Aflevering 9

Gepubliceerd op 3 maart 2001

NTFR 2001/345 - Redactioneel aangepast beleidsbesluit

Aflevering 9, gepubliceerd op 03-03-2001
De staatssecretaris heeft onderstaande beleidsbesluit afgegeven in het kader van de invoering van de Wet IB 2001. Het betreft een besluit dat van belang blijf voor de toepassing van de Wet IB 2001, maar waarvoor een redactionele aanpassing nodig was. Hierbij kunt u denken aan omzetting van verwijzingen naar bepalingen in de Wet IB 1964.

NTFR 2001/352 - Antwoorden op kamervragen over de artiestenregeling.

Aflevering 9, gepubliceerd op 03-03-2001
Staatssecretaris Bos heeft op 16 en 23 februari 2001 kamervragen beantwoord van de leden Reitsma en Visser-Van Doorn (beiden CDA), Dijsselbloem en Belinfante (beiden PvdA) en Platvoet (Groenlinks) over de artiestenregeling. De vragen werden op 25 januari 2001 gesteld. In de beantwoording worden eerder aangekondigde voornemens herhaald. Zie NTFR 2001/325*.

NTFR 2001/355 - Antwoord op vragen Vaste Commissie voor Financiën over groen beleggen

Aflevering 9, gepubliceerd op 03-03-2001
De staatssecretaris van Financiën beantwoordt vragen van de Vaste Commissie voor Financiën uit de Tweede Kamer over groen beleggen. Het gaat om de mogelijke verhoging van de maximale stichtingskosten van een woning die onder de vlag van duurzaam bouwen onder het groen beleggen valt. Thans is het maximum f 400.000. De Commissie vraagt om de mogelijkheden tot verhoging naar f 600.000 te bezien. De staatssecretaris geeft aan dat in het kader van het herbeoordelen van de gehele opsomming van projecten in de groenregeling ook de verhoging van de maximum stichtingskosten zal worden meegenomen. Een en ander onder verwijzing naar zijn toezegging tijdens de behandeling van de Veegwet IB 2001.

NTFR 2001/358 - Beleid uitgaven levensonderhoud en ziekte (herzien i.v.m. IB 2001)

Aflevering 9, gepubliceerd op 03-03-2001
De staatssecretaris van Financiën maakt het hardheidsclausulebeleid bekend op het terrein van de kosten levensonderhoud en de kosten van ziekte, invaliditeit en bevalling. Het besluit is opnieuw uitgebracht voor de toepassing van de Wet IB 2001. Hiermee is het voor de toepassing van de Wet IB 1964 geldende Besluit van 26 februari 1991, nr. DB91/682, aangepast aan het gewijzigde regime van de Wet IB 2001 en de jurisprudentie op het terrein van de kosten voor levensonderhoud. De staatssecretaris maakt verder duidelijk dat verzoeken om toepassing van de hardheidsclausule voor kosten van levensonderhoud voor andere verwanten dan die uit de (beperktere kring van) verwanten jonger dan 30 jaar zullen worden afgewezen.

NTFR 2001/359 - Besluit belastingheffing van religieuzen (herzien i.v.m. IB 2001)

Aflevering 9, gepubliceerd op 03-03-2001
In dit besluit worden de fiscale gevolgen geregeld voor leden van religieuze orden (waaronder congregaties) die uit hoofde van hun lidmaatschap verplicht worden de verworven inkomsten aan de orde af te staan. Daartegenover verplicht de religieuze orde zich doorgaans om te voorzien in het levensonderhoud van de leden. Het besluit vervangt een stokoude regeling die gold onder het Besluit op de Inkomstenbelasting 1941 en onder de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (Resolutie van 13 januari 1961, nr. B0/22.217). Inhoudelijk is er, afgezien van het schrappen van de passages over aftrekbare kosten, ten opzichte van genoemde Resolutie weinig veranderd.

NTFR 2001/362 - Projectontwikkeling is geen beleggen

Aflevering 9, gepubliceerd op 03-03-2001
In dit besluit neemt de staatssecretaris het standpunt in dat het ontwikkelen van (nieuw) vastgoed alsmede het herontwikkelen van bestaand vastgoed (projectontwikkeling) niet kan worden aangemerkt als beleggen in de zin van art. 28 Wet Vpb.

NTFR 2001/375 - Algemeen overleg grensarbeiders

Aflevering 9, gepubliceerd op 03-03-2001
Twee vaste commissies van de Tweede Kamer hebben op 1 februari 2001 overleg gevoerd met de staatssecretarissen Hoogervorst en Bos en minister Borst-Eilers over de socialeverzekeringspositie en de fiscale positie van grensarbeiders. In het verslag van een algemeen overleg wordt hiervan verslag uitgebracht (kamerstukken II 2000-2001, 26 834, nr. 5).

NTFR 2001/381 - Richtlijnen voor tariefstoepassing bij samengestelde goederen

Aflevering 9, gepubliceerd op 03-03-2001
Bij combinaties van goederen dient voor de tariefstoepassing te worden nagegaan wat het kenmerkende element van de desbetreffende combinatie vormt in de ogen van de modale afnemer. Dit betekent dat onderzocht moet worden wat het essentiële element van die combinatie vormt, gerekend naar de algemeen geldende maatschappelijke opvattingen. Bij samengevoegde goederen dienen voor de toepassing van het tarief de samenstellende delen als afzonderlijke goederen te worden aangemerkt wanneer de zelfstandigheid van de samenstellende delen behouden is gebleven. Indien die zelfstandigheid verloren is gegaan, hetzij omdat één der delen ten opzichte van de andere delen dermate belangrijk is dat de andere daarin geacht kunnen worden op te gaan (absorptieprincipe), hetzij omdat een nieuw product is ontstaan met een eigen maatschappelijke betekenis, dient het gehele goed voor de toepassing van het tarief in aanmerking te worden genomen. Het absorptieprincipe is van toepassing als één van de samenstellende delen een bijkomend karakter heeft, dat wil zeggen dat het desbetreffende deel voor de afnemer geen doel op zich vormt voor het afnemen van de combinatie, maar slechts een middel vormt voor de leverancier om het belangrijkste deel voor de afnemer zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Voor de tariefstoepassing bij combinaties van goederen is niet van belang welk standpunt wordt of zou worden ingenomen voor de heffing van douanerechten bij de invoer van de desbetreffende combinaties van goederen. Vervolgens wordt nader ingegaan op de volgende onderwerpen: verpakkingen, verpakte combinaties van goederen, en candy novelties.

NTFR 2001/382 - Overgangsregeling tariefwijziging aangepast t.a.v. verbouwingen

Aflevering 9, gepubliceerd op 03-03-2001
In afwijking van het bepaalde in het Besluit van 24 november 2000, nr. CPP2000/2738M, laatste volzin, wordt de overgangsregeling voor leveringen van onroerende zaken en opleveringen van werken in onroerende staat op overeenkomstige wijze toegepast ten aanzien van verbouwingen van onroerende zaken. Dit betekent dat ook bij een verbouwing van een onroerende zaak tegen een vergoeding welke vervalt in termijnen, ten aanzien van de vóór 2001 vervallen termijnen het tarief van 17,5% van toepassing kan blijven, zodat de verhoging van het algemene tarief alleen gevolgen heeft voor de termijnen die op of na 1 januari 2001 vervallen of vervallen zijn. Deze regeling geldt niet voor diensten bestaande in het verrichten van onderhouds- of herstelwerkzaamheden. In dit besluit wordt omschreven wanneer daarvan sprake is.