Aflevering 13

Gepubliceerd op 31 maart 2001

NTFR 2001/500 - Inventarisatie knelpunten belastingherziening 2001

Aflevering 13, gepubliceerd op 31-03-2001
De Nederlande Orde van Belastingadviseurs (hierna: de Orde) heeft op verzoek van de Vaste commissie voor Financiën een inventarisatie gemaakt van de tot nu toe gesignaleerde knelpunten en problemen voor burgers ten gevolge van de belastingherziening 2001. In de inventarisatie worden de volgende knelpunten aan de orde gesteld:

NTFR 2001/503 - Terugwerkende kracht overeenkomst v.o.f. enz. (herzien i.v.m. IB2001)

Aflevering 13, gepubliceerd op 31-03-2001
De staatssecretaris heeft in een besluit om praktische redenen goedgekeurd dat aan de totstandkoming van een personenvennootschap een terugwerkende kracht van maximaal negen maanden wordt gegeven. Het betreft de ongewijzigde voortzetting van beleid dat laatstelijk was gepubliceerd in onderdeel 4 van het besluit van 12 april 1999, nr. DB 99/1140. (De overige onderdelen van dat besluit zijn vervallen of in een ander besluiten opgenomen, vgl. NTFR2001/80 inzake de beslotenheid van personenvennootschappen.)

NTFR 2001/506 - Waardering ter beschikking gestelde onroerende zaken per 1/1/2001

Aflevering 13, gepubliceerd op 31-03-2001
De staatssecretaris keurt goed dat onroerende zaken die ter beschikking zijn gesteld in de zin van art. 3.91 en 3.92 Wet IB 2001 op de openingsbalans 2001 te boek worden gesteld voor de WOZ-waarde 1999 vermeerderd met 20%. De goedkeuring geldt niet indien de afbakening van het WOZ-object niet overeenkomt met het vermogensbestanddeel dat ter beschikking wordt gesteld.

NTFR 2001/507 - Toegestane lijfrenteverzekeraars (herzien i.v.m. IB 2001)

Aflevering 13, gepubliceerd op 31-03-2001
De staatssecretaris heeft voor de toepassing van de Wet IB 2001 een besluit gepubliceerd over lijfrenten die worden bedongen van de overnemer van de onderneming. Onder bepaalde situaties is een 'dooroverdracht' van de onderneming mogelijk zonder dat de lijfrenteaftrek in gevaar komt. Deze worden – evenals voor de toepassing van de Wet IB '64 – onder de letters a t/m f als reële gevallen aangeduid. Niet als reëel geval wordt aangemerkt de situatie waarin een overnemende BV op het moment van inbreng de bedoeling heeft de desbetreffende onderneming over te dragen aan een derde. In het voor de toepassing van de Wet IB 2001 uitgebrachte besluit wordt ter ondersteuning van dat standpunt verwezen naar een arrest van de Hoge Raad (8-11-2001, nr. 35.393, NTFR2000/1646).

NTFR 2001/509 - Financiën beraadt zich op gevolgen arresten werknemersopties

Aflevering 13, gepubliceerd op 31-03-2001 geschreven door drs. M.J.A.M. van Gijlswijk
De staatssecretaris van Financiën heeft vragen beantwoord van het Kamerlid Reitsma (CDA) over de arresten van de Hoge Raad van 21 februari 2001, nr. 35.074 en nr. 35.639 (NTFR 2001/360 en 2001/361). In de antwoorden geeft de staatssecretaris te kennen dat hij zich wil beraden op de oordelen van de de Hoge Raad. Hij zal voor de zomer duidelijkheid bieden over de ficale behandeling van werknemersopties in de vennootschapsbelasting. Verder maakt de staatssecretaris bekend dat de arresten wegens opgewekt vertrouwen geen gevolg zullen hebben voor aanslagen vennootschapsbelasting, kapitaalsbelasting en dividendbelasting die betrekking hebben op feiten die plaats hebben gevonden voor de publicatie van de arresten. Het tot nu toe gevoerde beleid ten aanzien van de dividend- en de kapitaalsbelasting zal tot 1 juli aanstaande wordt gecontinueerd. De staatssecretaris denkt intussen na over wettelijke maatregelen.

