NTFR 2001/1001 - Inkomsten uit overige werkzaamheden met betrekking tot vermogen in box 3
Aflevering 27, gepubliceerd op 14-07-2001 geschreven door prof. dr. J.W. ZwemmerIngevolge art. 3.91, lid 1, onderdeel c, Wet IB 2001 wordt onder werkzaamheid mede verstaan: het rendabel maken van vermogen op een wijze die normaal, actief vermogensbeheer te buiten gaat, zoals bij het uitponden van onroerende zaken, het in belangrijke mate door de belastingplichtige zelf verrichten van groot onderhoud en andere aanpassingen aan een zaak, of het aanwenden door de belastingplichtige van voorkennis of daarmee vergelijkbare bijzondere vormen van kennis. Art. 3.90 geeft aan dat het gezamenlijke bedrag van het resultaat uit een dergelijke werkzaamheid als belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden wordt belast, tenzij de desbetreffende werkzaamheid belastbare winst of belastbaar loon oplevert. De omschrijving van art. 3.91, lid 1, onderdeel c is in de wet gekomen door de aanvaarding van een amendement van de kamerleden Bos en Reitsma. In essentie verschilt deze regeling niet van de regeling van art. 22, lid 1, onderdeel b, Wet IB 1964. De toelichting op het amendement geeft ook aan dat zulks door de wetgever ook zo is bedoeld. Onder het regime van de Wet IB 1964 is over de toepassing van art. 22, lid 1, onderdeel b zeer veel jurisprudentie verschenen. Daaruit bleek dat indien eenmaal van arbeid sprake is, het behaalde vermogensvoordeel dan ook in zijn geheel aan die arbeid werd toegerekend. De rechter liet geen ruimte voor een splitsing van het voordeel in een deel onbelaste waardestijging en een deel belaste inkomsten uit arbeid. Een uitzondering werd gemaakt bij HR 12 juni 1968, BNB 1968/153, voor de waardestijging die heeft plaatsgevonden voordat de tot inkomsten uit arbeid leidende werkzaamheden zijn begonnen. Voor waardestijgingen tijdens en na werkzaamheden is dat echter nooit aanvaard. De in totaliteit behaalde vermogenswinst werd als andere inkomsten uit arbeid belast. Naast de vermogenswinst werden de overige voordelen als inkomsten uit vermogen belast. Voor beide inkomenscategorieën gold het normale progressieve tarief.