Aflevering 4

Gepubliceerd op 1 april 2006

MBB 2006, afl. 4 - De rangorde binnen de WBR (terecht) verdwenen?

Aflevering 4, gepubliceerd op 01-04-2006 geschreven door Mr. A.W.M. Roelen
In de Wet op belastingen van rechtsverkeer (hierna aangeduid als: WBR) was tot voor enige jaren sprake van een rangordeverband. Door de toevoeging van art. 2, lid 2, WBR in combinatie met de bepalingen van art. 4 WBR is daarvan geen sprake meer. In dit artikel wordt ingegaan op de ontwikkeling gedurende de laatste jaren van de bepalingen neergelegd in de artikelen 2 en 4 van de WBR. Voorts wordt aandacht geschonken aan het verschil in maatstaf van heffing ingeval aandelen in een onroerendezaaklichaam worden verkregen, alsook rechtstreeks onroerende zaken worden verworven. De kwestie die aanleiding gaf tot het arrest van de Hoge Raad van 15 oktober 2004, nr. 38.879 (BNB 2005/52c; NTFR 2004/1561) en het arrest zelf zijn ook onderwerp van bespreking.

MBB 2006, afl. 4 - Informatievergaring en beginselen van behoorlijk bestuur

Aflevering 4, gepubliceerd op 01-04-2006 geschreven door Dr. E.B. Pechler
De uitoefening van informatiebevoegd­heden door de belastingadministratie wordt beïnvloed door de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals het verbod van détournement de pouvoir, het evenredigheids­beginsel, het vertrouwensbeginsel, het gelijkheidsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel. In deze bijdrage wordt nagegaan – op basis van de jurisprudentie van de Hoge Raad en de ‘ombudsprudentie’ van de Nationale ombudsman – welke grenzen op grond van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht genomen dienen te worden bij de uit­oefening van informatiebevoegdheden door de Belastingdienst.

MBB 2006, afl. 4 - Kroniek van het herziene regime van de fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting

Aflevering 4, gepubliceerd op 01-04-2006 geschreven door Mr.dr. Q.W.J.C.H. Kok
Per 1 januari 2003 is het herziene regime van de fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting in werking getreden. Daarmee werd een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan wat ik toch wel als een ‘success story’ zou willen betitelen. Die success story begon – na oproepen daartoe vanuit de wetenschap en de praktijk – in 1940. Het regime fiscale eenheid is sinds zijn introductie reeds vele keren aangepast. Ook sinds 1 januari 2003 is het recht zich blijven ontwikkelen. Het lijkt daarom een goede gedachte om in deze bijdrage een overzicht te geven van de ontwikkelingen in het fiscale-eenheidsregime sinds 1 januari 2003 op het gebied van wetgeving, rechtspraak en beleid.Voorzover beleid en rechtspraak betrekking hebben op het oude fiscale-eenheidsregime en geen ‘uitstralingseffecten’ naar het herziene regime hebben, zal ik ze onbehandeld laten. Verder geldt dat bij de selectie van de te bespreken ontwikkelingen keuzes zijn gemaakt. Zo heb ik ervoor gekozen niet alle jurisprudentie te behandelen. Ook de per 9 december 2005 doorgevoerde wijzigingen in art. 13ca Wet VPB 1969, die ook effecten hebben in fiscale-eenheidssituaties, behandel ik niet, aangezien art. 13ca Wet VPB 1969 per 1 januari 2006 is komen te vervallen. Voorts laat ik onbesproken de per 9 december 2005 aangepaste regeling voor afgewaardeerde vorderingen en de per 1 januari 2004 ingevoerde thincap-regeling en houdsterverliesregeling, hoewel die ook ingrijpen in de fiscale-eenheidsregeling.Bij de bespreking daarvan zal ik ook de literatuur sinds 1 januari 2003 uiteraard niet onbesproken laten.,