Aflevering 46

In de uitnodiging tot het doen van aangifte wordt opgave verlangd van gegevens, waarvan de kennisneming door de inspecteur van belang kan zijn voor de belastingheffing. Degene die aangifte doet, is gehouden de in de aangifte gevraagde gegevens duidelijk, stellig en zonder voorbehoud in te vullen (art. 7 en 8 AWR).

De Tweede Kamer is op 15 november 2002 akkoord gegaan met de Belastingplannen 2002 deel I tot en met V. Er is door de Kamer een groot aantal amendementen en moties ingediend. Een aantal daarvan is aangenomen. De Tweede Kamer heeft onder meer een streep gezet door de toetrederskorting voor herintreders en de afdrachtsvermindering toetreders. Ook is er een regeling gekomen waardoor zwangere onderneemsters eerder in aanmerking kunnen komen voor de ondernemersfaciliteiten. In verband met de wijzigingen in de autokostenfictie (woon-werkverkeer wordt deels privé) is een overgangsregeling voor 2002 en 2003 aangenomen. In de SW 1956 komt er een vrijstelling aan de voet van € 1.679.

De staatssecretaris van Financiën heeft schriftelijke antwoorden gegeven op vragen die de Tweede Kamer op 13 november jongstleden heeft gesteld tijdens het plenair debat over het Belastingplan 2002. De antwoorden betreffen voornamelijk (herhalingen van) toelichtingen op de gemaakte beleidskeuzes van de regering. Hieronder nemen wij de meest opvallende vragen en antwoorden op. Voor de overige vragen en antwoorden verwijzen wij naar het brondocument op onze NTFR-website.

De staatssecretaris van Financiën heeft een viertal (tweede) nota's van wijziging naar de Tweede Kamer gezonden met betrekking tot de wetsvoorstellen Belastingplan 2002 deel I, deel II, deel III en deel IV. De enige ingrijpende wijzigingen hebben betrekking op deel IV. Die wijzigingen zijn voorgesteld op 14 november jongstleden, na afloop van de mondelinge behandeling van de wetsvoorstellen in de Tweede Kamer. Elders in dit nummer van NTFR bespreken wij de op 15 november jongstleden aangenomen amendementen.

De staatssecretaris van Financiën heeft opnieuw een aantal beleidsbesluiten aangepast in verband met de vervanging van de gulden door de euro per 1 januari 2002. De besluiten bevatten geen inhoudelijke wijzigingen. Sommige besluiten zijn geactualiseerd. Hieronder geven wij een overzicht van de recentelijk vervangen beleidsbesluiten.

bestemmingswijzigingswinst, landbouwvrijstelling

afwaardering vordering, lagere waarde niet aannemelijk, opgeofferd bedrag vervanging, sloop bedrijfsmiddel

accountantspraktijk, paardenfokkerij

dienstbetrekking, onafhankelijkheid, ondernemer

aanmerkelijk belang, dienstbetrekking, gebruikelijk loon

De staatssecretaris van Financiën heeft op 13 november 2001 een besluit afgegeven over de afdrachtvermindering zeevaart. In de verstreken en nog te verstrijken aangiftetijdvakken over 2001 mag al rekening worden gehouden met een afdrachtvermindering zeevaart van 10% voor de niet in Nederland wonende zeevarende die aan de loonbelasting is onderworpen. Hiermee wordt vooruitgelopen op een wijziging van de wettelijke regeling.

administratie oncontroleerbaar, overzicht niet opgesteld

aftrekbare kosten, te lage huurprijs

In NTFR 2001/1560 maakten we melding van een besluit waarin een model-fietsverklaring is opgenomen. Dat model kan worden gebruikt om te voldoen aan de eisen die betrekking hebben op de fietsaftrek in de inkomstenbelasting. In dat besluit, zo meldden we ook, werd per abuis tweemaal om de gegevens van de werknemer gevraagd in plaats van éénmaal werknemer en éénmaal werkgever. Dit laatste is nu hersteld door middel van een rectificatie van het eerder gepubliceerde besluit.

Op 11 juli jongstleden heeft de Europese Commissie een staatssteunprocedure tegen het Nederlandse concernfinancieringsregime geopend. De brief van EU-commissaris Monti (DG Concurrentie) waarmee de procedure werd geopend is opgenomen in NTFR 2001/1113. Nederland heeft thans gereageerd op deze brief. In de brief worden een aantal aspecten van het concernfinancieringsregime nader toegelicht. Verder wordt primair het standpunt ingenomen dat geen sprake is van verboden staatssteun. Mocht toch worden geconcludeerd dat sprake is van een verboden steunmaatregel, dan is naar de mening van Nederland sprake van een bestaande steunmaatregel en bestaat er geen grond om reeds gegeven steun terug te vorderen. Hieronder zijn de belangrijkste delen uit de brief weergegeven. Voor de volledige tekst van de brief verwijzen wij u naar onze website.

In een besluit wordt ingegaan op de belastingplicht voor de Wet VPB 1969 van door de Ziekenfondsraad gesubsidieerde gezondheidscentra. Het gaat om centra die in de vorm van een stichting functioneren. De eerste vraag is of deze stichtingen onderworpen zijn aan de heffing van vennootschapsbelasting. Als dat het geval is dan is de vervolgvraag of ze in aanmerking komen voor een subjectieve vrijstelling.

De staatssecretaris heeft in een besluit bekendgemaakt dat in bepaalde situaties art. 30 SW 1956 buiten toepassing kan blijven.

De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende beleidsbesluit gepubliceerd.

hervestiging, landbouwbedrijf, overdrachtsbelasting, tijdstip, vrijstelling

discriminatie, verwantschap

omkering bewijslast, schatting, willekeur

bronbelasting, Griekenland, moeder-dochterrichtlijn, surtax

fictieve vaste inrichting

De minister van Financiën heeft mede namens de staatssecretaris verslag uitgebracht van de vergadering van de Ecofin Raad van 6 november 2001 te Brussel. Aan dit verslag ontlenen wij het volgende.

doorberekende portokosten, tegemoetkoming, vergoeding

beperking aftrek voorbelasting, privé-gebruik vakantiebungalow

krediet, rente, vrijgestelde vergoeding

naheffingstijdvak

verhuisboedelvrijstelling

effect zwerfafval, motiveringsgebrek, vertrouwensbeginsel

geen eigendom grond, overeenkomst vakantiebungalow, waardedrukkend effect