Home

Hoge Raad, 09-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:30, 13/01870

Hoge Raad, 09-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:30, 13/01870

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
9 januari 2015
Datum publicatie
9 januari 2015
ECLI
ECLI:NL:HR:2015:30
Formele relaties
Zaaknummer
13/01870

Inhoudsindicatie

Douanerechten; posten 8471 en 9405 van de Gecombineerde Nomenclatuur; aantekeningen 5 A en 5 E op hoofdstuk 84; ‘spelcomputer’ wordt onder post 9405 van de GN ingedeeld als videospel, van de soort gebruikt met een televisieontvanger.

Uitspraak

9 januari 2015

nr. 13/01870

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van Sony Logistics Europe B.V. (thans: Sony Supply Chain Solutions (Europe) B.V.) te Tilburg (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 28 februari 2013, nr. 12/00339, betreffende de aan belanghebbende uitgereikte uitnodigingen tot betaling van douanerechten. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht

1 Het eerste geding in cassatie

Op het beroep van belanghebbende is na beantwoording van prejudiciële vragen door het Hof van Justitie van de Europese Unie bij arrest van 7 april 2011, Sony Supply Chain Solutions (Europe) B.V., C-153/10, ECLI:EU:C:2011:224, BNB 2012/203, de uitspraak van het Hof van 11 december 2007, nr. 02/06570 DK, bij arrest van de Hoge Raad van 20 april 2012, nr. 08/00309bis, ECLI:NL:HR:2012:BW3283, BNB 2012/204, vernietigd, met verwijzing van het geding naar hetzelfde gerechtshof ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dat arrest.

Het Hof heeft het beroep ongegrond verklaard.

2 Het tweede geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

De Advocaat-Generaal M.E. van Hilten heeft op 25 november 2013 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.

Belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.

3 Beoordeling van het middel

3.1.

In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.

3.1.1.

Belanghebbende heeft gedurende de periode november 2000 tot en met mei 2001 aangiften gedaan voor het in het vrije verkeer brengen van apparaten, door haar aangeduid als de “[de PS2]” (hierna: de PS2), onder vermelding van postonderverdeling 9504 10 00 van de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: de GN) als “videospel, van de soort gebruikt met een televisieontvanger”. Bij deze postonderverdeling zijn douanerechten verschuldigd naar een tarief van 2,2 percent in het jaar 2000 respectievelijk 1,7 percent in het jaar 2001. De Inspecteur heeft ter zake van de hiervoor vermelde aangiften uitnodigingen tot betaling van douanerechten aan belanghebbende uitgereikt.

3.1.2.

De PS2 bevat de volgende componenten:

- een centrale verwerkingseenheid (128 bits);

- een DRAM geheugenmodule (32 MB);

- een DVD- en CD-lezer;

- een grafische chip;

- 2 USB aansluitpoorten;

- 2 slots voor geheugenkaarten;

- 2 aansluitingen voor de spelconsole;

- een audio/video aansluitpoort;

- een optische digitale uitgangspoort, en

- een uitbreidingsruimte (expansion bay) waarin een harde schijf kan worden geplaatst (harde schijf niet meegeleverd).

De PS2 was ten tijde van de invoer verpakt voor de verkoop in het klein, met daarbij in dezelfde verpakking gevoegd:

- een voedingskabel (netsnoer);

- een AV-kabel voor aansluiting van de console op een televisie of video-apparaat;

- een Euro-AV-adapter, waarmee de meegeleverde AV-kabel zo nodig op de SCART-aansluiting van een televisie of een videoapparaat kan worden aangesloten;

- een Analoge Controller (…), waarmee een speler een spel kan spelen, en

- een gebruiksaanwijzing.

3.1.3.

De PS2 wordt met de bijgeleverde AV-kabel op een televisietoestel aangesloten. Het televisietoestel wordt vervolgens afgestemd op het video-ingangskanaal van het televisietoestel. Na het plaatsen van een CD-ROM of DVD-ROM met voor het doen van spellen geschikte software in de disc-lade van de PS2 en aansluiting van de analoge controller (zogeheten Dualshock®2), kan op de aangesloten televisie een spel worden weergegeven en gespeeld. Aard en inhoud van het spel worden bepaald door de software die zich op de CD-ROM of DVD-ROM bevindt. Het toestel wordt onder de benaming ‘spelcomputer’ op de markt gebracht en hoofdzakelijk verkocht via speelgoedwinkels.

