Aflevering 14

Gepubliceerd op 3 april 2003

NTFR 2003/572 - Van vreemd vermogen naar eigen vermogen en omgekeerd in de VPB

Aflevering 14, gepubliceerd op 03-04-2003 geschreven door prof. dr. J.N. Bouwman
de wetgever heeft de afgelopen vijftien jaren nadrukkelijk geopereerd op het snijvlak van eigen en vreemd vermogen in de VPB. De omzetting van vreemd in eigen vermogen was één van de kernpunten van de herziening van het regime van de deelnemingsvrijstelling in 1990. De wetswijziging vond plaats op grond van de Wet van 25 april 1990, Stb. 173. De omzetting van eigen in vreemd vermogen was het onderwerp van een voorstel dat leidde tot de invoering van wettelijke regels tegen winstdrainage per 24 december 1996. Bedoelde maatregelen waren opgenomen in de Wet van 13 december 1996, Stb. 651. De wettelijke maatregelen tegen winstdrainage werden effectief met ingang van het eerste (boek)jaar dat aanving op of na de datum van inwerkingtreding. Voorafgaand aan de invoering van de hiervoor genoemde wetgeving poogde de belastingdienst de hem niet welgevallige gevolgen van de omzetting van vreemd in eigen vermogen of omgekeerd te bestrijden voor de rechter. Toen hij in de ogen van het Ministerie van Financiën niet voldoende succesvol bleek, volgden de wettelijke stappenVergelijk HR 25 juni 1969, nr. 16104, BNB 1969/202 (met noot van J. Hollander) en HR 26 april 1978, nr. 18402, BNB 1978/140 wat betreft de omzetting van vreemd in eigen vermogen, en HR 10 maart 1993, nr. 28139, BNB 1993/196* (met noot van P. den Boer) voor wat betreft de omzetting van eigen in vreemd vermogen. .

NTFR 2003/573 - Meldplicht geldt m.i.v. 1 juni 2003 ook voor belastingadviseurs e.d.

Aflevering 14, gepubliceerd op 03-04-2003
Door middel van het besluit van 24 februari 2003, Stb 2003, 94 worden met ingang van 1 juni 2003 de identificatie- en meldplicht op basis van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties uitgebreid tot bepaalde aangewezen diensten die verricht worden door belastingadviseurs, advocaten, (kandidaat-)notarissen, openbare registeraccountants en openbare accountant-administratieconsulenten. De identificatieplicht brengt mee dat bovengenoemde dienstverleners hun cliënten op voorgeschreven wijze geïdentificeerd moeten hebben alvorens zij bepaalde aangewezen diensten, waaronder het verstrekken van belastingadviezen, het verzorgen van belastingaangiften en het verrichten van administratieve werkzaamheden, kunnen verlenen. Iedere bovengenoemde dienstverlener is daarnaast verplicht een door een cliënt verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transactie onverwijld te melden aan het Meldpunt ongebruikelijke transacties, terwijl de desbetreffende cliënt niet door die dienstverlener van de melding op de hoogte gesteld mag worden. Wat een ongebruikelijke transactie is staat omschreven in de gewijzigde indicatorenlijst van 11 maart 2003/FM 2003-0302 (Staatscourant 14 maart 2003, nr. 52, blz. 13). Op de hiervoor genoemde verplichtingen bestaan voor bepaalde dienstverleners, waaronder belastingadviseurs, uitzonderingen voor werkzaamheden in verband met het bepalen van de rechtspositie van de cliënt en vertegenwoordiging in rechte van een cliënt voor, tijdens en na een rechtsgeding.

NTFR 2003/589 - Voorlichting belastingaangifte aan gehandicapten en chronisch zieken

Aflevering 14, gepubliceerd op 03-04-2003
De Belastingdienst houdt volgens de staatssecretaris van Financiën bij de belastingaangifte voldoende rekening met de informatievoorziening aan mensen met een chronische ziekte of handicap. Dit heeft hij geantwoord op vragen van het kamerlid Rouvoet. De staatssecretaris ziet geen reden om bij te dragen aan de financiering van de uitgave 'Belastingaangifte 2002 in verband met ziekte of handicap' van de Chronisch zieken en Gehandicaptenraad en de FvO.

NTFR 2003/590 - Aankoop pand tegen onzakelijke prijs was uitdeling

ECLI:NL:HR:2003:AF6632, datum uitspraak 21-03-2003, publicatiedatum 04-04-2013
Aflevering 14, gepubliceerd op 03-04-2003
Belanghebbende, een bv, heeft aan haar enige aandeelhouder twee panden verkocht tegen de vrije verkoopwaarde, terwijl er huurders in zaten (de moeder respectievelijk de zoon van de enige aandeelhouder). De inspecteur heeft een naheffingsaanslag dividendbelasting met 50% boete opgelegd. Hof Amsterdam liet die aanslag in stand, maar matigde de boete tot 25% wegens het ontbreken van opzet.

NTFR 2003/597 - Voordeel pensioenfondsen door Amerikaans-Nederlandse afspraak

Aflevering 14, gepubliceerd op 03-04-2003
Nederlandse pensioenfondsen die via Amerikaanse fiscaal hybride fondsen beleggen in Amerikaanse aandelen en obligaties hebben voortaan recht op een vermindering tot nul procent van belasting op dividenden en interest. De Verenigde Staten zien af van het heffen van dertig procent bronbelasting bij dergelijke beleggingen. De afspraak tussen de Nederlandse en Amerikaanse fiscale autoriteiten hierover werkt terug tot 1 januari 2001.