Aflevering 7

Gepubliceerd op 14 februari 2002

NTFR 2002/212 - Premie is wat je betaalt aan de verzekeraar!

Aflevering 7, gepubliceerd op 14-02-2002 geschreven door mr. P. Zijdenbos
Een overeenkomst van levensverzekering kent in beginsel twee partijen: de verzekeringnemer en de verzekeraar. De fiscale gevolgen van die overeenkomst of een wijziging daarin vloeien voort uit de rechtsverhouding tussen die verzekeringnemer en verzekeraar. Althans tot voor kort. Voortaan moet ook rekening worden gehouden met een factor die buiten deze rechtsverhouding ligt. Daarbij doel ik op de mogelijkheid dat de verzekeringnemer ter zake van het sluiten van de verzekering een vergoeding aan zijn verzekeringsadviseur betaalt. Deze fee wordt namelijk ook als premie behandeld. En dat maakt het vast–stellen van de fiscale gevolgen en de advisering in levensverzekeringen weer een stukje lastiger. Wie heeft straks nog het overzicht van de fiscale gevolgen van een contract? Oftewel, hoe 'net zo leuk, juist minder makkelijk' werd.

NTFR 2002/213 - Verslag algemeen overleg over Belastingdienst

Aflevering 7, gepubliceerd op 14-02-2002
De vaste commissie voor Financiën heeft op 24 januari 2002 overleg gevoerd met de staatssecretaris van Financiën, onder andere over het Jaarverslag Belastingdienst 2000 (NTFR 2001/1002) en over het Bedrijfsplan Belastingdienst 2002-2006 (NTFR 2001/1286). Aan het beknopt verslag van de commissie ontlenen wij het volgende.

NTFR 2002/214 - Overgangsrecht Invoeringswet Wet IB 2001 opnieuw in Staatsblad

Aflevering 7, gepubliceerd op 14-02-2002
De doorlopende tekst van de hoofdstukken 2 en 3 van de Invoeringswet Wet IB 2001 is opnieuw in het Staatsblad geplaatst. De geplaatste tekst geldt vanaf 1 januari 2002. Alle wijzigingen tot en met het Belastingplan 2002 zijn in de tekst verwerkt. Het opnieuw plaatsen van de doorlopende tekst van een wet is nogal ongebruikelijk. Het gebeurt in dit geval ingevolge art. XII van de tweede Veegwet, Wet van 18 oktober 2001, Stb. 491, tot wijziging van enkele belastingwetten (herstel van enige onjuistheden). De plaatsing werd bij genoemd wetsvoorstel als volgt toegelicht. 'Het in de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 opgenomen overgangsrecht is reeds bij een aantal wetten gewijzigd en wordt nu ook weer aangevuld. Ten behoeve van een actueel beeld van dat overgangsrecht stel ik voor de hoofdstukken 2 en 3 van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 nogmaals in het Staatsblad te publiceren.'

NTFR 2002/229 - Nader rapport c.a. op wetsvoorstel Hillen eigenwoningforfait

Aflevering 7, gepubliceerd op 14-02-2002
In hebben wij het voorstel van wet van Tweede-Kamerlid Hillen (CDA) inzake het eigenwoningforfait besproken. Thans heeft de Raad van State advies uitgebracht en heeft de indiener van het wetsvoorstel gereageerd. Dit heeft geresulteerd in een niet-inhoudelijke nota van wijziging en gewijzigde memorie van toelichting. De volledige brondocumenten vindt u op onze website.

NTFR 2002/235 - Heffingskorting minstverdienende partner in buitenland en bijstand

Aflevering 7, gepubliceerd op 14-02-2002
Minister Vermeend van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën hebben vragen van het kamerlid De Wit (SP) beantwoord over de uitbetaling van de heffingskorting van de minstverdiende partner in het buitenland (zie art. 8.9 en 8.9a, Wet IB 2001) in relatie tot de bijstand. Uit de antwoorden blijkt onder meer dat met ingang van het belastingjaar 2002 de heffingskorting van de minstverdienende partner die in het buitenland verblijft en alleen over een buitenlandse rekening beschikt, ook op die buitenlandse bankrekening kan worden uitbetaald. Tot en met 2001 kon dit bedrag in die situatie alleen naar de Nederlandse partner worden overgemaakt. De heffingskorting voor een in het buitenland verblijvend persoon die aan een in Nederland verblijvende bijstandsgerechtigde wordt uitbetaald, komt toe aan de buitenlandse partner en kan niet op de bijstandsuitkering voor een alleenstaande of een eenoudergezin gekort worden.

