Aflevering 7

Gepubliceerd op 17 februari 2001

NTFR 2001/282 - Maarten Brabers nieuwe directeur-generaal Fiscale Zaken

Aflevering 7, gepubliceerd op 17-02-2001
Maarten Brabers is op 9 februari door de ministerraad voorgedragen om benoemd te worden tot directeur-generaal Fiscale Zaken op het Ministerie van Financiën. Brabers (52), directeur van Staatsbosbeheer, volgt daarmee Dirk Witteveen op, die eind vorig jaar is benoemd tot voorzitter van de Pensioen- en Verzekeringskamer. Na zijn rechtenstudie aan de Rijksuniversiteit van Utrecht is Maarten Brabers in 1975 in dienst getreden bij het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Daar was hij tot 1991 werkzaam bij de directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, sinds 1987 als directeur. In 1993 nam hij als plaatsvervangend secretaris-generaal afscheid bij LNV om bij Staatsbosheer als directeur in dienst te treden. Bij LNV heeft Brabers zich laten kennen als een wetgevingsjurist, die goed is ingevoerd in Europese aangelegenheden. Bij Staatsbosbeheer heeft hij zich als een moderne manager laten gelden. Dat leverde hem een nominatie op voor de overheidsmanager van 2000. De benoeming van Brabers gaat op 1 maart in.

NTFR 2001/283 - Redactioneel aangepaste beleidsbesluiten

Aflevering 7, gepubliceerd op 17-02-2001
De staatssecretaris heeft onderstaande beleidsbesluiten afgegeven in het kader van de invoering van de Wet IB 2001. Het betreft besluiten die van belang blijven voor de toepassing van de Wet IB 2001, maar waarvoor een redactionele aanpassing nodig was. Hierbij kunt u denken aan omzetting van verwijzingen naar bepalingen in de Wet IB '64.

NTFR 2001/284 - Opnieuw vragen en antwoorden over het nieuwe belastingstelsel

Aflevering 7, gepubliceerd op 17-02-2001
De staatssecretaris van Financiën heeft opnieuw een verzamelbeleidsbesluit uitgebracht waarin vragen worden beantwoord over het nieuwe belastingstelsel. Het gaat dit keer om een kleine honderd vragen en antwoorden. Het besluit sluit qua indeling en nummering aan bij dat van 25 augustus 2000, CPP2000/1313M, NTFR 2000/1264. Dit nieuwe vraag- en antwoordbesluit bevat in tegenstelling tot het eerste deel een fors aantal beleidsstandpunten en goedkeuringen. Zo zijn in het besluit goedkeuringen opgenomen die een 'geruisloze overdracht' van kapitaalverzekeringen bij de eigen BV naar een professionele verzekeraar mogelijk maken. Ook is een aantal belangrijke beleidsbeslissingen opgenomen op het gebied van de eigenwoningregeling en de hypotheekrenteaftrek. Volgende week zullen wij in NTFR uitgebreid stilstaan bij dit besluit. Uiteraard kunt u de vragen en antwoorden als brondocument nu al vinden op onze internetsite.

NTFR 2001/287 - Ondernemerspakket 2001; antwoorden op vragen Eerste Kamer

Aflevering 7, gepubliceerd op 17-02-2001
In deze bijdrage worden de belangrijkste punten opgenomen uit de schriftelijke antwoorden op vragen die de heer Stevens (CDA) heeft gesteld tijdens de behandeling van het Wetsvoorstel ondernemerspakket 2001 in de Eerste Kamer. Eerder besteedden wij aandacht aan het Ondernemerspakket in NTFR 2000/994 (wetsvoorstel), NTFR 2000/1488 (nota naar aanleiding van verslag), NTFR 2000/1582 (1e nota van wijziging), NTFR 2000/1651 (2e nota van wijziging), NTFR 2000/1687 (3e nota van wijziging), NTFR 2000/1688 (schriftelijke antwoorden TK) en NTFR 2000/1727 (plenair debat, moties en amendementen). De onderdelen 1 en 5 zijn geen overigens geen onderdelen van de Wet ondernemerspakket 2001, maar onderdelen van de Invoeringswet Wet IB 2001 respectievelijk de Wet IB 2001.

