Home

Hoge Raad, 27-09-2024, ECLI:NL:HR:2024:1298, 23/03216

Hoge Raad, 27-09-2024, ECLI:NL:HR:2024:1298, 23/03216

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
27 september 2024
Datum publicatie
27 september 2024
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:1298
Formele relaties
Zaaknummer
23/03216

Inhoudsindicatie

Art. 219 en 223 Gemeentewet (forensenbelasting). Tariefsverhoging en regulering woningmarkt. HR 13 september 2024 ECLI:NL:HR:2024:1159.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 23/03216

Datum 27 september 2024

ARREST

in de zaak van

[X] (hierna: belanghebbende)

tegen

het DAGELIJKS BESTUUR VAN DE BELASTINGSAMENWERKING GEMEENTEN EN WATERSCHAPPEN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 12 juli 2023, nr. 22/001221, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Limburg (nr. ROE 21/652) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2020 opgelegde aanslag in de forensenbelasting van de gemeente Gulpen-Wittem.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende, vertegenwoordigd door S. Bosma, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Advocaat-Generaal P.J. Wattel heeft op 22 december 2023 geconcludeerd tot gegrondverklaring van het beroep in cassatie.2

Belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.

2 Uitgangspunten in cassatie

2.1

Belanghebbende is eigenaar van een in de gemeente Gulpen-Wittem (hierna: de gemeente) gelegen woning (hierna: de woning).

2.2

Belanghebbende heeft zijn hoofdverblijf in een andere gemeente. Hij heeft de woning gedurende meer dan negentig dagen van het jaar voor zichzelf beschikbaar. Ter zake daarvan heft de gemeente forensenbelasting.

2.3

In 2019 werd de forensenbelasting geheven naar een vast tarief van € 129 en een variabel tarief van 0,23 procent van de WOZ-waarde van de woning.

2.4

De aanslag in de forensenbelasting voor het jaar 2020 is opgelegd naar een vast tarief van € 280 en een variabel tarief van 0,56 procent van de WOZ-waarde van de woning. Deze aanslag berust op de Verordening forensenbelasting Gulpen-Wittem 2020 (hierna: de Verordening).

3 Procedure voor het Hof

3.1

Voor het Hof was in geschil of de aanslag terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd. Belanghebbende heeft zich op het standpunt gesteld dat de Verordening onverbindend is dan wel buiten toepassing moet worden gelaten.

3.2

Het Hof heeft het hoger beroep ongegrond verklaard op grond van in de bestreden uitspraak weergegeven vaststellingen en overwegingen in een uitspraak van het Hof van 25 januari 2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:247. Die overwegingen komen erop neer dat de vaststelling van de Verordening, met het hogere tarief, niet in strijd is met algemene rechtsbeginselen.

3.3

Belanghebbende heeft ook betoogd dat de verhoging van de forensenbelasting voor hem leidt tot een individuele buitensporige last en daarom in strijd is met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden.

3.4

Dit betoog heeft het Hof verworpen met de overweging dat belanghebbende niet (cijfermatig) heeft onderbouwd dat de forensenbelasting zich in zijn geval sterker laat voelen dan in het algemeen, en aldus onvoldoende heeft gesteld om te kunnen oordelen dat sprake is van een individuele buitensporige last.

3.5

Belanghebbende heeft voorts betoogd dat voor elke afzonderlijke grondslag van de heffing, te weten het vaste deel en het variabele deel, aparte aanslagen zijn opgelegd, waarvan er één moet worden vernietigd omdat uit de Verordening volgt dat slechts één aanslag kan worden opgelegd.

3.6

Dit betoog heeft het Hof verworpen door, onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 7 februari 1973,3 te oordelen dat in dit geval voor hetzelfde belastbare feit naar verschillende grondslagen is geheven.

4 Beoordeling van de middelen

5 Proceskosten

6 Beslissing