NTFR 2002/240 - Omzetting coöperatie in stichting

Aflevering 7, gepubliceerd op 14-02-2002
Wanneer een coöperatie zonder in aandelen verdeeld kapitaal wordt omgezet in een stichting vindt geen eindafrekening plaats. De staatssecretaris heeft dit standpunt in een Besluit van 30 januari 2002 vastgelegd (CPP2002/130M). De tekst van het besluit nemen we hierna integraal op:

NTFR 2002/251 - Wetsvoorstel kosten van bestuurlijke voorprocedures door EK

Aflevering 7, gepubliceerd op 14-02-2002
De Eerste Kamer is op 22 januari jl. akkoord gegaan met het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot de kosten van bezwaar en administratief beroep (kosten bestuurlijke voorprocedures). De wet houdt in dat een forfaitaire vergoeding kan worden verkregen voor kosten die zijn gemaakt in de bezwaarfase. Er moet wel sprake zijn van aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. Het wetsvoorstel bespraken wij in NTFR 2000/626, de nota n.a.v. het verslag in NTFR 2000/1162 en de aanname door de Tweede Kamer in NTFR 2001/567. De wet zal in werking treden na plaatsing in het Staatsblad.

NTFR 2002/254 - Amerikaanse werknemer en partiële buitenlandse belastingplicht 30%-regeling

Aflevering 7, gepubliceerd op 14-02-2002
De staatssecretaris van Financiën heeft de mededeling van 15 juli 1994, nr. IFZ1994/770 M inzake de toepassing van de 35%-regeling in relatie tot de inwonersdefinitie in belastingverdragen vervangen door een nieuw besluit. Het besluit is uitgebracht in verband met het vervallen van de 35%-regeling en de met ingang van 1 januari 2001 daarvoor in de plaats gekomen 30%-regeling in artikel 15a, lid 1, onderdeel k, Wet LB 1964. Het nieuwe besluit wijkt op enkele punten af van de mededeling uit 1994. Een uit de VS afkomstige deskundige met de Amerikaanse nationaliteit die gebruikmaakt van de 30%-regeling en opteert voor partiële buitenlandse belastingplicht wordt voor de toepassing van het belastingverdrag Nederland-VS fictief als inwoner van de VS beschouwd. In de vorige mededeling ontbrak de toevoeging 'fictief'. Verder is toegevoegd dat dit ook geldt voor werknemers met een 'green card'. Het aanmerken als inwoner van de VS heeft tot gevolg dat de opterende werknemer op grond van art. 16 (niet-zelfstandige arbeid) van het belastingverdrag Nederland-VS in Nederland alleen in de belastingheffing wordt betrokken voor het salaris dat ziet op de in Nederland verrichte werkzaamheden. Op de toepassing van de inwonersdefinitie voor andere belastingverdragen wordt, anders dan de titel van het besluit doet vermoeden, niet ingegaan. Ook wordt niet ingegaan op het afgeven van geclausuleerde woonplaatsverklaringen voor de andere Nederlandse belastingverdragen. Dit zal te maken hebben met het (nog) niet opnieuw uitbrengen van de notitie van 20 juli 1994, nr. IFZ94/769, waarnaar in de mededeling uit 1994 wordt verwezen. Ten slotte wordt in het besluit volledigheidshalve eraan toegevoegd dat ook feitelijk in het buitenland wonende buitenlandse belastingplichtigen die in Nederland werkzaam zijn, aanspraak kunnen maken op de 30%-regeling.

NTFR 2002/262 - Dierenbegraafplaats niet BTW-vrijgesteld als lijkbezorger

Aflevering 7, gepubliceerd op 14-02-2002
Het exploiteren van een dierenbegraafplaats valt volgens de staatssecretaris niet onder de vrijstelling van art. 11, lid 1, onderdeel h, Wet OB 1968 voor lijkbezorgers. Naar het spraakgebruik zien de diensten door lijkbezorgers alleen op diensten ten aanzien van menselijke stoffelijke overschotten. In dit verband kan nog gewezen worden op de Wet op de lijkbezorging (Wet van 7 maart 1991, Stb. 130) en de internationale overeenkomst inzake het vervoer van lijken van 20 oktober 1973. Daarin wordt onder het begrip 'lijk' alleen verstaan het stoffelijk overschot van een persoon.

