NTFR 2025/57 - Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst gewijzigd

Samenvatting

In het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst zijn boetebedragen geïndexeerd per 1 januari 2025 in verband met de indexatie van de wettelijke boetemaxima. Voor de verzuimboetes voor de opgaaf ICP voor de Wet OB 1968 zijn de percentages vervangen door bedragen.

Noot

De boetebedragen zoals genoemd in par. 28b lid 4 en 5, par. 28c lid 6 en 7 en par. 37 lid 2 worden verhoogd. Dit is in lijn met de indexatie van de verzuimboetes per 1 januari 2025 (zie art. 67cb AWR en de Bijstellingsregeling directe belastingen 2025 (NTFR 2025/8).

De inspecteur kan een verzuimboete opleggen als een belastingplichtige de opgaaf intracommunautaire prestaties (opgaaf ICP) niet of niet binnen de wettelijk gestelde termijn indient of een onvolledige of onjuiste opgaaf ICP indient (art. 40 Wet OB 1968). De verzuimboete die op grond van par. 31b lid 6 t/m 10 en par. 32 lid 6 t/m 9 wordt opgelegd, wordt berekend naar een percentage van het wettelijk maximum zoals genoemd in art. 40 Wet OB 1968. De (maximale) verzuimboete die een inspecteur kan opleggen op grond van art. 40 lid 1 Wet OB 1968 in samenhang met de hiervoor genoemde leden in het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst is hoger dan de verzuimboetes die in de praktijk worden gehanteerd. De boetebedragen zoals genoemd in par. 31b lid 6 t/m 10 en par. 32 lid 6 t/m 9 worden in overeenstemming gebracht met die praktijk.