NTFR 2001/289 - Staatssecretaris voert overleg met de sector over artiestenregeling

Aflevering 7, gepubliceerd op 17-02-2001
De staatssecretaris van Financiën heeft mede namens de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, de heer Van der Ploeg, kamervragen beantwoord over de nieuwe artiestenregeling. De vragen waren afkomstig van de kamerleden Reitsma,Visser-van Doorn, Dijsselbloem en Belinfante. De staatssecretaris meldt dat hem meerdere signalen hebben bereikt dat podia moeten sluiten of hun activiteiten moeten beperken als gevolg van de artiestenregeling. Hij wil zich grondig laten informeren over de problematiek en voert momenteel gesprekken met artiesten, vertegenwoordigers van artiesten, (grote) poppodia en podiumkunstenorganisaties. In deze gesprekken zal worden geïnventariseerd welke knelpunten de eerder genoemde artiesten en organisaties in de praktijk ervaren als gevolg van de artiestenregeling. Hierbij worden onder meer de onderwerpen buitenlandse artiesten, administratieve verplichtingen en beginnende popbands ter sprake gebracht. Voor eventuele knelpunten zal daar waar nodig naar een oplossing worden gezocht. Op basis van de uitkomsten van de gesprekken zal worden bezien of eventuele knelpunten in de uitvoeringssfeer kunnen worden opgelost of dat aanpassing van wet- en regelgeving noodzakelijk is. De Kamer zal hierover zo snel mogelijk – ruim voor de afgesproken evaluatiedatum van de artiestenregeling – per brief worden geïnformeerd.

NTFR 2001/290 - Intrekking besluit renteloos lenen van de eigen BV

Aflevering 7, gepubliceerd op 17-02-2001
De staatssecretaris meldt dat hij het besluit inzake renteloos lenen van de eigen BV intrekt naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 15 november 2000, nr. 35.298 (NTFR 2000/1691*). De beslissing van de Hoge Raad is van toepassing op aanslagen die op 15 november 2000 nog niet onherroepelijk vaststonden.

NTFR 2001/298 - Geruisloze terugkeer; indiening en behandeling van verzoek

Aflevering 7, gepubliceerd op 17-02-2001
De staatssecretaris heeft een besluit gepubliceerd waarin de werkwijze inzake de indiening en behandeling van verzoeken om toepassing van de geruisloze terugkeer (art. 14c Vpb) is neergelegd. Aangegeven is welke gegevens bij de verzoeken om toepassing van art. 14c Wet Vpb en art. 3.42a Wet IB 2001 (aanmerkelijk belang) dienen te worden verstrekt. De verzoeken dienen te worden ingediend bij de inspecteur, maar de te stellen voorwaarden zullen voorlopig worden vastgesteld door B/CPP. Als voldoende ervaring met de regeling is opgedaan zullen standaardvoorwaarden worden gepubliceerd en zal aan de inspecteurs toestemming worden verleend om de verzoeken zoveel mogelijk zelf af te wikkkelen. Evenals bij de geruisloze inbreng van art. 3.65 Wet IB 2001 is terugwerkende kracht met maximaal negen maanden mogelijk naar het begin van het boekjaar. Verzoeken dienen te worden ingediend binnen twaalf maanden na het overgangstijdstip.

NTFR 2001/303 - WABB-verdrag; intrekking voorbehoud omzetbelasting

Aflevering 7, gepubliceerd op 17-02-2001
Bij brief van 15 januari 2001 heeft de minister van Buitenlandse Zaken aan de Eerste en de Tweede Kamer een verzoek voorgelegd tot stilzwijgende goedkeuring van het voornemen tot intrekking van het voorbehoud inzake de omzetbelasting bij het Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in belastingzaken (WABB-verdrag). De goedkeuring wordt gevraagd voor Nederland en Aruba. Bij het voornemen is een toelichtende nota gevoegd (kamerstukken Staten-Generaal 2000-2001, 27 595 (R 1675), nrs. 194 en 1).

NTFR 2001/304 - Nieuw belastingverdrag met Indonesië

Aflevering 7, gepubliceerd op 17-02-2001
Met Indonesië is volledige overeenstemming bereikt over de bepalingen van een nieuw belastingverdrag. De inhoud van dit nieuwe verdrag wordt na de ondertekening door beide landen openbaar; de verwachting is dat dit mei 2001 wordt. Het streven is om het nieuwe belastingverdrag met ingang van 1 januari 2002 in werking te laten treden. Bij Besluit van 8 januari 2001, IFZ 2000/1374M (NTFR 2000/214) is aangegeven dat Nederland en Indonesië de in 2000 door Indonesië opgezegde overeenkomst gedurende het kalenderjaar 2001 zullen toepassen als ware de overeenkomst nog van kracht. Tijdens de afgelopen week gevoerde onderhandelingen is afgesproken dat deze termijn wordt verlengd tot de datum van inwerkingtreding van het nieuwe belastingverdrag.

NTFR 2001/307 - Tentoonstellingen kleindieren belast met BTW

Aflevering 7, gepubliceerd op 17-02-2001
Het organiseren van kleindierenshows, voor het grote publiek toegankelijk, is op grond van de bestaande wet- en regelgeving belast met BTW. Er is geen sprake van nieuw beleid. Genoemde organisaties verrichten tegen vergoeding prestaties in het economische verkeer. Het gaat hierbij onder andere om het verlenen van toegang, het inschrijven en toelaten van deelnemers, de verhuur van stands, de verkoop van catalogi, het maken van reclame en dergelijke.

NTFR 2001/309 - Belastbaar feit BPM leidt niet altijd direct tot heffing

Aflevering 7, gepubliceerd op 17-02-2001
Bij de toepassing van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 (Wet BPM) kunnen zich in de praktijk situaties voordoen waarbij de vraag rijst of daarin de heffingsgevolgen waarin de Wet BPM voorziet, aanstonds in volle omvang moeten intreden. Zoiets kan zich voordoen bij de beoordeling of een auto voldoet aan de inrichtingseisen die de Wet BPM en de lagere regelgeving stellen aan een bestelauto en in gevallen waarin een ingezetene van Nederland gebruikmaakt van de weg met een niet in Nederland geregistreerde personenauto. Wanneer een auto niet voldoet aan één of meer van de inrichtingseisen die in art. 3 Wet BPM en in art. 2 Uitv.reg. BPM zijn neergelegd, is sprake van een personenauto. Wanneer met een dergelijke auto gebruik wordt gemaakt van de weg, is BPM verschuldigd. Op grond hiervan is het mogelijk ter zake een naheffingsaanslag op te leggen als de belasting niet op aangifte is voldaan. De staatssecretaris keurt goed dat in een dergelijke situatie nog geen naheffingsaanslag wordt opgelegd als degene op wiens naam het kenteken van de desbetreffende auto is geregistreerd aannemelijk maakt dat hij zich heeft vergist in de juiste uitleg van de voor bestelauto's geldende inrichtingseisen. De staatssecretaris keurt goed dat met inachtneming van bepaalde, nader genoemde beperkingen bij eerste constatering van het feitelijke gebruik van de weg in Nederland door een inwoner van Nederland met een niet in Nederland geregistreerde personenauto of motorrijwiel, aan degene die het voertuig feitelijk tot zijn beschikking heeft niet onmiddellijk een naheffingsaanslag wordt opgelegd; hij wordt in de gelegenheid gesteld de personenauto of het motorrijwiel alsnog in Nederland te registreren en de BPM te voldoen of een vrijstellingsvergunning aan te vragen of het voertuig weer buiten Nederland te brengen.

NTFR 2001/310 - BPM-'afschrijving' ambulances in vijf jaar

Aflevering 7, gepubliceerd op 17-02-2001
In afwachting van een algemene herziening van de teruggaafregeling van de BPM is besloten dat vooralsnog voor ambulances die na vijf jaar worden verkocht geen naheffingsaanslagen worden opgelegd en dat al opgelegde naheffingsaanslagen niet worden ingevorderd. Op reeds onherroepelijk vaststaande naheffingsaanslagen wordt niet teruggekomen. Dit geldt vanaf 25 januari 2001.

NTFR 2001/315 - Vakantiewoning niet ter beschikking gehouden

Aflevering 7, gepubliceerd op 17-02-2001
Belanghebbende heeft met betrekking tot de verhuur van zijn vakantiewoning een bemiddelingsovereenkomst gesloten, waarin de mogelijkheid van eigen verhuur en eigen gebruik is opgenomen. In geschil is of belanghebbende op meer dan 90 dagen voor zich of zijn gezin een gemeubileerde woning beschikbaar heeft gehouden. Gelet op HR 24 juli 1995, nr. 30.470 heeft belanghebbende de vakantiewoning niet voor zich of zijn gezin beschikbaar gehouden, indien belanghebbende de woning niet anders heeft gebruikt dan nodig was om deze voor verhuur gereed te maken en te houden. Het hof acht aannemelijk dat de vakantiewoning uitsluitend voor verhuur aan derden was bestemd. Nu belanghebbende voorts onweersproken heeft gesteld dat hij de vakantiewoning alleen voor het plegen van onderhoud heeft gebruikt, heeft belanghebbende de vakantiewoning niet voor zich of zijn gezin ter beschikking gehouden. De aanslag forensenbelasting werd vernietigd.