NTFR 2002/263 - Herstelwerkzaamheden bij derden aftrekbaar bij veroorzakende delver

Aflevering 7, gepubliceerd op 14-02-2002
Een grondstoffendelver veroorzaakt door de winning van de stoffen uit de grond een bodemdaling en is verplicht de daaruit ontstane schade te herstellen. Op de herstelwerkzaamheden bij degenen die schade hebben geleden, rust voorbelasting. Deze voorbelasting is voor de grondstoffendelver aftrekbaar, aangezien deze de herstelmaatregelen heeft afgenomen als ondernemer en die werkzaamheden heeft verbruikt in het kader van haar onderneming.

NTFR 2002/264 - Bestuur en onderhoud door woningbouwvereniging jegens VvE belast

Aflevering 7, gepubliceerd op 14-02-2002
Een woningbouwvereniging is omzetbelasting verschuldigd over de vergoeding die zij ontvangt voor het verrichten van bestuurswerkzaamheden voor een Vereniging van Eigenaren (VvE). Dit wordt niet anders in het geval dat de woningbouwvereniging zelf ook lid is van de VvE. De woningbouwvereniging en de VvE blijven ook in die situatie twee apart te onderscheiden rechtspersonen.

NTFR 2002/265 - Nevenwerkzaamheden architect in welstandscommissie niet belast

Aflevering 7, gepubliceerd op 14-02-2002
De nevenactiviteiten van een architect (ondernemer) als lid-deskundige in een welstandscommissie, benoemd vanwege zijn buitengewone deskundigheid, zijn niet onderworpen aan omzetbelasting. De benoeming tot welstandscommissielid vindt niet plaats omdat hij een bekwaam architect is, maar vanwege persoonlijke kwaliteiten die niet gerelateerd kunnen worden aan een vak of beroep. Er is geen sprake van een onlosmakelijk verband tussen de werkzaamheden als architect en die als lid-deskundige. Het functioneren als lid-deskundige wordt niet verricht als ondernemer, doordat het functioneren onvoldoende zelfstandig geschiedt.

NTFR 2002/266 - Verlenen zandwinningsrechten leidt niet tot ondernemerschap

Aflevering 7, gepubliceerd op 14-02-2002
Het verlenen van rechten aan een ander om een perceel te ontgronden en aldus zand te winnen, moet worden aangemerkt als een éénmalige levering van zand, en niet als 'het verlenen van een recht tot ontgronding'. Aldus is er geen sprake van duurzaam deelnemen aan het economische verkeer, ook al duurde dit maanden, en is er geen sprake van ondernemerschap.

NTFR 2002/267 - Geen BUA van toepassing op werknemersmassages

Aflevering 7, gepubliceerd op 14-02-2002
Een ondernemer schakelt een masseuse in voor zijn werknemers, met het doel stressgerelateerde klachten (die kunnen leiden tot rugklachten, RSI enz.) op de werkplek weg te nemen of te verminderen. De staatssecretaris heeft goedgekeuerd dat in die situatie de ondernemer de afnemer is van de prestatie, recht heeft op aftrek van voorbelasting, waarbij niet het Besl. uitsl. aftrek OB in werking treedt omdat de werkgever hoopt en verwacht dat door de massages ziekteverzuim wordt voorkomen of verminderd.

NTFR 2002/268 - Tijdregistratie leidt niet tot voorbelastingaftrek naar werkelijk gebruik

Aflevering 7, gepubliceerd op 14-02-2002
Bij gemengd gebruikte goederen en diensten moet de voorbelasting in beginsel worden gesplitst op basis van de omzetverhoudingen volgens art. 11, lid 2, Uitv.besch OB 1968, tenzij blijkt, dat het werkelijke gebruik niet overeenkomt met deze omzetverhouding. Daarmee ligt de bewijslast bij degene die van de omzetverhouding wil afwijken. Een afwijkende splitsing moet getoetst worden op bruikbaarheid en betrouwbaarheid. Een door de ondernemer uitsluitend voor interne doeleinden bijgehouden tijdsinvesteringsregistratie vormt op zichzelf een onvoldoende objectief criterium voor splitsing van de voorbelasting naar werkelijke gebruik.