NTFR 2025/9 - Bijstellingsregeling indirecte belastingen, Provinciewet en enkele bedragen van bestuurlijke boeten 2025
NTFR 2025/9
NTFR 2025/9 - Bijstellingsregeling indirecte belastingen, Provinciewet en enkele bedragen van bestuurlijke boeten 2025
Gegevens
- Publicatie
- NTFR 2025/9
- Jaargang
- 2025
- Relevante informatie
Samenvatting
De Bijstellingsregeling indirecte belastingen, Provinciewet en enkele bedragen van bestuurlijke boeten 2025 is gepubliceerd. Deze regeling geeft uitvoering aan de indexeringsvoorschriften in de Algemene douanewet (Adw), het Algemeen douanebesluit (Adb), de Algemene douaneregeling (ADR), de Wet op de accijns (WA), de BPM, de Wet MRB 1994, de Wet belasting zware motorrijtuigen (Wbzm), de Wbm en de Provinciewet.
Inhoud van de bijstellingsregeling
De bedragen, genoemd in diverse artikelen van de WA, de BPM, de Wet MRB 1994, de Wbm en de Provinciewet, worden jaarlijks bij het begin van het kalenderjaar aangepast door deze te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor. Voor 2025 is deze tabelcorrectiefactor bepaald op 1,012.
Boetebedragen indirecte belastingen
De bijstellingsregeling past ook een aantal boetebedragen in de indirecte belastingen en in de Adw, het Adb en de ADR aan. Deze boetebedragen worden vanaf 1 januari 2015 telkens na een periode van vijf jaar geïndexeerd, met als gevolg dat deze met ingang van 1 januari 2025 voor de tweede keer worden gewijzigd. Voor de bepaling van de nieuwe boetebedragen wordt als tabelcorrectiefactor genomen het product van deze factoren van de laatste vijf kalenderjaren. Voor de aanpassing van de boetebedragen met ingang van 1 januari 2025 is de factor bepaald op 1,216787.
Overdrachtsbelasting
De woningwaardegrens voor de startersvrijstellling in de overdrachtbelasting (artikel 15, tiende lid, Wet BRV) wordt per 1 januari 2026: € 555.000.
Noot
De bijstellingsregeling geeft ook uitvoering aan het indexeringsvoorschrift van art. 15 lid 10 WBRV. Hiermee wordt het bedrag van de woningwaardegrens voor de startersvrijstelling aangepast aan de veranderingen in de landelijk gemiddelde WOZ-waarde.
Jaarlijks wordt met de bijstellingsregeling de nieuwe woningwaardegrens bekendgemaakt die gaat gelden vanaf 1 januari van niet het aankomende jaar, maar het daaropvolgende jaar. De burger heeft daardoor ruim van tevoren kennis van de van toepassing zijnde woningwaardegrens. Dat betekent in het onderhavige geval dat het bedrag van € 555.000 van toepassing wordt voor het toepassen van de startersvrijstelling met ingang van 1 januari 2026. Zoals vorig jaar bepaald in de Bijstellingsregeling indirecte belastingen en de Provinciewet 2024, bedraagt de woningwaardegrens vanaf 1 januari 2025 (en dus tot en met 31 december 2025) € 525.000.
Wet op de accijns
De tarieven van gelode lichte olie, halfzware olie en zware stookolie zijn aangepast. Daarnaast is het in artikel 71g WA genoemde teruggaafbedrag aangepast.
Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat ingevolge het Belastingplan 2025 de tarieven van ongelode lichte olie, gasolie en vloeibaar gemaakt petroleumgas, genoemd in artikel 27, eerste lid, onderdeel a, tweede bedrag, onderdeel b, tweede bedrag en onderdeel d, WA, met ingang van 1 januari 2025 tijdelijk verlaagd blijven.
Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992
Conform artikel 16b Wet BPM 1992 zijn een aantal in de Wet BPM 1992 opgenomen tarieven aangepast.
Als gevolg van het Belastingplan 2023 vervalt de BPM-vrijstelling voor de bestelauto van een ondernemer met ingang van 1 januari 2025. Met ingang van deze datum wordt de grondslag van de bpm voor bestelauto’s de CO2-uitstoot. Na toepassing van tabelcorrectiefactor voor 2025 wordt het tarief € 74,41 per gram/km CO2-uitstoot.
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994
Geïndexeerd zijn de tarieven voor de diverse auto en motorrijwielen, het teruggaafbedrag in het kader van een vergunning voor een bedrijfsvoertuigenpark en het overgangstarief voor oldtimers.
Het tarief voor de bestelauto voor een ondernemer is eerst verhoogd met de tabelcorrectiefactor en daarna, ingevolge artikel XVII van de Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord, met 4,34% verlaagd.
Wet belastingen op milieugrondslag
De diverse in de Wbm opgenomen tarieven zijn aangepast: de tarieven van de belasting op leidingwater, de afvalstoffenbelasting, de kolenbelasting, de energiebelasting, het tarief en het ingroeibedrag voor de CO2-heffing voor de industrie en het tarief voor de vliegbelasting. Het tarief voor de minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking voor het jaar 2025 blijft € 0.
De Wet fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouw introduceert per 1 januari 2025 een tariefpad voor de CO2-heffing glastuinbouw. Het tariefpad wordt bijgesteld in het Belastingplan 2025. Daarbij is in het Belastingplan 2025 ook vastgelegd dat het tariefpad voor het kalenderjaar 2025 en volgende kalenderjaren de tabelcorrectiefactor wordt toegepast.
De tarieven van de energiebelasting voor 2025 komen tot stand door verwerking van de maatregelen uit de Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord, het Belastingplan 2023, het Belastingplan 2024 en het Belastingplan 2025.
Provinciewet
Het maximale aantal opcenten, genoemd in artikel 222, tweede lid, van de Provinciewet zijn aangepast met de tabelcorrectiefactor.
Noot
Veel van de voor 2025 aangepaste bedragen zijn opgenomen in het Eindejaarsbericht 2024 van het ministerie van Financiën met de belangrijkste wijzigingen voor 2025. Het eindejaarsbericht vindt u elders in deze uitgave (NTFR 2025/2). Voor een volledig overzicht van de aanpassingen door de bijstellingsregeling verwijzen we naar het brondocument.