NTFR 2022/3622 - Anbi-status terecht met terugwerkende kracht ingetrokken
ECLI:NL:GHARL:2022:8231, datum uitspraak 27-09-2022, publicatiedatum 07-10-2022
Aflevering 45, gepubliceerd op 09-11-2022 met annotatie van dr. D. MolenaarBelanghebbende is verbonden met, en draagt de leer uit van een bepaalde kerk. Zij beschikt sinds 1 januari 2008 over een anbi-status. Medio 2013 heeft de Belastingdienst een anbi-onderzoek ingesteld en daarover is overleg gevoerd. Bij beschikking van 2 januari 2017 heeft de inspecteur de anbi-status met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010 ingetrokken. In geschil is of dit terecht is. Het hof is van oordeel dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende in ieder geval vanaf 1 januari 2010 niet langer uitsluitend of nagenoeg uitsluitend een algemeen nut beogend karakter heeft, zodat de anbi-status terecht per die datum is ingetrokken. Uit diverse documenten volgt dat de feitelijke werkzaamheden van belanghebbende bestonden uit het ondersteunen van humanitaire en charitatieve activiteiten ten dienste van zending en christelijk dienstbetoon en hulpvaardigheid door middel van het verlenen van financiële steun, het participeren in rechtspersonen met een christelijke en/of humanitaire doelstelling en het verstrekken van leningen aan rechtspersonen met een christelijke en/of humanitaire doelstelling. De financiële middelen hiervoor verkreeg belanghebbende uit haar fondswervende activiteiten, bestaande uit het ontvangen van donaties, het participeren in deelnemingen en het verstrekken van leningen tegen commerciële tarieven (daaronder begrepen leningen aan (indirecte) deelnemingen van belanghebbende). Uit de website van belanghebbende volgt dat belanghebbende voor de verwezenlijking van haar doelstelling een ondersteunende en faciliterende positie heeft gekozen in plaats van de projecten zelf uit te voeren. De feitelijke werkzaamheden van belanghebbende zijn naar het oordeel van het hof niet rechtstreeks gericht op het dienen van een door haar nagestreefd algemeen belang, maar slechts op het op indirecte wijze dienen van de belangen van rechtspersonen die zich tot belanghebbende wenden met het verzoek om financiële steun om de door die rechtspersonen nagestreefde activiteiten mogelijk te maken. Daarmee voldoet belanghebbende niet aan de eis dat haar werkzaamheden rechtstreeks zijn gericht op het dienen van een door haar nagestreefd algemeen belang. Ten overvloede overweegt het hof dat belanghebbende in ieder geval met ingang van 1 januari 2010 eveneens niet (langer) voldoet aan de anti-oppoteis en de winstoogmerktoets.