MBB 2008, afl. 9 - Over een oneerlijke uitzonderingsregel in het bestuursprocesrecht
Aflevering 9, gepubliceerd op 01-09-2008 geschreven door Mr.ir. H.S.M. KruijerEen hoofdregel in het bestuursprocesrecht is dat het maken van bezwaar, het instellen van beroep en het instellen van hoger beroep geen schorsende werking hebben ten aanzien van het bestreden besluit c.q. de bestreden uitspraak.Daarop is met name voor belastingzaken en voor een groot deel van de socialezekerheidszaken een uitzondering gemaakt: Daar heeft het instellen van hoger beroep wél schorsende werking, ten aanzien van de voorliggende uitspraak van de bestuursrechter.Deze uitzonderingsregel wordt geanalyseerd. Het blijkt dat hij zodanig oneerlijk – want eenzijdig in het voordeel van de overheid – is, dat zij in strijd is met het fundamentele beginsel van fair trial, neergelegd in art. 6 EVRM en art. 14 IVBPR.De regel is dan ook onverbindend en dient ter voorkoming van bedoeld of onbedoeld c.q. niet-onderkend misbruik onverwijld uit de betreffende speciale wetten verwijderd te worden.