Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 22-09-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6667, BRE 20/6766

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 22-09-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6667, BRE 20/6766

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
22 september 2023
Datum publicatie
2 oktober 2023
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:6667
Zaaknummer
BRE 20/6766
Relevante informatie
Art. 5.2 Wet IB 2001, Art. 14 EVRM, Art. 1 EP EVRM

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting. Belastbaar inkomen sparen en beleggen (box 3).

Tot de grondslag sparen en beleggen voor het jaar 2018 van belanghebbende behoren spaartegoeden, beleggingen en een tweede woning die niet wordt verhuurd. De aanslag IB/PVV 2018 is in naar aanleiding van het Kerstarrest verminderd. In geschil is of het forfaitair berekende voordeel uit sparen en beleggen over 2018 ten aanzien van de overige bezittingen voor een belastingheffing bij belanghebbende zorgt die strijdig is met artikel 1 EP bij het EVRM in combinatie met artikel 14 EVRM en zo ja, op welke wijze aan belanghebbende rechtsherstel moet worden geboden. De rechtbank is van oordeel dat de overwegingen uit het Kerstarrest onverkort kunnen worden toegepast op het stelsel zoals dat met de Wet rechtsherstel box 3 met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2017 is ingevoerd. De rechtbank verleent rechtsherstel door het werkelijk rendement in aanmerking te nemen. Wat onder werkelijk rendement dient te worden begrepen, volgt de rechtbank de benadering van Hof ’s-Hertogenbosch (ECLI:NL:GHSHE:2023:945). De aanslag IB/PVV 2018 wordt verder verminderd.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummer: BRE 20/6766

uitspraak van de meervoudige kamer van 22 september 2023 in de zaak tussen

mr. [belanghebbende] , uit [plaats 1] , belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

Beoordeling door de rechtbank

Feiten

Motivering

Artikel 3 Berekening voordeel uit sparen en beleggen

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep