Aflevering 6

Gepubliceerd op 10 februari 2001

NTFR 2001/232 - Redactioneel aangepaste beleidsbesluiten

Aflevering 6, gepubliceerd op 10-02-2001
De staatssecretaris heeft onderstaande beleidsbesluiten afgegeven in het kader van de invoering van de Wet IB 2001. Het betreft besluiten die van belang blijven voor de toepassing van de Wet IB 2001, maar waarvoor een redactionele aanpassing nodig was. Hierbij kunt u denken aan omzetting van verwijzingen naar bepalingen in de Wet IB 1964.

NTFR 2001/233 - Vaststelling marktrente 2000

Aflevering 6, gepubliceerd op 10-02-2001
Het jaarlijkse besluit waarin de staatssecretaris aangeeft hoe de marktrente wordt vastgesteld, is mede in verband met de Belastingherziening 2001 opnieuw uitgebracht. Ten opzichte van het oude besluit (Besluit van 18 februari 1999, nr. DB99/2) is geen inhoudelijke wijziging beoogd. In de bijlage bij het besluit zijn de cijfers van 1993 tot en met 2000 opgenomen.

NTFR 2001/251 - Schenkingen ter bevordering van kunst en wetenschap

Aflevering 6, gepubliceerd op 10-02-2001
De staatssecretaris regelt in dit besluit onder welke voorwaarden de tegemoetkoming voor schenkingen ter bevordering van kunst en wetenschap van toepassing is.Ten opzichte van het Besluit van 24 oktober 2000, nr. CPP2000/2402M, dat via dit besluit wordt ingetrokken, is de regeling verruimd.

NTFR 2001/261 - Evenredigheidsmethode niet in strijd met EG-Verdrag

Aflevering 6, gepubliceerd op 10-02-2001
Belanghebbende was in 1995 inwoner van Nederland. Vanaf 1 augustus 1995 was belanghebbende bij een bedrijf in België in dienstbetrekking. Vanaf die datum oefende hij zijn feitelijke werkzaamheden in België uit. Belanghebbende was tot 1 augustus 1995 premieplichtig voor de Nederlandse premie volksverzekeringen. In geschil is of de evenredigheidsmethode en de wijze van de Nederlandse premieheffing in strijd zijn met art. 48 EG-Verdrag. Het verdrag met Belgie heeft enkel ten doel te vermijden dat dezelfde inkomsten in elk van de twee staten worden belast. Een dergelijke overeenkomst tussen twee staten beoogt niet te garanderen dat de in de ene staat ter zake van die inkomsten verschuldigde belasting niet hoger is dan die welke belanghebbende in de andere staat daarover zou moeten voldoen. Het Hof van Justitie heeft in haar arrest van 12 mei 1998, C-336/96 (Gilly) dan ook geoordeeld dat de evenredigheidsmethode niet in strijd is met art. 48 EG-Verdrag. Aan de beoordeling van de vraag of de wijze van Nederlandse premieheffing in strijd is met art. 48 EG-Verdrag, kwam het Hof niet toe, nu het bij die vraag om Belgische sociale premies gaat.

NTFR 2001/262 - Overzicht fiscale regelingen internationale lucht- en scheepvaart

Aflevering 6, gepubliceerd op 10-02-2001
Dit besluit is mede uitgebracht naar aanleiding van de belastingherziening 2001 en dient ter vervanging van het Besluit IFZ1999/900 M. In het besluit geeft de staatssecretaris een bijgewerkt overzicht van de fiscale regelingen inzake de belastingheffing over voordelen uit de exploitatie van schepen en luchtvaartuigen in het internationale verkeer (bijlage 1). Het gaat daarbij om bepalingen die zijn opgenomen in algemene belastingverdragen, scheepvaartverdragen en/of luchtvaartovereenkomsten en om nationale regelingen op basis van wederkerigheid (vergelijk art. 19 Wet Vpb 1969). In het overzicht wordt weergegeven welke regelingen voor de verschillende landen van toepassing zijn per 1 januari 2001. Het is de bedoeling om aan het begin van elk kalenderjaar een dergelijk bijgewerkt overzicht te publiceren.

NTFR 2001/268 - Invoering BTW-compensatiefonds uitgesteld tot 1 januari 2003

Aflevering 6, gepubliceerd op 10-02-2001
Mede gelet op de inspanningen die gemeenten nog moeten verrichten voor een goede invoering van de euro en de voorbereidingstijd die nodig is voor een goede invoering van het BTW-compensatiefonds door provincies en gemeenten, is afgesproken dat de datum van inwerkingtreding van het wetsvoorstel voor zowel gemeenten als provincies wordt uitgesteld tot 1 januari 2003.

NTFR 2001/269 - Nieuwe modelverklaringen BTW-vrijstelling internationale vaart

Aflevering 6, gepubliceerd op 10-02-2001
Buitenlandse overheden dienen op basis van de richtlijn aan Nederlandse lucht- en scheepvaartondernemingen vrijstelling te verlenen voor bepaalde goederen en dienstenleveringen. Een Nederlandse modelverklaring kan hierbij helpen. De inspecteur kan deze op verzoek afgeven aan in Nederland gevestigde lucht- respectievelijk scheepvaartondernemingen. In deze verklaring wordt uiteengezet voor welke vervoersdiensten en aanverwante goederen en diensten in Nederland een nultarief geldt. Uiteraard biedt de bedoelde verklaring geen garantie dat de buitenlandse autoriteiten daadwerkelijk afzien van de heffing van BTW.