Aflevering 10

Gepubliceerd op 1 oktober 2011

MBB 2011, afl. 10 - BTW-compensatiefonds voor de zorg, evaluaties bij gemeenten nog weinig overtuigend

Aflevering 10, gepubliceerd op 01-10-2011 geschreven door Dr. M.C. Wassenaar
Het Regeerakkoord van het Kabinet Rutte-Verhagen bevat het voornemen om een BTW-compensatiefonds in te voeren voor de zorgsector. Dit artikel beschrijft op basis van enkele evaluaties de toegevoegde waarde van het BTW-compensatiefonds voor de gemeenten en provincies, zoals dat in 2003 werd ingevoerd. Deze ervaringen bieden nog weinig aanleiding tot hoge verwachtingen voor de waarde van een dergelijk fonds voor de zorg.

MBB 2011, afl. 10 - Destination unknown: de reisbureauregeling

Aflevering 10, gepubliceerd op 01-10-2011 geschreven door E. Sparidis MSc.
Als onderdeel van de aangenomen Overige Fiscale Maatregelen 2011 wordt de reisbureauregeling per 1 april 2012 in de Wet OB 1968 opgenomen. In dit artikel wordt de vormgeving van deze bijzondere heffingswijze geanalyseerd. Ook wordt de Nederlandse reisbureauregeling getoetst aan de communautaire regeling.

MBB 2011, afl. 10 - PEER-REVIEWED ARTIKEL De OESO TIEA- en JAHGA-normen voor ‘effectieve uitwisseling van betrouwbare informatie’; een ‘effectieve’ oplossing bij preventief toezicht op gestelde belastingregels?

Aflevering 10, gepubliceerd op 01-10-2011 geschreven door Mr. J.J. de Vries
Belangrijk onderdeel van de OESO-campagne voor het bereiken van ‘global tax transparency’ De OESO streeft naar het bereiken van ‘global tax transparency’. Zie: OESO 20 januari 2010, Promoting Transparency and Exchange of Information for tax purposes, punt 4, www.oecd.org. is een wereldwijd systeem van effectieve uitwisseling van betrouwbare informatie. In dit artikel ga ik in op de vraag wat onder ‘effectieve uitwisseling’ moet worden verstaan, welke invulling de OESO met recente normen aan dit begrip heeft gegeven en op welke problemen de praktijk stuit bij het gebruik van de regelgeving waarin deze normen zijn opgenomen, met name bij preventief toezicht in het kader van de naleving van belastingregelgeving. Vervolgens ga ik in op de vraag op welke wijze de theorievorming aangaande het begrip ‘effectieve uitwisseling’ verbeterd kan worden.

MBB 2011, afl. 10 - Vergelijkbaarheid van lichamen in outbound­situaties onder het Europees recht

Aflevering 10, gepubliceerd op 01-10-2011 geschreven door Mr. E. Nijkeuter
Voor de toepassing van art. 48 VWEU (Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) (de vrijheid van vestiging) en art. 63 VWEU (de vrijheid van kapitaalverkeer) in outboundsituaties is het van belang vast te stellen dat een niet-ingezeten lichaam zich voor de toepassing van het Nederlands belastingrecht in een vergelijkbare situatie bevindt ten opzichte van een ingezeten lichaam. Pas wanneer sprake is van een vergelijkbare situatie moet de Nederlandse fiscus een neutrale fiscale behandeling verlenen. In de afgelopen jaren zijn de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet VPB 1969) en de Wet op de dividendbelasting 1965 (Wet DB 1965) op enkele punten aangepast naar aanleiding van jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie (HvJ) over dit onderwerp. Ook het Belastingplan 2012 kent een aanpassing van de Wet VPB 1969 op dit punt.Wetsvoorstel ‘Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012)’. Het gaat bij deze aanpassingen veelal om de vergelijkbaarheid van ingezeten en niet-ingezeten lichamen. In deze bijdrage zal ik de vergelijking tussen ingezeten en niet-ingezeten lichamen in de jurisprudentie van het HvJ nader analyseren en vervolgens ingaan op een aantal (lopende) wijzigingen van de Nederlandse belastingwetgeving in verband met deze jurisprudentie. Deze aanpassingen zijn volgens de verstrekte toelichtingen tot stand gekomen onder druk van de ontwikkelingen in het Europees recht. Ik zal deze aanpassingen bespreken en toetsen aan de huidige stand van de jurisprudentie. Ik sluit af met een conclusie.