Aflevering 8

Gepubliceerd op 21 februari 2002

NTFR 2002/274 - De staatssecretaris van Financiën als belastingadviseur

Aflevering 8, gepubliceerd op 21-02-2002 geschreven door prof. mr. G.T.K. Meussen
Met de brief van 11 juli 2001Brief Europese Commissie 11 juli 2001, SG (2001) D/289741. opende de Europese Commissie de staatssteunprocedure van art. 88 EG–verdrag in relatie tot het Nederlandse CFM–regime van art. 15b Wet VPB 1969; trouwens niet de enige procedure op dit terrein. Op dezelfde datum werden door Europees Commissaris Monti van Mededingingszaken in totaal vijftien staatssteunprocedures gestart die twaalf lidstaten betroffen.Daarbij gaat het om elf gevallen van nieuwe staatssteun (waaronder de Nederlandse CFM–regeling) en vier gevallen van bestaande staatssteun.

NTFR 2002/284 - Wetsvoorstel WALVIS

Aflevering 8, gepubliceerd op 21-02-2002
Staatssecretaris Hoogervorst van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 5 februari 2002 een wetsvoorstel over één uniform loonbegrip voor de sociale verzekeringen bij de Tweede Kamer ingediend, het Wetsvoorstel administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten (WALVIS). De nieuwe definitie van het loonbegrip dient als basis voor het heffen van de sociale premies en het verstrekken van uitkeringen. Door de vereenvoudiging dalen de administratieve lasten voor werkgevers met naar schatting ruim 180 miljoen euro per jaar en verminderen de uitvoeringskosten van de werknemersverzekeringen. Daarnaast neemt de kans op fouten bij de premie-inning en de verstrekking van uitkeringen af. Ook komt er capaciteit vrij om de administraties van werkgevers beter te controleren.

NTFR 2002/288 - Onderzoek naar gebruik dienstauto bij de overheid

Aflevering 8, gepubliceerd op 21-02-2002
De minister van Binnenlandse Zaken heeft in reactie op vragen die op 29 januari jl. zijn gesteld door de heren Hofstra (VVD) en De Haan (CDA) een brief aan de Tweede Kamer gezonden. De vragen waren gesteld naar aanleiding van een artikel in het NRC Handelsblad van 26 januari jl. over het mogelijk compenseren van ambtenaren die door de gewijzigde regeling voor privé-gebruik auto (Belastingplan 2002-III) worden getroffen door een fiscale bijtelling. In het artikel in het NRC Handelsblad staat dat de staatssecretaris van Financiën aangegeven heeft dat eventuele negatieve effecten op het inkomen niet door de fiscus, maar in overleg tussen werkgever en werknemer moeten worden opgelost. De brief meldt dat ter voorbereiding daarvan op dit moment een onderzoek wordt gedaan naar het dienstautogebruik bij alle overheidssectoren. De eerste resultaten van dat onderzoek worden snel verwacht. Op basis van de resultaten van het onderzoek en de daaruit volgende kostenraming zal worden besloten of compensatie op zijn plaats is daar waar van werkgeverszijde gebruik van dienstauto's is opgedragen.

NTFR 2002/290 - Regeling cultureel beleggen voorgelegd aan Tweede Kamer

Aflevering 8, gepubliceerd op 21-02-2002
De staatssecretaris van Financiën en de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen hebben de Ontwerpregeling cultureel beleggen naar de Tweede Kamer gestuurd. Het cultureel beleggen was aanvankelijk opgenomen in art. 5.16, lid 4, Wet IB 2001, onder de kaderregeling durfkapitaal. In Veegwet 2 (zie NTFR 2001/764) is het cultureel beleggen verplaatst naar een nieuw art. 5.18a en is het op dezelfde wijze vormgegeven als het groen beleggen (art. 5.14 Wet IB 2001) en sociaal-ethisch beleggen (art. 5.15 Wet IB 2001). Het bijzondere van art. 5.18a Wet IB 2001 is dat het nog niet in werking is getreden. Eerst bij Koninklijk Besluit wordt het artikel van kracht. Omdat het culturele beleggen op dezelfde leest is geschoeid als groen en sociaal-ethisch beleggen verwijzen we naar NTFR 2002/40, waar we in het kort de werking van de regeling hebben weergegeven. De staatssecretaris van Financiën en de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen sturen nu de Ontwerpregeling cultureel beleggen (hierna: de Regeling) naar de Tweede Kamer. In de Regeling is bepaald aan welke eisen projecten moeten voldoen willen ze kwalificeren binnen het cultureel beleggen. De Regeling wordt 'voorgehangen', net als dat gebeurde bij de ontwerpregelingen groen beleggen en sociaal-ethisch beleggen.

