Aflevering 35

met ingang van 1 januari 2002 is de vennootschapsbelasting verrijkt met een wettelijke earn out–regeling. Deze regeling maakte deel uit van het Belastingplan 2002 II–Economische infrastructuur. Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 28 034, nr. 2, V–N 2001/53.2. Bij de behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer is aan dit onderdeel nauwelijks aandacht geschonken. Eerst tijdens de behandeling in de Eerste Kamer werden in een drietal vragen grote onduidelijkheden in de wettekst blootgelegd. Inmiddels is in het wetsvoorstel met vervolgwijzigingen Belastingherziening 2001 voorgesteld om deze regeling te wijzigen. Voorts is in de uitvoeringssfeer de toepassing ervan verruimd tot vervreemdingen van deelnemingen van voor 1 januari 2002. Kennelijk was een en ander niet goed doordacht. In deze bijdrage wordt deze regeling nader geanalyseerd.

Het draaiboek van de Belastingdienst over het Rekeningenproject is na een WOB-verzoek vrijgegeven. Het gaat hierbij om een onderzoek van de Belastingdienst naar tegoeden van Nederlanders bij buitenlandse banken. Basis van het onderzoek vormt de spontaan gegeven informatie door het Belgische Ministerie van Financiën. De Belastingdienst heeft voor het onderzoek een draaiboek ontwikkeld, dat nu naar aanleiding van een WOB-verzoek is vrijgegeven. Het volledige draaiboek, althans het vrijgegeven deel daarvan, vindt u op onze site.

kwade trouw, navordering

gebrekkige administratie, omkering bewijslast, redelijke schatting, verwerping boekhouding

De staatssecretaris heeft in drie antwoorden op vragen inzake de oudedagsreserve duidelijkheid gegeven over de dotatiegrondslag, de wijze van teboekstellen en de toepassing van het overgangsrecht bij gebroken boekjaren.

Sinds de invoering van de Wet fiscale behandeling van pensioenen per 1 juni 1999 zijn pensioenvervangende regelingen voor gemoedsbezwaarden niet langer aangewezen als pensioenregeling. De aanspraak is hierdoor belast en de vervangende pensioenpremie niet langer aftrekbaar. De situatie van vóór 1 juni 1999 wordt als gevolg van overgangsrecht voor toen bestaande gevallen vooralsnog gecontinueerd tot 1 juni 2004. Art. 19, onderdeel d, Wet LB 1964 is per 1 januari 2001 uitgebreid met de mogelijkheid pensioenvervangende regelingen voor gemoedsbezwaarden, als bedoeld in art.19, lid 1, Wet fin.volksverz., te kunnen aanwijzen. De staatssecretaris heeft in een besluit tien voorwaarden vermeld die aan die aanwijzing worden verbonden. Daarbij wordt zoveel mogelijk gestreefd naar een gelijke behandeling van pensioenregelingen en pensioenvervangende regelingen voor gemoedsbezwaarden.

De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit uitgebracht met vragen en antwoorden over de berekening van de pensioenaangroei in verband met de lijfrentepremieaftrek.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 16 augustus 2002 de regeling verdeling premiekorting AOW vastgesteld. Deze regeling voorziet in de verdeling van de premiekorting over de basispremie en de gedifferentieerde premie voor werkgevers die een arbeidsgehandicapte werknemer in dienst nemen of in dienst houden. Er is voor gekozen de premiekorting in eerste instantie op de basispremie toe te kennen. Indien een werkgever minder basispremie betaalt dan de premiekorting waarop hij aanspraak maakt, wordt de resterende premiekorting toegekend op de gedifferentieerde premie, voorzover hij deze verschuldigd is.

gelijkheidsbeginsel, huurwaardeforfait, kennelijk onbehoorlijk bestuur, objectafbakening

buitenland, gift

De staatssecretaris van Financiën heeft voor het jaar 2002 in een besluit een overgangsregeling getroffen voor de waardering van de eigen woning van de langstlevende partner. Bij overlijden in 2002 kan in een aantal situaties het successierecht worden berekend alsof de langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik van de 'eigen woning' heeft verkregen en de kinderen de blote eigendom. In dit besluit wordt de overgangsmaatregel toegelicht, mede aan de hand van enkele voorbeelden. Aan de goedkeurende regeling worden voorwaarden verbonden.

KB-Lux, microfiches, vermoeden

De staatssecretaris van Financiën heeft het percentage heffingsrente en invorderingsrente voor het vierde kwartaal 2002 vastgesteld. Het voor het vierde kwartaal 2002 te hanteren percentage van de heffingsrente en de invorderingsrente wordt, net als voor het derde kwartaal 2002, vastgesteld op 3,25.

opslag, vaste inrichting

aandelen, inkoop

Het op 18 oktober 2001 met Oezbekistan gesloten verdrag ter voorkoming van dubbele belasting is op 27 mei 2002 in werking getreden. Het verdrag vindt toepassing voor de belastingjaren en tijdvakken die aanvangen op of na 1 januari 2003. Van Nederlandse zijde zullen vooralsnog geen uitvoeringsvoorschriften worden vastgesteld.

tabel I, tarief

belaste verhuur

accijnzen, kruidensigaret

fair trial, waardedrukkende werking, willekeur

autonome bevoegdheid, waarde, woonlasten