisation shares, dit zijn aandelen die geen dividend uitkeren. Deze aandelen worden met een C aangeduid. Daarnaast zijn er winstuitkerende aandelen die worden aangeduid met een D. Belanghebbende beoogt alleen dividend uit te keren op de winstuitkerende aandelen D.

2.4.

In de jaren waarop de teruggaafverzoeken zien, heeft belanghebbende dividenden van in Nederland gevestigde vennootschappen ontvangen waarop Nederlandse dividendbelasting (hierna: dividendbelasting) is ingehouden.

2.5.

Luxemburg kent geen bronbelasting ter zake van de uitkeringen van winst. Het belastingstelsel zoals dat in de onderhavige boekjaren in Luxemburg gold, voorziet evenmin in een heffing, door die lidstaat, over feitelijke dividenduitkeringen dan wel niet-uitgekeerde winsten op het niveau van niet in Luxemburg woonachtige of gevestigde aandeelhouders in een aldaar gevestigde beleggingsinstelling.

2.6.

Belanghebbende is in Nederland niet inhoudingsplichtig voor de dividendbelasting.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

In geschil is of belanghebbende recht heeft op teruggaaf van dividendbelasting.

3.2.

Belanghebbende concludeert voor alle in 1.1 vermelde boekjaren tot teruggaaf van dividendbelasting. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing