Aflevering 10

Gepubliceerd op 10 maart 2001

NTFR 2001/391 - Goed koopmansgebruik vereist activering veldinventaris

Aflevering 10, gepubliceerd op 10-03-2001
Belanghebbende kweekt groenteplanten en teelt perk- en potplanten. Belanghebbende verkoopt de planten aan produktiekwekers voor de kweek. Volgens het hof laat goed koopmansgebruik niet toe dat activering van veldinventaris achterwege blijft. In het onderhavige geval is door het kunstmatig geschapen klimaat namelijk sprake van teelt die geheel aan de werking der elementen is ontrokken. De jurisprudentie van de HR heeft echter betrekking op teelt die bloot staat aan de speling der elementen. Ten aanzien van de planten, die voor de kweek worden verkocht, laat goed koopmansgebruik niet-activering niet toe. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel wordt verworpen, nu twee bedrijven van vergelijkbare grootte, die onder dezelfde inspectie vallen, wel veldinventaris activeren.

NTFR 2001/395 - Fictief loon terecht van toepassing

Aflevering 10, gepubliceerd op 10-03-2001
Belanghebbende heeft in 1998 aan haar directeur-grootaandeelhouder f 48.100 aan loon uitgekeerd. Het loon van de directeur in de jaren 1995 tot en met 1997 bedroeg jaarlijks ongeveer f 48.000. De schuld in rekening-courant van de directeur aan de belanghebbende liep vanaf 1995 op van f 33.743 in 1995 tot f 156.589 in 1999. Volgens het hof was de naheffingsaanslag ter zake van het loon van de directeur van belanghebbende terecht opgelegd. Uit de wetsgeschiedenis blijkt niet dat art. 12a LB geen toepassing vindt indien geen sprake is van het ontgaan van vermogensbelasting. De resultaten van belanghebbende zijn wisselend, maar zij zijn gemiddeld genomen positief. In dit geval was in het bijzonder van belang het feit dat de directeur een oplopende schuld in rekening-courant aan belanghebbende had.

NTFR 2001/401 - Onderhoudsbijdrage ex-echtgenoot geen periodieke uitkering

Aflevering 10, gepubliceerd op 10-03-2001
Belanghebbende is op 18 december 1995 gescheiden. De ex-echtgenoot heeft in februari 1995 de echtelijke woning verlaten. De dochter van belanghebbende is in augustus/september 1995 bij haar vader gaan wonen. De ex-echtgenoot heeft in 1995 f 38.755 als onderhoudsbijdrage aan belanghebbende betaald. De ex-echtgenoot heeft dit bedrag als alimentatieverplichting in zijn aangifte opgevoerd. De inspecteur heeft zijn aangifte gevolgd. Gelet op de wijze waarop de ex-echtgenoot in het onderhavige jaar geld ten behoeve van de huishouding deed toekomen, de hoogte van de overgemaakte bedragen, de aard van de betalingen en het feit dat de ex-echtgenoot het financieel beheer over het gezin behield, is het hof van oordeel dat tot het tijdstip van echtscheiding de economische eenheid tussen de echtgenoten nog niet was verbroken. In de periode vanaf het tijdstip dat de ex-echtgenoot de echtelijke woning had verlaten is niet gebleken dat sprake is geweest van een door de echtgenoten als bestendig bedoelde toestand van duurzaam gescheiden leven. Het hof oordeelde dat in dit geval geen sprake was van inkomsten in de vorm van periodieke uitkeringen in de zin van art. 30, lid 1, aanhef en onderdeel b Wet IB '64.

NTFR 2001/413 - Beroepsprocedure wel van belang bij waardering volkstuinhuisje

Aflevering 10, gepubliceerd op 10-03-2001
Belanghebbende is gebruiker van een volkstuinhuisje. Bij de waardebepaling van het volkstuinhuisje is uitgegaan van de gecorrigeerde vervangingswaarde. De waarde is vastgesteld op f 22.000. De inspecteur heeft gesteld dat er geen belang is in de onderhavige zaak, aangezien aan de gebruiker van een onroerende zaak waarvan de waarde minder dan f 25.000 bedraagt, geen aanslag OZB wordt opgelegd. Het hof oordeelt dat wel sprake is van een belang, nu niet is komen vast te staan dat gedurende het hele tijdvak waarop de beschikking ziet geen heffing zal plaatsvinden. Bovendien is het mogelijk dat door latere wijzingen aan de onroerende zaak alsnog de grens van f 25.000 wordt overschreden of dat voor andere belastingen en heffingen de waarde een rol gaat spelen.