Aflevering 1

Met de invoering van de zogenoemde ‘innovatiebox’ heeft Nederland een aantrekkelijk fiscaal regime voor inkomsten uit speur- en ontwikkelingsactiviteiten (hierna ‘S&O’). De ontwikkeling van het Nederlandse regime kan niet los gezien worden van een Europese tendens: veel EU-lidstaten hebben de afgelopen jaren een fiscaal gunstige regeling voor dergelijke activiteiten ingevoerd. Als het gaat om het aantrekken van buitenlandse investeringen, zijn de verschillende regelingen in zekere zin concurrenten. Naar mijn verwachting zal het Nederlandse regime kunnen bijdragen aan het behoud en de stimulering van bestaande S&O in Nederland, maar ik verwacht niet dat de innovatiebox ook een grote aantrekkingskracht zal hebben op buitenlandse investeerders. In deze bijdrage zal ik deze verwachting nader toelichten.

In deze bijdrage geef ik een overzicht van de belangrijkste wijzigingen in de loonheffingen die in 2010 in werking zijn getreden en die in de jaren daarna in werking zullen treden. De vele wetsvoorstellen die op Prinsjesdag 2009 zijn ingediend en inmiddels grotendeels door beide Kamers zijn aanvaard en in het Staatsblad zijn geplaatst, hebben het er niet overzichtelijker op gemaakt. De Eerste Kamer heeft bij de aanvaarding ervan in december 2009 de wens uitgesprokenOngecorrigeerd stenogram van verslag van 22 december 2009, p. 11/45. dat de regering in de toekomst wetsvoorstellen gespreid in het parlementaire jaar indient. Een wens die de kwaliteit van het wetgevingsproces alleen maar ten goede zal komen. Haastige spoed is zelden goed, weten wij uit fiscale ervaring.Ik noem de flitswetgevingen van de Wet belastingheffing excessieve beloningsbestanddelen, Stb, 2008, 547 en de Wet reparatie in verband met arresten Hoge Raad inzake pensioen- en lijfrenteaanspraken, Stb. 2009, 304.

De kredietcrisis heeft een zeer grote invloed op de overheidsfinanciën, zowel op de korte als op de lange termijn. In maart 2009 presenteerde het kabinet een stimuleringspakket, maar in december bleek dat de daarin voorziene liquiditeitsverruiming voor het bedrijfsleven in 2009 met € 2 miljard achterblijft en in 2010 zelfs met € 2,6 miljard. Het EMU-tekort komt in 2010 naar verwachting uit op het dubbele van de norm van 3% van het bbp, terwijl de EMU-schuld ook sterk stijgt tot ruim boven de norm van 60% van het bbp. De maatregelen om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën niet verder te laten verslechteren zijn voor een groot deel niet concreet ingevuld, waardoor het zeer twijfelachtig is of ze zullen worden gerealiseerd. Risico’s zijn de afgelopen tijd op grote schaal verschoven van het bedrijfsleven naar de overheid. De garanties die de overheid heeft verstrekt zijn in een jaar tijd explosief gestegen van € 76 miljard (of 13% van het bbp) ultimo 2008 tot € 328 miljard (of 57% van het bbp) ultimo 2009.

Het Belastingplan 2010 heeft weer voor de nodige wijzigingen gezorgd voor ondernemers. In deze bijdrage worden de belangrijkste wijzigingen besproken voor ondernemers in de inkomstenbelasting, evenals de wijzigingen ten aanzien van de dga en wordt ingegaan op de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in het successierecht. Tot slot wordt nog aandacht besteed aan ontwikkelingen in het ondernemingsrecht, zoals de herziening van het personenvennootschapsrecht, de flex-bv en de maatschappelijke onderneming.