Aflevering 36

Enige kanttekeningen naar aanleiding van Hoge Raad 10 augustus 2001 nr. 35.014 (NTFR 2001/1175) inzake art. 15 Successiewet 1956.

staking landbouwbedrijf, WEV of WEVAB

De staatssecretaris van Financiën heeft in een besluit negen vragen beantwoord op het gebied van de firmaproblematiek. Daarbij komen de volgende onderwerpen aan bod. (1) Het berekenen van een kapitaalvergoeding over de waarde in het economische verkeer staat aan een voorbehoud van stille reserves niet in de weg. (2) Bij het aangaan van een firma met terugwerkende kracht moet ook de inbreng per die datum worden gewaardeerd. (3) 'Persoonlijke' ondernemerskosten mogen in beginsel in mindering komen bij het berekenen van de firmawinst. (4) De zakelijkheid van de verdeling van privé-opnamen behoeft niet te worden getoetst. (5) Er is geen sprake van een adequaat voorbehoud van stille reserves indien de omvang ervan onbepaald is. (6) Firmanten genieten pas winst uit onderneming als door middel van de firma een objectieve onderneming wordt gedreven. (7) Een samenwerkingsverband met een eigen BV is bestaanbaar. (8) Uittreding met terugwerkende kracht is niet mogelijk. (9) Bij ontbinding van een firma waarbij de firmanten de (subjectieve) onderneming voortzetten, moet worden afgerekend over de verschoven stille reserves.

De apothekerscoöperatie OPG is op 10 januari 2001 omgezet in een NV. Ten behoeve van de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid is door middel van een besluit aangegeven welke standpunten de fiscus inneemt ten aanzien van de omzetting in aandelen van inleggelden en participaties die bij apothekers tot hun ondernemingsvermogen behoren. Zo wordt aangegeven of en hoe de fiscale claim kan worden doorgeschoven. Verder wordt aandacht gegeven aan de toepasselijkheid van de deelnemingsvrijstelling en aan de etikettering van de verkregen aandelen. Het oorspronkelijke besluit ging nog uit van de ingetrokken Wet IB 1964 (NTFR 2001/159*).

loon, meetrekken in winst

bijzonder tarief, vervroegd salaris

afkoop pensioen naar rato, buiten Nederland verworven

holdingconstructie, kasgeldconstructie

holdingconstructie, putcriterium, samenwerkende groep

beleggen, ondernemingsvrijstelling

levensonderhoud, schriftelijke bescheiden

bedrijfsfusie

evenredigheidsbeginsel, standaardvoorwaarde 16, verbindendheid

belastingplicht, onderneming, stichting in bouwsector

passiefpost, vakantiedagen

De staatsecretaris keurt in dit besluit goed dat belastingplichtigen kunnen kiezen voor behandeling volgens het wetsvoorstel houdende wijzigingen van belastingwetten (dividendstripping en het verlenen van optierechten aan werknemers) dat op 30 augustus aan de Tweede Kamer is gezonden (NTFR 2001/1293). De goedkeuring betreft de tijdelijke inkopen na 31 augustus 2001 die dienen ter dekking van werknemersopties toegekend voor of na 1 september 2001, alsmede de toepassing van het voorgestelde waarderingsvoorschrift voor de kapitaalsbelasting ter zake van werknemersopties toegekend na 31 augustus 2001.

eigen rijder, gelijkheidsbeginsel

vast middelpunt, viskotter

De staatssecretaris van Financiën heeft een voorstel tot wijziging van de Belastingregeling voor het Koninkrijk (hierna: BRK) bij de Tweede Kamer ingediend. De voorgestelde wijziging ziet op de heffing van bronbelasting op deelnemingsdividenden die vloeien van Nederland naar de Nederlandse Antillen. Uitgangspunt is handhaving van de huidige effectieve druk terwijl de hieruit voortvloeiende belastingopbrengst volledig ten bate zal komen van de Nederlandse Antillen.

aftrek voorbelasting, herbouwde korenmolen, vertrouwensbeginsel

geweigerde bouwvergunning, in behandeling nemen aanvraag, leges

parkeerbelasting, parkeerkaart

parkeerbelasting, situatieschets

De staatssecretaris erkent het bestaan van prijsafspraken tussen gemeenten en taxatiebureaus die afhankelijk zijn van de waardebepaling. Het doel was te voorkomen dat een gemeente betaalt voor fouten die een taxatiebureau bij de oorspronkelijke taxatie maakt. Een aantal gemeenten heeft als garantiebepaling afgesproken dat als de waarde na behandeling van het bezwaarschrift lager ligt dan 90% van de oorspronkelijke waarde zoals vermeld op de WOZ-beschikking, geconcludeerd mag worden dat de kwaliteit van de oorspronkelijke taxatie onvoldoende was. Om die reden hoeft de gemeente de rekening van het taxatiebureau voor de bezwaarbehandeling niet of niet helemaal te betalen.