Aflevering 14

De minster van Financiën heeft in een brief aan de Tweede Kamer een overzicht gegeven over de verkenningen op een aantal beleidsterreinen waar het kabinet momenteel aan werkt. Deze verkenningen zullen worden gebruikt bij de opstelling van verkiezingsprogramma's en bij de komende kabinetsformatie. Een (tussen)rapportage is voorzien voor rond de zomer van dit jaar. Ook op fiscaal gebied is een verkenning te verwachten. Hierbij gaat het om de vraag hoe de structuur van het nieuwe belastingstelsel 2001 verder kan worden benut om een bijdrage te leveren aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken, zoals de vereiste stijging van de arbeidsparticipatie en de gevolgen van de toenemende internationalisering, mede in het licht van enkele toezeggingen aan de Tweede Kamer. Het kabinetsstandpunt naar aanleiding van het rapport Moltmaker volgt een apart traject en wordt dit voorjaar naar de Tweede Kamer gezonden.

De staatssecretaris heeft maatregelen genomen in verband met de mond- en klauwzeercrisis. De maatregelen betreffen het formele belastingrecht (termijnen), de invordering (uitstel en dwanginvordering), winstaspecten, omzetbelasting en de belasting op zware motorrijtuigen (teruggavemogelijkheid).

transportrisico, voorziening, waardering passiva

zelfstandigenaftrek

inbreng gevolgd door verkoop, lijfrente van eigen BV

bestemmingswijzigingswinst, boerderij, feitelijke verandering

Door middel van aangepaste vragen en antwoorden heeft de staatssecretaris een besluit uit 1996 over de toepassing van het tonnageregime aangepast aan de Wet IB 2001.

chauffeurs, verblijfkostenvergoeding

anoniementarief, bruteren, diskjockey

De staatssecretaris heeft in antwoorden op kamervragen aangegeven dat het verhuren van een pand aan een eigen BV via een derde-beleggingsinstelling de terbeschikkingstellingsregelingen niet frustreert.

ESCAPE's, overeenkomst van geldlening

bewijs, huishouden, verwanten

bewijs, levensonderhoud

AWBZ, genees- of heelkundige hulp, Ziektekosten

eigen inkomsten, kosten van levensonderhoud, plaats in de samenleving, spoedige doorzending bezwaar

informeel kapitaal, winstbegrip

cessie om niet, huurtermijnen, informeel kapitaal

pensioengrondslag, salaris

De staatssecretaris heeft in een besluit de procedures beschreven die dienen te worden gevolgd bij een advance pricing agreement (APA). Een advance pricing agreement (APA) geeft goedkeuring vooraf over de vaststelling van een zakelijke beloning (een arm's-lengthbeloning) of een methode voor de vaststelling van een dergelijke beloning voor grensoverschrijdende transacties (goederen en dienstverlening) tussen gelieerde lichamen en tussen onderdelen van eenzelfde lichaam.

De staatssecretaris heeft in een besluit de procedures beschreven die dienen te worden gevolgd bij een advance tax ruling (ATR). Een ATR geeft zekerheid vooraf over de fiscale gevolgen van een voorgenomen transactie of samenstel van transacties. De term ATR is gereserveerd voor het geven van zekerheid vooraf voor de drie volgende situaties:

De staatssecretaris heeft in een besluit aangegeven dat geen zekerheid vooraf wordt verstrekt aan lichamen zonder reële economische activiteit die zich hoofdzakelijk bezighouden met in concernverband ontvangen en doorbetalen van rente en/of royalty's. Indien niet aan nader te omschrijven substance-eisen wordt voldaan zal geen zekerheid vooraf worden verstrekt en zal informatie aan de betrokken verdragspartners worden verstrekt. Als geen of nagenoeg geen risico's wordt gelopen, zal het verstrekken van zekerheid vooraf slechts worden verstrekt als verzoeker akkoord gaat met de spontane verstrekking van inlichtingen aan het bronland. In dergelijke situaties wordt bovendien het standpunt ingenomen dat verrekening van de ingehouden bronbelasting met de in Nederland af te dragen vennootschapsbelasting niet mogelijk is, daar de geldstroom de Nederlandse belastinggrondslag niet raakt.

De staatssecretaris heeft een besluit inzake verrekenprijzen uitgebracht, waarin nadere invulling en verduidelijking wordt gegeven aan het arm's-lengthbeginsel en de OESO-richtlijnen. In het besluit wordt nader ingegaan op:

De staatssecretaris heeft in een besluit aangegeven dat geen zekerheid vooraf wordt verstrekt indien dit in strijd komt met de goede trouw die jegens verdragspartners en/of in internationaal verband verschuldigd is. De gevraagde zekerheid wordt vooraf niet gegeven als de inspecteur vermoedt dat het belang van een verdragspartner of een ander internationaal belang daardoor zou worden geschaad.

De staatssecretaris heeft in een besluit de organisatorische aspecten geregeld van advance pricing agreements (APA's), advance tax rulings (ATR's), dienstverleningslichamen, (tussen)houdsters en lichamen die zich bezighouden met financierings-/licentieactiviteiten. Daarnaast wordt in het besluit aandacht besteed aan de (organisatorische) plaats van het Aanspreekpunt voor potentiële buitenlandse investeerders (APBI). De behandeling van APA-/ATR-verzoeken en verzoeken aan het APBI wordt geconcentreerd bij de Belastingdienst/Grote ondernemingen Rotterdam (BGOR).

