Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 19-04-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:1277, 22/00557 tot en met 22/00564

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 19-04-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:1277, 22/00557 tot en met 22/00564

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
19 april 2023
Datum publicatie
31 augustus 2023
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2023:1277
Formele relaties
Zaaknummer
22/00557 tot en met 22/00564
Relevante informatie
Art. 28 Wet Vpb 1969, Art. 11a Wet DB

Inhoudsindicatie

Dividendbelasting. Belanghebbende is onvergelijkbaar met in Nederlands gevestigde fiscale beleggingsinstellingen, omdat Luxemburg ervoor kiest om niet aldaar woonachtige of gevestigde aandeelhouders niet in de heffing te betrekken ter zake van uit Nederland stammend dividendinkomen. Reeds daarom is het hoger beroep ongegrond.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummers: 22/00557 tot en met 22/00564

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

gevestigd in [vestigingsplaats] (Luxemburg) ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 14 februari 2022, nummers BRE 17/6839 tot en met 17/6843, 17/6849, 17/6850 en 17/6852, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft voor de boekjaren 2006/2007, 2007/2008 en 2008 tot en met 2012 verzoeken om teruggaaf van dividendbelasting ingediend.

1.2.

De inspecteur heeft de in 1.1 bedoelde verzoeken afgewezen.

1.3.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur is niet tegemoetgekomen aan de bezwaren tegen de afwijzingen.

1.4.

Belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de andere partij.

1.7.

Een regiezitting heeft plaatsgevonden op 23 november 2022 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen [gemachtigde 1] en [gemachtigde 2] , als gemachtigden van belanghebbende, en, namens de inspecteur, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] , [inspecteur 3] , [inspecteur 4] , [inspecteur 5] , [inspecteur 6] , [inspecteur 7] en [inspecteur 8] .

Op deze zitting zijn gelijktijdig behandeld de onderhavige zaken en de zaak met nummer 22/00565.

1.8.

Van de regiezitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan partijen is verzonden.

1.9.

Partijen hebben vóór de nadere zitting aanvullende stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de andere partij.

1.10.

Partijen hebben ieder voor de nadere zitting een pleitnota toegezonden aan het hof. De griffier heeft deze pleitnota’s doorgestuurd naar de andere partij. Deze pleitnota’s worden met instemming van partijen geacht ter zitting te zijn voorgelezen.

1.11.

De nadere zitting heeft plaatsgevonden op 10 februari 2023 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen [gemachtigde 1] en [gemachtigde 3] , als gemachtigden van belanghebbende, en, namens de inspecteur, [inspecteur 2] , [inspecteur 4] en [inspecteur 5] .

Op deze zitting zijn gelijktijdig behandeld de onderhavige zaken en de zaak met nummer 22/00565.

1.12.

Het hof heeft aan het einde van de nadere zitting het onderzoek gesloten.

1.13.

Van de nadere zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraak aan partijen wordt verzonden.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is een naar Luxemburgs recht opgericht en in Luxemburg gevestigd beleggingsfonds. Naar Luxemburgs recht heeft zij de rechtsvorm van een Société Anonyme en draagt rechtspersoonlijkheid. Belanghebbende is in Luxemburg niet onderworpen aan een belasting naar de winst.

2.2.

Het boekjaar van belanghebbende was voor 2006 gelijk aan het kalenderjaar. In 2007 volgde een kort boekjaar van 1 januari 2007 tot en met 31 augustus 2007. Vervolgens liepen de boekjaren van 1 september tot en met 31 augustus van het daarop volgende jaar.

2.3.

Belanghebbende heeft diverse soorten van aandelen uitgegeven die betrekking hebben op afzonderlijke subfondsen. Daarnaast kunnen de aandelen die aan eenzelfde subfonds zijn gekoppeld, zijn onderverdeeld in uiteenlopende aandelenklassen met elk een apart regime aan rechten en verplichtingen tussen de aandeelhouder en belanghebbende. (Vrijwel) alle aandelenklassen kennen aandelen waarop jaarlijks winst wordt uitgekeerd (Distributing Shares) als ook aandelen waarop de jaarlijkse winst wordt gereserveerd om opnieuw te investeren binnen het fonds (Non -Distributing Shares).

2.4.

In de jaren waarop de teruggaafverzoeken zien, heeft belanghebbende dividenden van in Nederland gevestigde vennootschappen ontvangen waarop Nederlandse dividendbelasting (hierna: dividendbelasting) is ingehouden.

2.5.

Luxemburg kent geen bronbelasting ter zake van uitkeringen van winst. Het belastingstelsel zoals dat in de onderhavige boekjaren in Luxemburg gold, voorziet evenmin in een heffing, door die lidstaat, over feitelijke dividenduitkeringen dan wel niet-uitgekeerde winsten op het niveau van niet in Luxemburg woonachtige of gevestigde aandeelhouders in een aldaar gevestigde beleggingsinstelling.

2.6.

Belanghebbende is in Nederland niet inhoudingsplichtig voor de dividendbelasting.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

In geschil is of belanghebbende recht heeft op teruggaaf van dividendbelasting.

3.2.

Belanghebbende concludeert voor alle in 1.1 vermelde boekjaren tot teruggaaf van dividendbelasting. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing