Aflevering 45

De BTW is een buitengewoon leuk vakgebied voor diegenen die daar de aardigheid van inzien, enigszins vertrouwd zijn geraakt met de exorbitante heffingssystematiek en bovendien Europeesrechtelijke aspecten en ontwikkelingen goed bestuderen en volgen. Diegenen die daarentegen de BTW hebben veronachtzaamd en zich meer hebben gericht op de directe belastingen, zullen deze vorm van belastingheffing snel als onlogisch verslijten, de onverwachte gevolgen verfoeien en graag afstand van dit vakgebied willen doen. In de afgelopen jaren heeft de BTW zich ontwikkeld tot een volwaardig, maar ook vrij ingewikkeld, vakgebied. Recent nog merkte professor Bijl tijdens zijn afscheidsrede op van een generatie te zijn die had meegemaakt dat een belasting werd ingevoerd waarvan men alom meende dat deze eenvoudig was, terwijl er nu een generatie is bij wie deze gedachte nooit aanwezig is geweest. Hij verwees daarbij naar het commentaar in NTFR 2001/1089 van Van Dongen, waarin zij aanving met: 'Ik heb altijd geweten dat BTW geen eenvoudige belasting is, en dat je een elastische geest nodig hebt om alle ontwikkelingen te kunnen volgen, laat staat begrijpen.' Hoe kan het zijn dat twee generaties van BTW–beroepsbeoefenaren een zo verschillende basisgedachte hebben meegekregen ten aanzien van een in de gehele wereld zeer populaire belastingheffing die is uitgegroeid tot de belangrijkste inkomstenbron van de Nederlandse schatkist? Vervolgens rijst de vraag of er iets aan die ingewikkeldheid gedaan moetof daar wat aan gedaan kan worden en of er wat aan gedaan zal worden.

De staatssecretaris van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag ter zake van het Belastingplan 2002, deel III (natuur, milieu en vervoer) naar de Tweede Kamer gezonden. In deze nota worden vragen over onder andere de voorgestelde wijzigingen in de autokostenfictie voor bestelauto's beantwoord. Het wetsvoorstel bespraken wij in NTFR 2001/1324. Tevens heeft de staatssecretaris een nota van wijziging ingediend.

De staatssecretaris van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag ter zake van het Belastingplan 2002, deel IV (herziening successie- en schenkingsrecht, BTW-maatregelen, artiesten- en sportersregeling, alsmede overige aanpassingen) naar de Tweede Kamer gezonden. In deze nota worden de vragen beantwoord onder andere over de voorgestelde wijzigingen in de BTW en de invordering in verband met bestrijding van carrouselfraude en over de herziening van het successie- en schenkingsrecht. Tevens heeft de staatssecretaris een nota van wijziging ingediend. Het wetsvoorstel bespraken wij in NTFR 2001/1324.

De staatssecretaris en de minister van Financiën hebben de nota van wijziging op het Belastingplan 2002-I Arbeidsmarkt en inkomensbeleid naar de Tweede Kamer gezonden. Het Belastingplan 2002-I behandelden wij in NTFR 2001/1324 (wetsvoorstel), 2001/1465 (commentaar NOB) en 2001/1500 (nota na.v. verslag).

Het kabinet heeft de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Belastingplan 2002 II – Economische infrastructuur – naar de Tweede Kamer verzonden. Tevens heeft de staatssecretaris een nota van wijziging ingediend. Het wetsvoorstel bespraken wij in NTFR 2001/1324. Er is een aantal onderwerpen waaraan de staatssecretaris in de nota naar aanleiding van het verslag met name aandacht heeft moeten besteden. Het gaat dan om de volgende onderwerpen:

Op 6 november 2001 is een Nota van Wijziging op het voorstel van wet houdende wijziging van enkele sociale zekerheidswetten (Belastingplan 2002 V- Sociale zekerheidswetgeving) bij de Tweede Kamer ingediend. Hierin worden enkele onderwerpen, zoals aanvraagtermijnen en delegatiebepalingen, nader geregeld.

afschrijving, slijtage, uitgavenrechten

afdwingbaar, pensioenreserves

De staatssecretaris heeft in een nieuw besluit meer duidelijkheid gegeven over de gebruikelijkheidstoets van het urencriterium (art. 3.6 Wet IB 2001): Het besluit vervangt het besluit van 31 juli 2000, cpp 2000/1018 M, NTFR 2000/1190.