NTFR 2001/510 - Administratieve verplichtingen bij introductie van een APA- en ATR-praktijk

Aflevering 13, gepubliceerd op 31-03-2001
De staatssecretaris geeft in een brief aan de Tweede Kamer een nadere toelichting op de administratieve verplichtingen van belastingplichtigen in de nieuwe praktijk voor advance pricing agreement (APA) en advance tax ruling (ATR). Bij het verzoek om een APA dient belastingplichtige zelf een vergelijking te maken met de prijzen die onafhankelijke marktpartijen hanteren, om aannemelijk te maken dat de door hem voorgestelde verrekenprijs als zakelijk kan worden aangemerkt (vergelijkbaarheidsanalyse). De OESO-conforme werkwijze brengt volgens de staatssecretaris in beginsel een extra administratieve last voor belastingplichtigen met zich mee, waarbij hij opmerkt dat naarmate belastingplichtigen en belastingadviseurs meer ervaring opdoen met de invulling van vergelijkbaarheidsanalyses, de administratieve lasten die met dergelijke analyses samenhangen naar verwachting zullen afnemen. Ten aanzien van verzoeken om zekerheid vooraf over de deelnemingsvrijstelling bij tussenhoudstermaatschappijen (één van de belangrijste ATR's) zal volgens de staatssecretaris de wijze van afhandelen niet of nauwelijks wijziging zal ondergaan ten zichte van de huidige ruling-praktijk, zodat de administratieve lasten voor belastingplichtigen niet zullen toenemen.

NTFR 2001/512 - Analyse: geen gedifferentieerd tarief overdrachtsbelasting

Aflevering 13, gepubliceerd op 31-03-2001
De staatssecretaris van Financiën heeft een notitie geschreven naar aanleiding van het verzoek van GroenLinks om de mogelijkheid van een gediffentieerde overdrachtsbelasting te onderzoeken. De notitie is in samenwerking met het Centraal Planbureau opgesteld. De conclusie luidt dat invoering van een gediffentieerde overdrachtsbelasting niet wenselijk is.

NTFR 2001/519 - Stemmmen staken over motie invoering tweede feitelijke instantie

Aflevering 13, gepubliceerd op 31-03-2001
Vorige week berichtten wij u in NTFR over de de motie-Van Oven c.s., waarin de regering wordt verzocht om binnen vier weken aan de Tweede Kamer een voorstel te sturen op grond waarvan belastingrechtspraak in twee feitelijke instanties kan worden ingevoerd (NTFR 2001/491). Bij de stemming in de Tweede Kamer over de motie, op 20 maart jl. staakten de stemmen: 70 kamerleden stemden voor en 70 tegen. Dit betekent dat de motie bij een volgende vergadering opnieuw in stemming komt.

NTFR 2001/520 - Verzuimboete niet (tijdig) betalen op aangifte en faillissement

Aflevering 13, gepubliceerd op 31-03-2001
In dit besluit deelt de staatssecretaris het volgende mede. Er is sprake van afwezigheid van alle schuld als de verschuldigde omzetbelasting die op aangifte moet worden voldaan niet (tijdig) wordt betaald indien de belastingplichtige binnen de lopende betalingstermijn failliet wordt verklaard en de curator binnen die termijn nog geen definitieve uitdelingslijst heeft vastgesteld. De belastingplichtige treft geen schuld omdat hij vanaf het moment waarop hij failliet wordt verklaard, niet meer beschikkingsbevoegd is over zijn vermogen en de curator treft geen schuld omdat hij op grond van de Faillissementswet faillissementsschulden niet mag uitbetalen voordat de definitieve uitdelingslijst is vastgesteld. In een dergelijke situatie kan geen boete worden opgelegd.

NTFR 2001/522 - Goedkeuring belastingverdrag (scheepvaart) met Hongkong

Aflevering 13, gepubliceerd op 31-03-2001
Bij brief van 2 maart 2001 heeft de minister van Buitenlandse Zaken het op 2 november 2000 tot stand gekomen beperkte belastingverdrag met Hongkong ter stilzwijgende goedkeuring aan het parlement voorgelegd. Het verdrag ziet (alleen) op de belasting van inkomsten, (vermogens)winsten en vermogen van ondernemingen die schepen exploiteren in het internationale verkeer. (Staten-Generaal, vergaderjaar 2000-2001, 27 636 (R 1678), nrs. 234 en 1.)

NTFR 2001/530 - Verschuldigdheid parkeerbelasting in zijstraat

Aflevering 13, gepubliceerd op 31-03-2001
Het langs een weg plaatsen van een bord was volgens het hof onvoldoende om aan te nemen dat redelijkerwijs geen misverstand kon bestaan over de verschuldigdheid van parkeerbelasting in de zijstraat van die weg, waarin geen bord was geplaatst. Op de plaats waar was geparkeerd was geen parkeerapparatuur aanwezig of waarneembaar. Het woord 'e.o. (en omstreken)' op de waarschuwingsborden 'Centrum e.o. uitsluitend betaald parkeren' was een te vage aanduiding van het gebied rondom het centrum. Voor gebieden buiten het centrum kon niet de alertheid voor het betaald parkeren, zoals die voor het centrum geldt, worden geëist. Voorts was het voor vele andere parkeerders onduidelijk of in die zijstraat parkeerbelasting was verschuldigd. De naheffingsaanslag parkeerbelasting werd derhalve vernietigd.