Aflevering 18

Gepubliceerd op 3 mei 2002

NTFR 2002/611 - Het Hof van Justitie, goedkopere leaseauto's en de 'ratio directivus'

Aflevering 18, gepubliceerd op 03-05-2002 geschreven door mr. dr. M.E. van Hilten
Op 8 november 2001 wees het Hof van Justitie een arrest Hof van Justitie 8 november 2001, nr. C–338/98 (Commissie/Nederland); onder meer te vinden in NTFR 2001/1570 met aantekening van W.A.P. Nieuwenhuizen. dat er wel eens toe zou kunnen leiden dat vanaf deze zomer leaseauto's goedkoper worden. Niet voor degenen die in een leaseauto rijden overigens, maar voor hun werkgevers. Werkgevers kunnen immers de op auto's van de zaak drukkende BTW geheel in aftrek brengen, terwijl ze de BTW–aftrek op kostenvergoedingen aan hun personeel verliezen. In de procedure die tot dit arrest heeft geleid had de Commissie de Nederlandse regeling van art. 23 Uitv.besl. OB 1968, op grond waarvan werkgevers een bepaald percentage (laatstelijk 12%) van de aan hun werknemers verstrekte autokostenvergoeding als 'voorbelasting' in aftrek mogen brengen, aan de kaak gesteld. Het Hof van Justitie stelde de Commissie in het gelijk en oordeelde dat de Nederlandse regeling in strijd is met art. 17 en 18 Zesde Richtlijn. Geen aftrek van 12% van de verstrekte kostenvergoedingZie art. 23 Uitv.besl. OB 1968 juncto art. 16 Uitv.besch. OB 1968. Om precies te zijn: het gaat om 12% van de kostenvergoeding voorzover deze niet behoort tot het loon in de zin van de loonbelasting. dus meer voor de werkgever. Hoewel de regeling op basis van het arrest eigenlijk met onmiddellijke ingang had moeten worden ingetrokken, is dat nog niet gebeurd. Het ziet er echter naar uit de aftrekmogelijkheid op korte termijn geschrapt zal worden, waarschijnlijk per 1 juli of per 1 oktober aanstaande.

NTFR 2002/613 - Brief over stand van zaken filmdossier

Aflevering 18, gepubliceerd op 03-05-2002
In een brief heeft de minister van Economische Zaken een vraag beantwoord van mw. Molenaar over de filminvesteringsaftrek. De regeling ligt voor goekeuring bij de Europese Commissie. De minister is verrast door de aarzeling bij de Europese Commissie ten aanzien van de nationale bestedingseis van 50%. De minister vindt dat een visie op deze bestedingseis niet duidelijk blijkt uit de mededeling van de Commissie van september inzake staatssteun aan de cinemasector. Verder komt de bestedingseis ook voor in de overgangsregeling voor 2001 die in 2001 is goedgekeurd, aldus de minister. De reactie van de Europese Commissie wordt uiterlijk 1 mei 2002 verwacht.

NTFR 2002/614 - Derde verlenging tijdelijke tegemoetkoming film

Aflevering 18, gepubliceerd op 03-05-2002
De regeling waarbij is goedgekeurd dat ook bij investeringen in films na 31 december 2001 de tijdelijke tegemoetkoming film nog wordt toegepast (NTFR 2002/16, NTFR 2002/336 en NTFR 2002/497), is voor de derde maal verlengd. Zij zal nu in ieder geval gelden tot 16 juli 2002. De filminvesteringsaftrek (NTFR 2001/1428) zal niet voor die datum in werking treden. Dat betekent dat de medegerechtigdheid moet kunnen worden aangetoond door middel van een op 15 juli 2002 bestaande schriftelijke overeenkomst tot toetreding tot het samenwerkingsverband waaruit de medegerechtigdheid voortvloeit. Hoofdstuk 2, art. I, onderdeel Dd, staat toe dat commanditaire vennoten in een film-CV in aanmerking komen voor de stakingsvrijstelling (uit de Wet IB 1964) en dat de samentelbepaling voor de toepassing van de investeringsaftrek achterwege blijft. Afgezien van voormelde bronnen kan voor publicaties in samenhang met de film ook nog worden verwezen naar NTFR 2001/888, (brief waarin filminvesteringsaftrek wordt aangekondigd), NTFR 2001/1428 (Belastingplan 2002-II), NTFR 2001/1549 (nota n.a.v. verslag BP 2002-II) en NTFR 2001/1580 (nota van wijziging BP 2002-II).