De staatssecretaris van Financiën heeft op 12 november 2001 vragen beantwoord van de leden van de Tweede Kamer Giskes (D66) en De Vries (VVD) over de 30%-regeling. Hij kondigt in deze antwoorden aan dat hij artikel 9, eerste lid, onderdeel a, van het Uitv.besl. LB 1965 met terugwerkende kracht tot 1 januari 2001 zal wijzigen. De wijziging houdt in dat de grondslag voor de berekening van de 30%-regeling wordt gevormd door – naast de 30%-vergoeding zelf – het feitelijk genoten loon uit tegenwoordige dienstbetrekking ter zake van het verblijf buiten het land van herkomst, inclusief de variabele bestanddelen. In een binnenkort te publiceren besluit met vragen en antwoorden inzake extraterritoriale werknemers zal op deze voorgenomen wijziging worden ingegaan en met terugwerkende kracht tot 1 januari 2001 worden goedgekeurd dat bij de toepassing van de bewijsregel uitgegaan wordt van het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking, in plaats van het regelmatig genoten loon.

De staatssecretaris van Financiën heeft in een besluit van 26 oktober 2001 de nieuwe regeling voor maaltijden in bedrijfskantines vastgesteld. Hij kondigde deze regeling al aan in zijn brief van 24 september 2001 (zie NTFR 2001/1369) aan de vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer.

afschrijving, aftrekbare kosten, economische huurwaarde, verhuur woning

buitengewone lasten, eigen bijdrage, verzorgingshuis

kosten kinderopvang

binnenlandsbelastingplichtig, buitengewone lasten, opleiding deels in buitenland, studiekosten

Over de fietsaftrek is het nodige te doen geweest in de aanloop naar de Wet IB 2001. Met name de administratieve rompslomp voor de werkgever is aan de orde geweest. Om voor de inkomstenbelasting in aanmerking te komen voor deze fietsaftrek heeft een werknemer namelijk een zogeheten fietsverklaring van zijn werkgever nodig. Omdat aan de Belastingdienst regelmatig wordt gevraagd of er een voorgeschreven model-fietsverklaring bestaat, is er een model-fietsverklaring ontwikkeld. In de Wet IB 2001 is geen model voorgeschreven. Het gebruik van het model zoals dat in het besluit is opgenomen, is dan ook niet dwingend. Op onze website kunt u het volledige besluit bezien, inclusief model. We wijzen erop dat in het besluit abusievelijk tweemaal om de gegevens van de werknemer wordt gevraagd. Bij het laatste model gaat het echter om de gegevens van de werkgever.

De staatssecretarissen van Financiën en Sociale Zaken en Werkgelegenheid beantwoorden kamervragen over de gesplitste uitbetaling van de AOW- en Anw-uitkering.

bankgarantie, zakelijke vergoeding

De Tweede Kamer is op 4 oktober jongstleden zonder beraadslaging en zonder stemming akkoord gegaan met het wetsvoorstel 'Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 c.a. (herziening regime fiscale eenheid)'. Het gewijzigd voorstel van wet is inmiddels ingediend bij de Eerste Kamer. U treft dit als brondocument aan. Aan dit wetsvoorstel besteedden wij eerder aandacht in 2001/904 (nota van wijziging) en NTFR 2001/1213 (tweede nota van wijziging en reactie op NOB-commentaar).

De staatssecretaris van Financiën heeft kamervragen beantwoord over de Europeesrechtelijke houdbaarheid van de Nederlandse 'surtax'-regelgeving. Onder verwijzing naar een arrest van het Hof van Justitie EG over een Griekse wettelijke regeling (zaak C-294/99) heeft kamerlid De Haan vragen gesteld over de surtaxwetgeving (opgenomen in artikel IV van de Invoeringswet Inkomstenbelasting 2001). Specifiek is gevraagd of de surtaxwetgeving in strijd komt met de Moeder-dochterrichtlijn (94/435 EEG).

In een vraag- en antwoordenbesluit wordt duidelijkheid gegeven over enkele aspecten van de renteaftrekbeperking (volgens art. 10a Wet VPB) en de rentetemporisering binnen fiscale eenheid (volgens art. 15, lid 4 en lid 5, Wet VPB).

aangifte aanslagbelasting, gelijkheidsbeginsel, oogmerk van begunstiging

ziekenfonds

Bij brief van 11 oktober 2001 heeft de Minister van Justitie vragen beantwoord van de vaste commissie voor Justitie (TK) naar aanleiding van de wijziging van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) (ontwerpbesluit wijziging Bpb, Kamerstukken I 2000/01, 27 024, nr. 248b) in verband met de aanstaande wijziging van de Awb met betrekking tot de kosten van bezwaar en beroep (kosten bestuurlijke voorprocedures).

internationaal, ontslaguitkering

forfaitaire aftrek, kilometervergoeding

bestelautotarief, kentekenbewijs deel II

cumulatie, onroerendezaakbelastingen, woonforensenbelasting

objectafbakening

molen, monument

koop rond peildatum, koopsom, premie-A-woning

afhouders schepen, precariobelasting