NTFR 2005/333 - Cumulatie van uitstelfaciliteiten bij overdracht van onderneming aan natuurlijk persoon
Aflevering 11, gepubliceerd op 17-03-2005 geschreven door dr. J. DoornebalTijdens de parlementaire behandeling van deel I van het Belastingplan 2003 werd door mevr. Van Vroonhoven–Kok c.s. een motie ingediend waarin de regering werd gevraagd om een onderzoek in te stellen naar de fiscale behandeling van bedrijfsoverdrachten en om zo spoedig mogelijk te komen met een integrale visie op deze behandeling. Naar aanleiding van deze motie zond de staatssecretaris van Financiën op 12 juli 2004 het rapport ‘Bedrijfsoverdracht; continuïteit door fiscaliteit‘ naar de Tweede Kamer. In dit rapport wordt – na een inventarisatie van de bestaande regelgeving inzake bedrijfsoverdrachten in de Wet IB 2001, de Successiewet 1956, de Invorderingswet 1990 en de Wet op belastingen van rechtsverkeer – een zestal actiepunten genoemd om wenselijke aanpassingen van deze regelgeving door te voeren. De belangrijkste van deze actiepunten zijn de verhoging per 1 januari 2005 van de vrijstelling van schenkings– en successierecht in geval van bedrijfsopvolging tot 50% van het ondernemingsvermogen en de verruiming van de doorschuiffaciliteit in de inkomstenbelasting voor overdracht van (een deel van) een onderneming aan een medevennoot of werknemer door verkorting van de driejaarstermijn tot twee jaar en door het laten vervallen van de eis dat bij overdracht van een deel van een onderneming een materiële onderneming bij de overdrager dient achter te blijven.