De staatssecretaris van Financiën heeft een wijziging van het Besluit Deelnemingsvrijstelling gepubliceerd.
Naast een redactionele aanpassing in de vorm van een vernummering van een voetnoot vervalt de toepassing van onderdeel 13.2.1 vanwege de wet Overige fiscale maatregelen 2025. Voorts vervalt onderdeel 2.16.3 vanwege het andersluidende oordeel in het arrest HR 25 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1547, . In dit arrest oordeelde de Hoge Raad dat onder voorwaarden resultaten uit opties op een aflopende deelneming ook onder de deelnemingsvrijstelling kunnen vallen. Eventuele overige gevolgen van dit arrest voor het Besluit Deelnemingsvrijstelling worden nog bestudeerd en zullen worden verwerkt bij een volgende actualisatie.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.
Het arrest HR 25 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1547, , met noot van Bierman betreft de toepassing van de deelnemingsvrijstelling voor een resultaat uit opties in een aflopende deelneming. De Hoge Raad oordeelde onder verwijzing naar het Falcons-arrest () dat de deelnemingsvrijstelling geldt voor alle voor- en nadelen van een aandeel, ook als het belang bij dat aandeel wordt opgesplitst, bijvoorbeeld door het schrijven van een optie op dat aandeel. Daarmee strookt het om de regeling van art. 13 lid 16 Wet Vpb 1969 ook toe te passen voor het belang dat is afgesplitst, zoals een optie.
Dit besluit wijzigt het besluit van 19 september 2024, nr. 2024-20865 (, met noot van Bresser).