NTFR 2002/293 - Alfahulpen en tijdelijke verhoging heffingskorting

Aflevering 8, gepubliceerd op 21-02-2002
De staatssecretaris van Financiën heeft vragen beantwoord van het kamerlid de Haan over de gevolgen van de tijdelijke verhoging van de algemene heffingskorting voor alfahulpen. De regeling inzake de tijdelijke verhoging van de algemene heffingskorting is ingevoerd in verband met de inkomensgevolgen die het geheel afschaffen van de invorderingsvrijstelling zou hebben voor onder meer alfahulpen. De verhoging wordt in vijf jaar afgebouwd. De staatssecretaris erkent dat de formule in de wet ingewikkeld is. Dit vloeit volgens hem echter voort uit het feit dat de tijdelijke verhoging van de algemene heffingskorting zoveel mogelijk moest aansluiten op de invorderingsvrijstelling die op zich al ingewikkeld was. Belastingplichtigen hebben daarvan volgens de staatssecretaris geen last, omdat de Belastingdienst er bij het vaststellen van de aanslag automatisch rekening mee houdt. De formule bewerkstelligt niet dat de alfahulp volledig gekort kan worden op de algemene heffingskorting, op het moment dat de werkende partner iets meer gaat verdienen. Het inkomen van de meer verdienende partner van de alfahulp heeft in het algemeen geen invloed op de tijdelijke verhoging van de algemene heffingskorting. Ook geldt dat het totaal van de gezamenlijke heffingskortingen uiteraard niet hoger kan zijn dan de gezamenlijk te betalen inkomstenbelasting. Indien de alfahulp met een (meer) verdienende partner zelf meer gaat verdienen (bijvoorbeeld door meer uren te werken of door een hoger uurloon) en daardoor meer inkomen heeft dan de inkomensgrens van € 4.395, bestaat er in de meeste gevallen geen recht meer op de tijdelijke verhoging van de algemene heffingskorting. De staatssecretaris ziet geen aanleiding om de regeling aan te passen in die zin dat deze geheel wordt losgekoppeld van het inkomen van de partner.

NTFR 2002/297 - Regelingen internationale lucht- en scheepvaart; modelverklaringen BTW

Aflevering 8, gepubliceerd op 21-02-2002
In dit besluit geeft de staatssecretaris een bijgewerkt overzicht van de fiscale regelingen inzake de belastingheffing over voordelen uit de exploitatie van schepen en luchtvaartuigen in het internationale verkeer (bijlage 1). Het gaat daarbij om bepalingen die zijn opgenomen in algemene belastingverdragen, scheepvaartverdragen en/of luchtvaartovereenkomsten, en om nationale regelingen op basis van wederkerigheid (vergelijk art. 19 Wet Vpb 1969). In het overzicht wordt weergegeven welke regelingen voor de verschillende landen van toepassing zijn per 1 januari 2001. Een dergelijk besluit wordt jaarlijks bijgewerkt en gepubliceerd. Het voorgaande Besluit van 29 januari 2001, nr. IFZ2001/48M, namen wij op in NTFR 2001/262.

NTFR 2002/298 - Ondertekening belastingverdrag met Indonesië

Aflevering 8, gepubliceerd op 21-02-2002
Op 29 januari 2002 is een nieuw belastingverdrag met Indonesië ondertekend. Het oude verdrag was door Indonesië opgezegd, maar dit kan nog wel worden toegepast totdat het nieuwe verdrag in werking treedt. Dit verdrag betreft belastingen naar het inkomen. Het verdrag dient ter vervanging van het belastingverdrag met Indonesië van 5 maart 1973.

NTFR 2002/299 - Ondertekening belastingverdrag met Polen

Aflevering 8, gepubliceerd op 21-02-2002
In Warschau is op 13 februari 2002 jl. een nieuw verdrag tussen Nederland en Polen met bijbehorend Protocol getekend tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting. Dit verdrag betreft belastingen naar het inkomen. Het nieuwe verdrag dient te vervanging van het bestaande in 1979 tot stand gekomen belastingverdrag tussen Nederland en Polen. Het nieuwe verdrag is voor Nederland ondertekend door minister Jorritsma van Economische Zaken en voor Polen door de minister van Financiën, de heer M. Belka.