Aflevering 2

Gepubliceerd op 12 januari 2006

NTFR 2006/44 - Wet IB 2001: onrust geboden!

Aflevering 2, gepubliceerd op 12-01-2006 geschreven door mr. A.J. van Lint
‘"Vermeend en Zalm hebben dit gewoon goed gedaan. Daarom voorlopig rust op het front van de inkomstenbelasting", aldus staatssecretaris Wijn.‘ Deze tekst is te vinden in het persbericht van 22 november 2005 naar aanleiding van de Evaluatie van de belastingherziening. Na jarenlang overspoeld te zijn door nieuwe regelgeving, zou deze toegezegde rust aangenaam in de oren moeten klinken. Toch doet het dat – bij mij althans – niet. Rust aan het (IB–)wetgevingsfront zou immers impliceren dat veel knelpunten niet snel zullen worden opgelost.

NTFR 2006/47 - Aanwijzingsregeling Milieulijst 2006

Aflevering 2, gepubliceerd op 12-01-2006
De staatssecretaris van VROM heeft de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu–investeringen 2006 vastgesteld. Daarin is in een bijlage (Milieulijst 2005) aangegeven welke bedrijfsmiddelen in aanmerking komen voor VAMIL en voor de 40–, 30– of 15% milieu–investeringsaftrek. Voor het eerst is er één aanwijzingsregeling voor beide faciliteiten verschenen.

NTFR 2006/48 - Vaststelling marktrente 2005

Aflevering 2, gepubliceerd op 12-01-2006
Het jaarlijkse besluit waarin de staatssecretaris aangeeft hoe de marktrente wordt vastgesteld, is weer verschenen. Het besluit vervangt dat van 5 april 2005, nr. CPP2005/356M, NTFR 2005/456. Het besluit is inhoudelijk niet gewijzigd met uitzondering van het schrappen van onderdeel 3 van het besluit van 5 april 2005, dat thans is opgenomen in het besluit van 11 november 2005, CPP2005/2740M, NTFR 2005/1546. De bijlage bij het besluit is aangevuld met de gegevens inzake de marktrente voor het jaar 2005.

NTFR 2006/49 - Antwoorden op Kamervragen over ondernemersbegrip n.a.v. Opinie in NTFR

Aflevering 2, gepubliceerd op 12-01-2006
Naar aanleiding van een Opinie van Essers in NTFR 2005/1505 zijn vragen gesteld door het Tweede-Kamerlid Van As. In de Kamervragen werd gerefereerd aan de constatering van Essers in diens NTFR-Opinie dat sinds de inwerkingtreding van de Wet IB 2001 belastingplichtigen die bepaalde contractsvormen gebruiken niet langer zijn aan te merken als ondernemer. Essers stelde voor dat de staatssecretaris een beleidsbesluit zou publiceren waarin wordt opgenomen dat stille maten die beroepsmatig hun vak uitoefenen fiscaal ondernemer zijn. Verder werd gerefereerd aan het door Essers vermelde knelpunt dat bij bedrijfsverplaatsingen – niet door overheidsingrijpen – afgerekend moet worden.

NTFR 2006/51 - Antwoorden op nadere vragen over levensloopregeling zelfstandigen

Aflevering 2, gepubliceerd op 12-01-2006
In NTFR 2005/1305 meldden wij u dat minister De Geus en staatssecretaris Wijn in een brief aan de Kamer hebben aangegeven niets te voelen voor het openstellen van de levensloopregeling voor zelfstandigen. De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft daarop enkele nadere vragen gesteld aan de bewindslieden. Uit de antwoorden van de bewindslieden blijkt dat zij een levensloopregeling voor zelfstandigen (op korte termijn althans) nog steeds niet zien zitten. Zij wijzen er wel op dat in het kader van de notitie ‘Nieuwe accenten op het terrein van werken inkomen‘ integraal zal worden gekeken naar (nieuwe) mogelijkheden voor een coherent beleid van sociale zekerheid en levensloopbeleid. Binnen dat ruimere kader wordt de gedachte meegenomen dat de werknemer en ook de zelfstandige regisseur is over tijd, werk en inkomen gedurende de hele loopbaan.

NTFR 2006/52 - Nieuwe pensioenwet ingediend

Aflevering 2, gepubliceerd op 12-01-2006
Minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft onlangs het wetsvoorstel voor een nieuwe pensioenwet ingediend bij de Tweede Kamer. De nieuwe wet zal de huidige Pensioen- en spaarfondsenwet vervangen. Het kabinet streeft ernaar de nieuwe wet uiterlijk per 1 januari 2007 in te voeren. In het wetsvoorstel worden de niet-fiscale kaders van pensioenregelingen gesteld.

NTFR 2006/57 - Geen aftrek voor optierechten omdat nog geen dekkingsinkopen waren verricht

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU2952, datum uitspraak 28-07-2005, publicatiedatum 21-09-2005
Aflevering 2, gepubliceerd op 12-01-2006
Belanghebbende heeft ter zake van verplichtingen uit een met haar werknemer gesloten optieovereenkomst een voorziening gevormd van f 202.000. Het hof oordeelt dat de inspecteur terecht slechts het bedrag van f 800 dat in verband met de verstrekking van de optierechten als loon in aanmerking is genomen, in aftrek heeft toegelaten. Het door belanghebbende gedane beroep op door uitlatingen van de staatssecretaris van Financiën en zijn voorgangers gewekt vertrouwen verwerpt het hof omdat de staatssecretaris toen optrad als medewetgever en niet als uitvoerder van de wet. In na de arresten van de Hoge Raad van 21 februari 2001 (NTFR 2001/360 en 361) door de staatssecretaris gedane uitlatingen kan volgens het hof niet een ongeclausuleerde toezegging worden gelezen, inhoudende dat in iedere situatie waarin belastingplichtigen enige handeling met betrekking tot personeelsopties hebben verricht, ongeacht de aard daarvan, vóór 22 februari 2001, de aftrek ter zake van optietoekenningen zou worden verleend. Omdat de staatssecretaris in zijn daarna genomen besluit van 30 mei 2001 (NTFR 2001/830) slechts aftrek van kosten heeft toegestaan voor gevallen waarin in verband met de optierechten vóór 22 februari 2001 dekkingsinkopen zijn gedaan kan belanghebbende aan dit besluit geen rechten ontlenen. In dit besluit is geen ongeoorloofd onderscheid gemaakt tussen belastingplichtigen die wel, en belastingplichtigen die geen dekkingsinkopen hebben gedaan vóór 22 februari 2001 omdat geen sprake is van gelijke gevallen, aldus het hof.

NTFR 2006/58 - Belastingplicht buitenlandse verenigingen en stichtingen deels ingetrokken

Aflevering 2, gepubliceerd op 12-01-2006
In het buitenland gevestigde verenigingen, stichtingen of kerkgenootschappen die in Nederland uitsluitend over onroerende zaken beschikken die niet kwalificeren als ondernemingsvermogen zullen vanaf 5 januari 2006, onder voorwaarden, niet als buitenlands belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting worden aangemerkt. De goedkeuring strekt zich uit tot alle jaren waarvoor bij deze verenigingen, stichtingen of kerkgenootschappen de aanslagen niet onherroepelijk vaststaan. Op vaststaande aanslagen wordt niet teruggekomen. De goedkeuring geldt onder andere slechts indien de rechtsvorm van de buitenlandse entiteit daadwerkelijk overeenkomt met die van een Nederlandse vereniging, stichting of kerkgenootschap.