3.1.4.

De PS2 werkt door middel van het lezen en verwerken van binaire data die zijn opgeslagen op de DVD-ROM, op de CD-ROM, op de geheugenmodule, op de eventueel aanwezige harde schijf en/of op een extern netwerk, zoals het internet. De USB aansluitpoorten maken het mogelijk om een toetsenbord, muis, printer en dergelijke eenheden aan te sluiten.

3.1.5.

Belanghebbende heeft tegen de hiervoor in 3.1.1 vermelde uitnodigingen tot betaling bezwaar gemaakt op de grond dat apparaten als de PS2 moeten worden ingedeeld als “gegevensverwerkende machines” onder post 8471 van de GN, en wel in postonderverdeling 8471 49 90 (“andere, aangeboden in de vorm van systemen”) met een bijbehorend tarief aan douanerechten van 0 percent in de jaren 2000 en 2001.

3.2.

Het Hof heeft geoordeeld dat op grond van de objectieve kenmerken en eigenschappen van de PS2 deze is bestemd om te worden gebruikt als videospel in combinatie met een televisieontvanger. Op die grond dient, aldus het Hof, indeling plaats te vinden in postonderverdeling 9405 10 00 van de GN.

Het Hof heeft vervolgens geoordeeld dat indien het ervoor moet worden gehouden dat de PS2 tevens onder post 8471 van de GN zou kunnen worden ingedeeld, de PS2 met toepassing van algemene indelingsregel 3c eveneens in postonderverdeling 9405 10 00 van de GN moet worden ingedeeld. Aan dat oordeel heeft het Hof ten grondslag gelegd dat indeling met behulp van indelingsregel 3a niet mogelijk is, omdat niet kan worden gezegd dat van de posten 8471 of 9504 van de GN de een specifieker is dan de ander.

Voorts heeft het Hof aan eerstvermeld oordeel ten grondslag gelegd het oordeel dat algemene indelingsregel 3b toepassing mist, omdat de PS2 geen mengsel of een samengesteld werk is. Bij dit laatste oordeel heeft het Hof verwezen naar de punten 119 tot en met 128 van het arrest van het Gerecht van Eerste Aanleg van de Europese Unie van 30 september 2003, Sony Computer Entertainment Europe Ltd/Commissie, T-243/01, ECLI:EU:T:2003:113 (hierna: het arrest Sony), betreffende een verzoek tot nietigverklaring van Verordening (EG) nr. 1400/2001 van de Commissie van 10 juli 2011 voor zover in die indelingsverordening de PS2 is ingedeeld in postonderverdeling 9504 10 00 van de GN.

3.3.

Het middel is gericht tegen de hiervoor in 3.2 vermelde oordelen van het Hof met het betoog dat de PS2 vatbaar is voor indeling onder post 8471 van de GN, dat het arrest Sony niet noopt tot het oordeel dat algemene indelingsregel 3b niet van toepassing is, en dat de PS2 juist met toepassing van algemene indelingsregel 3b van de GN onder die post moet worden ingedeeld.

3.4.1.

Post 9504 van de GN luidde in de onderhavige jaren (2000 en 2001):

“9504 Artikelen voor gezelschapsspellen, daaronder begrepen spellen met motor of met drijfwerk, biljarten, speciale tafels voor casinospellen en automatische bowlinginstallaties:

9504 10 00 - videospellen, van de soort gebruikt met een televisieontvanger.

(…)”

Volgens de toelichting van de Werelddouaneorganisatie op post 9504 van het Geharmoniseerd Systeem (hierna: GS) zoals deze luidde in de onderhavige jaren, zijn van deze post uitgezonderd:

“(b) machines and apparatus fulfilling the conditions of Note 5(A) to Chapter 84, whether or not capable of being programmed for video games (heading 8471)”

3.4.2.

