NTFR 2014/291 - Een Opinie over Opinies

NTFR 2014/291 - Een Opinie over Opinies

pdFS
prof. dr. F. SonneveldtProf.dr. F. Sonneveldt is partner-aandeelhouder Mazars Paardekooper Hoffman N.V. te Den Haag en hoogleraar Successiewet en Estate Planning, Universiteit Leiden.
Bijgewerkt tot 2 januari 2014

Dat men aan het eind van het jaar de balans opmaakt van het bijna verstreken jaar is een enorm cliché, maar zoals bekend en ergerlijk genoeg bevatten clichés nu eenmaal de waarheid in optima forma. Vooruitlopend op de goede voornemens voor 2014 – weer zo’n cliché – heb ik rond de kersttijd getracht wat meer invulling te geven aan mijn rol als lid van de redactieraad van NTFR door nog eens serieus de 51 Opinies van het afgelopen jaar door te nemen. Wellicht geeft dit mij wat inspiratie om tijdens de volgende redactieraadvergadering van NTFR enige zinnige opmerkingen te maken.

Welke zaken vallen op als men 51 Opinies naast elkaar legt en deze met elkaar probeert te vergelijken? Allereerst wat objectieve constateringen, voordat ik mijn persoonlijke voorkeuren uitspreek en de lezer mijn top vijf presenteer.

De harde feiten

Wat mij bij het herlezen het eerste in het oog sprong is dat de 51 Opinies geschreven zijn door 46 heren1 (47 indien men een naschrift op een Opinie meetelt) en slechts zeven dames. In het kader van diversity valt hier nog het een en ander te bereiken! De oplettende lezer zal constateren dat 46 plus zeven het getal 53 oplevert in plaats van 51. Dit kan worden verklaard door het feit dat twee Opinies co-producties zijn.2 Daarnaast blijken auteurs in één jaar twee Opinies te hebben geproduceerd.3

Wat is de achtergrond van de schrijvers? Van de 51 auteurs4 bestaat bijna de helft (23) uit hoogleraren. De Leidse hoogleraren leveren de meeste Opinies aan in 2013, in totaal zes, gevolgd door de Universiteit van Amsterdam (vier), de Erasmus Universiteit (drie), de Radboud Universiteit Nijmegen (drie), Tilburg University (drie), Nijenrode (twee), de Rijksuniversiteit Groningen (twee), de Open Universiteit (een) en de VU (een). De zorgvuldige rekenaar zal ook hier constateren dat een optelsom leidt tot 25 Opinies. Dit is correct, indien men in ogenschouw neemt dat twee van de hoogleraren aan twee universiteiten verbonden zijn.5 Twee van de hoogleraren zijn emeriti.6 Elf hoogleraren, inclusief de twee emeriti, hebben geen binding met een advieskantoor. Wel bestaan er andere dwarsverbanden. Zo is een van hen werkzaam bij de Belastingdienst, een ander lid van de Eerste Kamer en een derde advocaat-generaal bij de Hoge Raad. Verder hebben tien wetenschappelijk medewerkers van universiteiten bijdragen geleverd (zes van de Universiteit van Amsterdam, twee uit Leiden, één van de Erasmus en nog één van de VU). Van deze tien hebben slechts twee geen andere binding. De meerderheid van de Opinies (27) is geschreven door praktiserende fiscalisten. Van deze 27 hebben zeventien nog een andere binding, veelal met de wetenschap. Vervolgens hebben vier raadsheren een Opinie aangeleverd, drie van Hof Arnhem-Leeuwarden en een van Hof Den Haag. Vanuit de Belastingdienst werden drie Opinies geschreven. Ten slotte was er een Opinie van een oud-lid van de Raad van State.

Nog enkele feiten. De langste Opinie dit jaar besloeg zeven bladzijden,7 de kortste iets meer dan één bladzijde.8 De langste titel bestond uit dertien woorden,9 de kortste uit één woord, te weten het niet erg gangbare woord ‘pitbulltax’.10 Sommige auteurs strooiden kwistig met voetnoten. Het maximum bedroeg 43.11 Anderen bleken in het geheel geen voetnoten nodig te hebben voor hun betoog. Sommigen bedienden zich van illustraties. Eén Opinie bevatte zelfs veertien ‘plaatjes’.12.

Mijn top vijf

Wat maakt een Opinie voor mij interessant? Ik heb gemerkt dat uitstapjes naar geschiedenis, filosofie, literatuur, linguïstiek, kunst, muziek, antropologie, genetica, sport en etiquette – alles in willekeurige volgorde – mij zeer kunnen boeien. Ook verrassende titels treffen doel, zoals ‘Sometimes, always, never’13 en ‘Welcome to the Rock’14 Dit wekt een bepaalde nieuwsgierigheid bij de lezer op. Hetzelfde geldt voor een pakkende openingszin, zoals de zin waarin Schols ons uitnodigt het boek Stoner te lezen.15

Alles overziend kom ik tot de volgende top vijf, waarbij het een geruststellende gedachte is dat ‘taste has no systems and no proofs’16.

1. Anna Gunn, ‘Manwatching op het VTO’ (nr. 24)

De enige auteur die bij haar Opinie met voornaam wordt vermeld, past de zoölogische methode van Desmond Morris toe op haar eigen habitat, de Nederlandse fiscaliteit en komt tot verrassende uitkomsten.

2. Vording, ‘Het draagkrachtgen’ (nr. 35)

In deze Opinie worden wij geconfronteerd met de vraag wat zogenoemde tags, het IQ en genetische bronnen van informatie kunnen gaan betekenen voor de fiscaliteit. De schrijver voegt vanwege de strekking van het artikel zijn leeftijd, lengte, gewicht en IQ toe. Deze schijnen in willekeurige volgorde te bedragen 102, 195, 130 en 54.

3. De polemiek tussen Van Horzen en Happé over moralisme en fiscaliteit (nr. 21 en nr. 34)

Anders dan de andere vier Opinies kan de polemiek tussen Van Horzen en Happé nauwelijks als luchtig worden omschreven. De schrijvers verschillen sterk van mening over het antwoord op de vraag of moraliteit een relevant criterium is bij het maken van onderscheid tussen wel en niet aanvaardbare fiscale planning. Ik vrees dat zij elkaar uiteindelijk niet hebben kunnen overtuigen van elkaars standpunten.

4. Post, ‘Sometimes, always, never’ (nr. 16)

Deze Opinie heeft de (on)mogelijkheid van grensoverschrijdende verliescompensatie tot onderwerp en de bespreking hiervan wordt mooi verpakt in de ‘three-button suit rule’ die inhoudt dat de bovenste knoop van een jasje soms dicht behoort te zijn, de middelste altijd en de onderste nooit. Daarbij wordt deze regel tevens verklaard aan de hand van de historie, meer in het bijzonder de obesitas van de Engelse koning Edward VII.

5. Van Huijgevoort, ‘Pitbulltax’ (nr. 9)

Het is aardig ook eens een Opinie te lezen die is gewijd aan een heffing als de hondenbelasting. De schrijver hoopt overigens voetballiefhebbers niet op het verkeerde been te hebben gezet. De Opinie heeft geen betrekking op een belastingaanslag ten name van Edgar Davids, zo verzekert hij ons.

Ten slotte nog een eervolle vermelding. De langste zin die ik in de 51 Opinies meen te hebben aangetroffen is de volgende:

‘De krampachtige kronkels rond de maatstaf van heffing in dit arrest alsmede de constatering in een eerder arrest dat de integratieheffing een correctie is op de voorbelasting bevestigen mijn idee omtrent het uit de gratie zijn van deze integratieheffing, ook al garandeert een gerenommeerd geacht gezelschap de geduldig grazende goegemeente aangaande de drie Gratiën de gangbaar gekunstelde en gebruikelijk geknutselde gedachten.’17

Thomas Mann had zich zeker niet gegeneerd voor een zin van dergelijke afmetingen. Deze zin fascineert mij om twee redenen. Allereerst vanwege de prachtige alliteraties, maar onmiddellijk daarna door het feit dat ik zelfs na meerdere malen lezen de zin nog niet volledig kan doorgronden. Wellicht wil de schrijver mij persoonlijk nog een keer een toelichting geven. Niettemin ben ik onder de indruk van het verbale geweld.

Het herlezen van de 51 Opinies heeft mij in ieder geval rond de kersttijd veel geleerd en tevens veel genoegen verschaft.

Ik wens de lezers een goed 2014 en de Opinieschrijvers daarnaast heel veel inspiratie.