NTFR 2002/615 - Toepassing Verklaring arbeidsrelatie (VAR)

Aflevering 18, gepubliceerd op 03-05-2002
De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit over de toepassing van de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) vastgesteld. Dit besluit is afgestemd met Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). In dit besluit geeft de staatssecretaris aan welke gevolgen een opdrachtgever aan een door de opdrachtnemer overgelegde VAR mag verbinden. Vervolgens wordt vermeld wanneer de opdrachtgever van een artiest of beroepssporter op grond van een overgelegde VAR kan afzien van de inhouding en afdracht van loonheffing en premies werknemersverzekeringen. Ook wordt aangegeven wanneer aan de VAR geen rechtskracht toe kan komen.

NTFR 2002/616 - Geen compensatieregeling voor artiesten met zelfstandigheidsverklaring

Aflevering 18, gepubliceerd op 03-05-2002
De staatssecretaris van Financiën heeft op 25 april 2002 mede namens de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de uitkomst van het toegezegde onderzoek naar aanleiding van de motie Hindriks c.s. aan de Tweede kamer aangeboden. Deze motie was aangenomen bij de behandeling van het wetsvoorstel over de zelfstandigheidsverklaring voor zelfstandigen (zie NTFR 2001/1508).

NTFR 2002/617 - Antwoorden kamervragen thuiszorg en 40-dagenregeling

Aflevering 18, gepubliceerd op 03-05-2002
De staatssecretaris van Financiën heeft op 24 april 2002 kamervragen beantwoord over de 40-dagenregeling en werknemers in de thuiszorg. Hij geeft aan dat het op grond van art. 82, lid 1, onderdeel j, Uitv.reg. LB 2001 sinds 1 januari van dit jaar mogelijk is om na afloop van het jaar de verschuldigde loonheffing over eventuele bovenmatige reiskostenvergoedingen via de eindheffing af te dragen. Daarnaast zal de 40-dagenregeling op het punt van de reiskostenvergoedingen en de auto van de zaak gewijzigd worden in een 60-dagenregeling. Hij verwacht dat hierdoor een groter deel van de werknemers in de thuiszorg een onbelaste vergoeding van € 0,28 per kilometer kan krijgen.

NTFR 2002/627 - Samenloop verliescompensatie en inhaalregeling dubbele belasting

Aflevering 18, gepubliceerd op 03-05-2002
In dit beleidsbesluit geeft de staatssecretaris een goedkeuring met betrekking tot de samenloop tussen het vervallen van de verliesverrekening op grond van art. 20a Wet VPB en de toepassing van de inhaalregeling voor buitenlandse verliezen. Goedgekeurd wordt dat, indien de te vervallen verliezen direct voortvloeien uit buitenlandse verliezen, de inhaalregeling in zoverre niet hoeft te worden toegepast.

NTFR 2002/628 - Syllabus Vrijstelling, Verrekening, Verliescompensatie IBR

Aflevering 18, gepubliceerd op 03-05-2002
De Belastingdienst hanteert bij de berekening van de verminderingen van vennootschapsbelasting ter voorkoming van internationale dubbele belasting, het computerprogramma VVV-IBR (Vrijstelling, Verrekening, Verliescompensatie Internationaal Belastingrecht). Zie het besluit van 27 mei 1997, nr. IFZ97/529. Bij dit computerprogramma hoort een syllabus VVV-IBR waarin wordt ingegaan op de wijze van berekening van de verminderingen vennootschapsbelasting ter voorkoming van internationale dubbele belasting. De in de syllabus beschreven oplossingen en standpunten maken deel uit van het beleid van de staatssecretaris van Financiën op het punt van de voorkomingstechniek.