In de voor het onderhavige geding relevante jaren luidde post 8471 van de GN, voor zover in casu van belang:

“8471 Automatische gegevensverwerkende machines en eenheden daarvoor; magnetische en optische lezers, machines voor het in gecodeerde vorm op dragers overzetten van gegevens en machines voor het verwerken van die gegevens, elders genoemd noch elders onder begrepen:

8471 10 - analoge en hybride gegevensverwerkende machines:

(…)

- andere digitale automatische gegevensverwerkende machines:

8471 41 -- bevattende in dezelfde behuizing ten minste een centrale verwerkingseenheid en, al dan niet gecombineerd, een invoer- en uitvoereenheid:

(…)

8471 41 90 --- andere

8471 49 -- andere, aangeboden in de vorm van systemen:

(…)

8471 49 90 --- andere

(…)”

Aantekening 5 op hoofdstuk 84 van de GN luidt:

“A. Voor de toepassing van post 8471 wordt onder ‘automatische gegevensverwerkende machines’ verstaan:

a) digitale machines, die:

1. het verwerkingsprogramma of de verwerkingsprogramma's en ten minste de gegevens die voor de uitvoering van dit programma of deze programma's onmiddellijk noodzakelijk zijn, kunnen opslaan;

2. vrij kunnen worden geprogrammeerd overeenkomstig de behoeften van de gebruiker;

3. door de gebruiker te bepalen rekenkundige bewerkingen kunnen uitvoeren;

4. zonder menselijke tussenkomst een verwerkingsprogramma kunnen uitvoeren, waarbij zij in staat moeten zijn de uitvoering van het programma gedurende het verwerkingsverloop door logische beslissing te wijzigen;

(…)

E. Machines die een eigen functie, andere dan automatische gegevensverwerking, vervullen en die een automatische gegevensverwerkende machine bevatten of daarmede in samenhang worden gebruikt, worden ingedeeld onder de post die overeenkomstig hun functie in aanmerking komt of, bij ontbreken daarvan, onder een sluitpost.”

3.4.3.

Bij de beoordeling van het middel wordt vooropgesteld dat het Hof met juistheid heeft geoordeeld dat de PS2, gelet op de objectieve kenmerken en eigenschappen, valt onder de omschrijving van postonderverdeling 9504 10 00 van de GN (“videospellen, van de soort gebruikt met een televisieontvanger”). De PS2 is bestemd voor het spelen van videospellen en wordt gebruikt met een televisieontvanger. Aan indeling van de PS2 onder post 9504 staat de hiervoor in 3.4.1 aangehaalde GS-toelichting op post 9504 niet in de weg, omdat deze toelichting – naar redelijkerwijs niet voor twijfel vatbaar is – ertoe strekt te voorkomen dat een automatische gegevensverwerkende machine die voldoet aan het bepaalde in aantekening 5 A op hoofdstuk 84 van de GN, wordt ingedeeld onder post 9504, enkel omdat deze kan worden geprogrammeerd voor het spelen van een videospel.

3.4.4.

De hiervoor in 3.4.2 weergegeven aantekening 5 E op hoofdstuk 84 houdt in dat niet als gegevensverwerkende machine worden ingedeeld machines die met behulp van automatische gegevensverwerking een bepaalde eigen functie vervullen, zijnde een andere functie dan automatische gegevensverwerking. Met voornoemde aantekening wordt beoogd te verhinderen dat apparaten met een bepaalde andere functie dan automatische gegevensverwerking worden ingedeeld onder post 8471 om de enkele reden dat zij een automatische gegevensverwerkende machine bevatten of in samenhang daarmee worden gebruikt (zie HvJ 6 november 2014, ADL American Dataline Srl, C‑546/13, ECLI:EU:C:2014:2348, punten 37 en 38, en de aldaar aangehaalde rechtspraak).

3.4.5.

Een toestel als de PS2 die een automatische gegevensverwerkende machine bevat, vervult een eigen functie in de zin van aantekening 5 E op hoofdstuk 84 van de GN, zodat deze niet met toepassing van algemene indelingsregel 1 kan worden ingedeeld onder post 8471 van de GN.

3.5.

Gelet op hetgeen hiervoor in 3.4 is overwogen, dient de PS2 met toepassing van algemene indelingsregels 1 en 6 te worden ingedeeld in postonderverdeling 9504 10 00 van de GN. Het middel faalt derhalve.

4 Proceskosten

5 Beslissing