De staatssecretaris heeft het instelbesluit CGVP gewijzigd. De verplichting van de competente inspecteur een bindend advies te vragen aan de CGVP wordt vervangen door een verplichting om bindend advies te vragen aan het APA-/ATR-team. Aanleiding voor de wijziging is de invoering van een APA-praktijk met ingang van 1 april 2001. Gevolg van de invoering van de APA-praktijk is dat alle verzoeken om zekerheid vooraf inzake verrekenprijsproblematiek voor bindend advies dienen te worden voorgelegd aan het APA-/ATR-team van de Belastingdienst/Grote Ondernemingen te Rotterdam. Dit geldt zowel voor verzoeken om zekerheid vooraf die (nagenoeg) de gehele winst van een lichaam omvatten als verzoeken om zekerheid vooraf die slechts betrekking hebben op een deel van de winst.

De staatssecretaris heeft in het besluit inzake hybride financierings- en rechtvormen aangegeven dat verzoeken voor bindend advies dienen te worden voorgelegd aan het APA-/ATR-team van de Belastingdienst/Grote ondernemingen te Rotterdam. In het vervallen besluit was opgenomen dat verzoeken ter beoordeling moesten worden voorgelegd aan de Belastingdienst/Directie Grote ondernemingen te Amsterdam.

Staatssecretaris Bos van Financiën heeft op 30 maart 2001 de nadere invulling van de 'Advance Pricing Agreements' (APA)- en 'Advance Taxrulings' (ATR)-praktijk kenbaar gemaakt door publicatie van acht besluiten. In de brief van 20 november 2000 aan de Tweede Kamer (NTFR 2000/1738) had de staatssecretaris al aangekondigd dat de Nederlandse rulingpraktijk zou worden omgevormd in een APA-/ATR-praktijk. De rulingpraktijk is dus met ingang van 1 april 2001 verleden tijd, zij het dat op grond van de overgangsregeling uit het Besluit van 21 december 2000, RTB2000/3227M, NTFR 2001/45, 'oude' rulings nog kunnen doorlopen tot en met 2005. Gezien het belang van het onderwerp voor de internationale fiscale praktijk hebben wij ervoor gekozen om de acht besluiten hierna integraal op te nemen. Eventuele commentaren zijn bij de desbetreffende besluiten opgenomen.

economische eigendom, fraus legis, tenietgaan grond

economische eigendom, fraus legis

economische eigendom, fraus legis, tenietgaan grond

vrijstelling voor samenwoners

(subsidiair) verwijt, grove schuld, pas voor hof ingenomen, rechtsstrijd, tijdstip motivering

bezwaarschrift, gronden, omkering bewijslast, ontvankelijkheid, proceskosten

belastingstatuut, dwaling, gelijkheidsbeginsel, motiveringsbeginsel, strijd met fair play, vaststellingsovereenkomst, vertrouwensbeginsel, zorgvuldigheidsbeginsel

omkering bewijslast, undue delay

Begin 2000 heeft de regering een wetsvoorstel (27 024) ingediend tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht (Wetsvoorstel kosten bestuurlijke voorprocedures). Dat wetsvoorstel hield in dat een forfaitaire vergoeding kan worden verkregen voor kosten die zijn gemaakt in de bezwaarfase, mits er sprake is van een besluit dat 'door ernstige onzorgvuldigheid in strijd met het recht' door een bestuursorgaan is genomen. Onlangs is het wetsvoorstel in gewijzigde vorm door de Tweede Kamer aanvaard. Ten opzichte van het oorspronkelijke wetsvoorstel is door aanname van een amendement van het Kamerlid Dittrich het criterium 'door ernstig onzorgvuldig handelen in strijd met het recht' vervangen door het criterium luidende dat het besluit moet zijn herroepen wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. Dit betekent dat de kosten aanzienlijk eerder voor vergoeding in aanmerking komen dan in het oorspronkelijke voorstel.

In antwoord op vragen van het Kamerlid De Vries heeft de staatssecretaris van Financiën te kennen gegeven dat het te laat instellen van beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Hof 's-Gravenhage van 24 mei 2000, nr. 98/04369, is gelegen in een telfout bij het vaststellen van de uiterste datum voor het indienen van het beroepschrift. Beroepschriften in cassatie worden niet alleen per post, maar ook per fax verzonden. Jaarlijks worden ongeveer 1000 stukken in het kader van cassatieprocedures verzonden. Er is een registratiesysteem en een systeem van termijnbewaking. In de zaak waar het hier om gaat is bij het invoeren in dat systeem een fout gemaakt. Volgens de staatssecretaris is sprake van een incident. Vanaf 1 januari 1994 is – voorzover de staatssecretaris kan nagaan – in twee gevallen op een door hem ingesteld beroep een niet-ontvankelijkverklaring uitgesproken.

douaneregeling, onttrekken

boeken en bescheiden, vertrouwensbeginsel, vervalste stukken

museum

De regering heeft bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel ingediend dat beoogt om de aanschaf van zuinige voertuigen fiscaal te stimuleren. Op Europees niveau zijn afspraken gemaakt over de maximale verontreiniging die nieuwe types voertuigen vanaf 1 januari 2005 mogen veroorzaken (de emissiegrenswaarden). De Nederlandse wetgever wil de aankoop van voertuigen die reeds nu aan de grenswaarden voldoen aanmoedigen. Dit gebeurt door het introduceren van stimuleringsbedragen. Afhankelijk van het soort voertuig (personen- of bestelauto) en de gebruikte brandstof (benzine of diesel) krijgt degene op wiens naam het kenteken wordt gezet een bedrag uitgekeerd. De hoogte van het bedrag varieert van € 625 (dieselbestelauto's aangeschaft in 2001) tot € 125 (benzineauto's aangeschaft in 2004). Per 1 januari 2005 vervalt de stimuleringsregeling.

ontbreken gegevens, vernietiging beschikking

kenbaarheid, koopzondag

objectafbakening, onroerendezaakbelasting